Carretera Austral (Deel I)

Carretera Austral INet als Ruta 40 in Argentinië heeft ook Chili een legendarische weg: de “Carretera Austral”, een 1.240 kilometer lange gravelweg dwars door Chileens Patagonië. De weg werd in 1976 aangelegd in opdracht van de Chileense dictator Pinochet, toen nog als de “Carretera General Augusto Pinochet”. Eerdere pogingen tot het aanleggen van een weg door het onherbergzame zuiden van Chili waren steeds mislukt. Door de barre weersomstandigheden was toegang via de zee of de lucht ook moeilijk, waardoor het zuiden van Chili lange tijd alleen vanuit Argentinië bereikbaar was. Toen beide landen in een conflict verwikkeld raakten, werd het Chileense leger ingezet om toch een weg aan te leggen. Een ambitieus project waarbij een groot aantal soldaten om het leven kwam.

De weg werd in 1988 opengesteld voor het publiek en heeft sindsdien veel reizigers aangetrokken. Niet vanwege de opmerkelijke historie van de weg, maar vooral vanwege het buitengewoon mooie landschap. Vanuit Puerto Montt loopt de weg door dichtbegroeid Valdiviaans regenwoud, langs fjorden, gletsjers, diep blauwe meren en dorpjes waar de tijd heeft stil gestaan. Een route die door verschillende van onze motorrijdende vrienden was uitgeroepen tot de mooiste weg die ze ooit hadden gereden. Geen wonder dus dat wij daar ook wel een kijkje wilden nemen.

Carretera Austral INa een paar gezellige dagen in Puerto Varas met Megan en Matthew rijden we aan het eind van de ochtend naar Puerto Montt, het beginpunt van de Carretera Austral. Voordat we beginnen aan onze tocht naar het zuiden, kopen we in het centrum van de havenstad eerst kaartjes voor de veerboot. Op weg naar het eindpunt van de Carretera Austal in Villa O’Higgins moeten we een aantal keer met een veerboot en voor twee van die boten moeten we hier alvast een kaartje kopen. Het kantoor van Navimag is gelukkig zo gevonden en met de kaartjes op zak verlaten we zo snel als we kunnen de drukke stad.

De weg loopt vlak langs het water en hoewel we heel ver landinwaarts zijn, kijken we hier uit over de zee. Op sommige plekken komt de zee wel meer dan 100km het land in. De zilte zeelucht ruikt lekker en het klimaat is hier ook wat milder. Aan het begin van de middag komen we aan in het dorpje La Arena waar we de eerste veerboot nemen. Het is maar een klein stukje naar de overkant van de fjord, dus we blijven tijdens de overtocht bij de motoren staan. En dat is maar goed ook, want de zee in ruw en de veerboot schommelt zo dat de motoren bijna omvallen. De hoge golven zorgen er ook voor dat ik binnen vijf minuten groen ben en onafgebroken naar de horizon staar om te voorkomen dat ik over de reling moet hangen. De opluchting is groot als we aan de overkant zijn.

Carretera Austral ITot La Arena reden we over een mooie, nieuwe asfaltweg, maar zodra we in Caleta-Puelche de boot afrijden, start de gravelweg. En daarmee ook het stof. De auto’s die met ons op de veerboot stonden zijn door de steward als eerste van de boot geleid en laten met z’n allen een grote stofwolk achter. We wachten een poosje tot de auto’s uit het zicht zijn en het stof weer is gaan liggen en gaan dan zelf ook op pad. De gravelweg is in goede staat. Hier en daar zitten wat gaten in de weg, maar daar hebben we met de motoren weinig last van. In de zijkanten liggen wat hogere randen met gravel die vervelend kunnen zijn, maar zolang we netjes rechtdoor sturen gaat het allemaal prima.

Aan het eind van de dag komen we aan in Hornopiren, een dorpje aan de zee vanwaar de tweede veerboot zal vertrekken. We hadden gehoord dat het een mooie plek is om wat langer te blijven en hebben daarom tickets gekocht voor de veerboot van overmorgen zodat we hier twee nachten kunnen blijven. Bij het lokale VVV-kantoor informeren we naar een plek om te overnachten en tot onze verrassing verwijst de dame ons naar een camping in een botanische tuin. We volgen haar aanwijzingen en volgen een weg langs de kust. De weg wordt steeds smaller tot we aan het eind van de weg voor het bord van Camping Patagonia El Cobre parkeren.

Carretera Austral IPeter gaat op onderzoek uit en komt na tien minuten terug met een vrolijke jongen, die hem zojuist de camping heeft laten zien. De botanische tuin is door zijn vader aangelegd in de ’achtertuin’ van hun huis. En dat is niet een achtertuin zoals bij een gemiddeld rijtjeshuis in Nederland, maar een flinke lap grond die tegen een steile berghelling aanligt. De jongen gaat ons voor naar een prachtig houten huis op palen, waar de receptie van de camping is. In het ’café’, zoals hij het noemt, is een klein keukentje, staan wat tafels en stoelen en is ook een knusse zithoek rond een openhaard. De ruimte staat vol met prachtige fotoboeken, muziekinstrumenten, oude schrijfmachines, houten meubels en flessen die zijn gevonden op het strand. Het meest bijzonder is het prachtige uitzicht dat we vanuit het café hebben over zee. Een geweldige plek, die ik zo zou ruilen tegen ons appartementje in de stad.

De botanische tuin is feitelijk een dichtbegroeid regenwoud met hoge bomen, orchideeën, lianen, mos en veel varens. In het bos is een viertal kampeerplekken gemaakt. We zijn de enige gasten en zetten onze tent neer op een plek onder een houten overkapping. Het is alsof we slapen in een zelfgemaakte boshut. De vrolijke jongen had ons verteld dat het ’s avonds best fris zou worden en ons aangeraden om een kampvuur te maken. Dat hoef je Peter maar één keer te zeggen. Hij gaat het bos in en komt even later terug met een grote stapel takken en wat boomstronken. Niet lang daarna zitten we met ons bord pasta rond het kampvuur waar we steeds dichterbij kruipen naarmate het kouder wordt, tot al het hout op is en we snel onze slaapzak in duiken. Hoewel onze tent diep in het bos staat, ver weg van het dorp en de rest van de bewoonde wereld, is het die nacht allerminst stil. Carretera Austral IVanuit de poeltjes in het bos klinkt een luid gekwaak van de vele kikkers en in de bomen boven ons horen we kreten van vogels die we nog niet kennen. Moe van een lange dag in het zadel vallen we ondanks het ’lawaai’ wel in slaap.

De volgende ochtend is het weer een dierengeluid waar we van wakker worden. We kunnen het geluid niet direct thuis brengen en zijn zo nieuwsgierig dat het van slapen niet meer komt. We kruipen onze slaapzak uit en lopen -nog in onze pyjama’s- met de verrekijker naar het terras bij het ’café’ waar het geluid vandaan komt. We speuren de baai af en zien: zeeleeuwen! In de baai liggen verschillende boeien en op iedere boei ligt een zeeleeuw. Eén voor één gooien ze lenig hun kop naar achteren waarbij ze luid schreeuwen, het klinkt een beetje als een toeter van een auto. Ze zijn heel ver weg, maar hun roep klinkt over het water zo hard dat het lijkt alsof ze maar een paar meter bij ons vandaan zijn. En dat zijn niet de enige dieren die we zien. Terwijl we met de verrekijker het water afzoeken, zien we een groep dolfijnen! Ze zwemmen rondjes in de baai en zijn duidelijk met elkaar aan het jagen. Wat een gaaf gezicht! We nemen een stoel uit het café, gaan zitten in het ochtendzonnetje en kijken net zo lang naar de beesten tot het echt tijd is om aan te kleden en te ontbijten.

Carretera Austral INa het ontbijt lopen we naar het centrum om wat boodschappen te doen. Het is eb en de waterlijn is een flink aantal meters lager. Op het droogliggende kiezelstrand liggen mooie houten vissersboten te wachten op de vloed. Langs de hele kust staan borden die waarschuwen voor ’Tsunami gevaar’ en in het dorp zelf staan borden waarop de evacuatie route is aangegeven. Geen overbodige luxe, want in Chili zijn regelmatig aardbevingen met het risico op tsunami’s. Tot nu toe is het tijdens onze reis nog rustig geweest en hebben we geen aardbeving meegemaakt. Toch kijken we nog eens goed naar de vluchtroute die op de borden is aangegeven, want we moeten in geval van nood wel de goede kant op rijden.

Terug op de camping staat Peter een poosje te graven in zijn tas tot hij heeft gevonden wat hij zocht: zijn vis spullen. “Ik ga vissen!!” roept hij terwijl hij de trap al af loopt richting de waterkant. Motorrijden is nu dan een grote passie van Peter, vroeger bracht hij vooral veel tijd door met een hengel aan de waterkant. De reis-werphengel die hij eerder meenam tijdens onze vakanties naar Noorwegen en Kroatië was afgevallen toen we aan het inpakken waren voor deze reis: de hengel was te groot. In plaats daarvan heeft Peter voor vertrek een ’klosjes-hengel’ gemaakt van een stukje afvoerbuis, met daar omheen een lange lijn en in de buis de haakjes, loodjes, dobbers en blinkers. Als ik na een poosje bij hem kom staan, heeft hij al zeven vissen gevangen! Het gaat lekker, dus hij gaat nog even verder. Om in te gooien draait hij de lijn met het loodje en de haak een paar keer rond en als hij dan de lijn los laat, schiet het loodje vooruit om met een plons in het water te landen. Carretera Austral IDe lijn zakt door het lood naar de bodem, waarna Peter de lijn met korte rukjes weer binnen haalt. De vissen blijven maar bijten, want nog geen half uur later staat de teller al op 12. De ene vis is nog groter dan de ander. Leuk om te doen, helemaal in het zonnetje aan zo’n prachtige fjord!

De volgende ochtend zijn het wederom de zeeleeuwen die ons vanaf hun boeien wekken. We gaan er direct uit en strijken met onze ontbijtspullen neer in het café. We kunnen rustig ontbijten, want de veerboot vertrekt pas aan het eind van de ochtend. De zeeleeuwen geven weer een prachtig concert en ook de dolfijnen zijn terug in de baai om hun ontbijt bij elkaar te jagen. Wat een geweldige plek!

Na het ontbijt pakken we onze tassen in en rijden we naar de oprit voor de veerboot. De veerboot ligt er al. We melden ons bij één van de stewards en mogen daarna de boot oprijden. De motoren parkeren we naast een rijtje motoren die al op de boot staan en daarna zoeken we een stoel op het bovendek. Het water is rustig en de boot behoorlijk groot, dus we hoeven nu niet bang te zijn dat de boot erg zal schommelen of de motoren zullen omvallen. Bovendien is het een boottocht van vijf uur, dus het is wel zo lekker om even ergens te zitten. Als de auto’s en de lokale bus ook op de boot staan, klinkt de hoorn en komt de veerboot in beweging. We zien Hornopiren en de naastgelegen vulkaan steeds kleiner worden terwijl we verder de fjord in varen. Het is een prachtige tocht, met aan beide kanten steile groene bergen en op sommige toppen nog een dun laagje sneeuw.

Carretera Austral IIn de kilometer na Hornopiren stonden hier en daar nog wat huizen, maar inmiddels zien we alleen maar natuur. In de weide omtrek is geen huis, weg, elektriciteitsmast of ander teken van leven te ontdekken. We varen dan ook langs Nationaal Park Pumalin, een enorm natuurgebied dat niet zo lang geleden het privé eigendom was van Douglas Thompkins. De Amerikaanse zakenman, die onder meer Esprit èn The North Face oprichtte, kocht met het kapitaal dat hij verdiende vanaf 1991 een aantal naast elkaar gelegen boerderijen ten zuiden van Hornopiren met als doel het land terug te geven aan de natuur. In de tien jaar die volgden kocht hij steeds meer landerijen tot hij een enorm natuurgebied had gecreëerd van wel 3.200 km2. In 2005 werd het gebied teruggegeven aan Chili op voorwaarde dat het werd uitgeroepen tot Nationaal Park, waarmee de bescherming van het unieke stuk natuur was veilig gesteld. Thompkins heeft met het park de ’wildernis ervaring’ van bezoekers willen bevorderen en het park biedt dan ook voldoende mogelijkheden om te wandelen en te kamperen. Wat ontbreekt is een doorgaande weg in het noorden van het park en dat is ook direct de reden dat wij nu op de boot zitten in plaats van op onze motor. Hoewel er druk wordt gespeculeerd over verlenging van de Carretera Austral door het dit deel van het Nationale Park, is het nog onzeker of die weg er ooit zal komen.

Na vijf uur varen legt de veerboot aan het eind van de lange fjord aan in Leptepu. Dit is nog niet onze eindbestemming voor vandaag, want we moeten nog een klein stukje met een tweede veerboot. En die boot vertrekt over 15 minuten aan de andere kant van het schiereiland waar we net hebben aangelegd. Carretera Austral IWe rijden samen met vijf andere motorrijders als eersten van de boot af en openen het gas om de auto’s en hun stofwolk voor te blijven. Als iedereen even later weer op de veerboot staat, klinkt voor de tweede keer die dag de scheepshoorn. Een klein half uur later bereiken we Caleta Gonzalo, waar we samen met de andere motoren als eerste van de veerboot worden gestuurd. We parkeren bovenaan de helling om de auto’s en de bus te laten passeren. Ze lijken allemaal behoorlijk veel haast te hebben en stuiven weg. Als het stof weer is neergedaald, starten wij ook de motoren.

Van Caleta Gonzalo rijden we het zuiden van Parc Pumalin binnen. We rijden via een smalle weg het bos in, langs boomhoge varens en kolkende beken die een diepe gleuf hebben uitgesleten. En staat nu niet veel water in de riviertjes, maar zo te zien kan hier in de lente heel veel water van de bergen naar beneden komen. We rijden steeds dieper het oerbos in en hebben het idee over de set van Jurassic Park te rijden. In het dichtbegroeide bos staan dikke, hoge bomen die van onder tot boven zijn begroeid met mos, orchideeën en ’oudemansbaard’. Op de grond groeien varens en allerlei soorten mos en vanaf de takken hangen dikke lianen naar beneden. Echt, een dinosaurus zou hier niet misstaan!

Carretera Austral IIets verder hebben we vanaf de weg een prachtig uitzicht over Lago Blanco, één van de meertjes in het park. Op de GPS kunnen we zien dat er bij dit meer een camping zou moeten zijn. We gaan op onderzoek uit en rijden een paar kilometer verder het kampeerterrein op. De camping blijkt onderdeel te zijn van het nationale park. Er is geen receptie, maar op een bord is aangegeven dat we onze tent op één van de gemarkeerde plekken kunnen opzetten. We rijden verder en zien in eerste instantie geen kampeerplekken. Als we iets beter kijken zien we dat er paadjes door het bos naar de waterkant lopen. We volgen één van de paadjes en komen op een werkelijk geweldige kampeerplek uit. Midden in het oerbos, aan het water, met uitzicht over het meer en de hoge bergen daarachter. Wauw! We zetten de tent op, trekken een fles wijn open en zitten een hele poos gewoon naar het uitzicht en het oerbos om ons heen te kijken. Wat een plek weer!

De volgende ochtend blijven we lang in ons warme bed liggen. De zon schijnt al, maar in de schaduw van de bomen is het nog behoorlijk fris. Pas halverwege de ochtend waag ik me uit mijn slaapzak om water te halen voor de koffie. En nu ik toch bij het toiletgebouw ben, kan ik net zo goed even douchen. Met een teen voel ik het water van de douche. Het water is bijzonder koud, maar ik wil toch graag even opfrissen. Peter stapt meestal direct onder de douche, ook als het ’ijs-douches’ zijn, maar daar ben ik niet dapper genoeg voor. Eerst voorzichtig mijn benen, dan mijn armen en dan mijn hoofd en gezicht en pas helemaal aan het eind stap ik er helemaal onder. Brrr!! Ik ben wel schoon, maar dit is zonder twijfel de koudste douche die ik ooit vrijwillig heb genomen!

Carretera Austral INa een flinke bak koffie om weer op te warmen, vervolgen we onze reis over de Carretera Austral. Aan het eind van de ochtend komen we aan in Chaiten waar we tanken en wat boodschappen doen. De lokale supermarkt heeft vers brood, maar dat is direct ook het enige dat vers is. Het groente en fruit is oud en kruipt bijna vanzelf de bak uit. We besluiten vanavond brood te eten en nu een restaurantje op te zoeken. We vinden een tafeltje bij Café del Volcano en worden geholpen door een vriendelijke dame die vraagt wat we willen eten. We vragen in ons beste Spaans naar de kaart, maar die heeft ze niet. Ze noemt in rap Spaans op wat ze vandaag allemaal op het menu heeft staan. We kijken haar een beetje glazig aan en wijzen naar het bord van onze buurman: dat willen wij wel. Helaas, dat heeft ze niet meer. We kiezen uiteindelijk ’lomo’, waarvan we hadden begrepen dat het ’vlees’ was (al was nog niet helemaal duidelijk van welk beest). Even later komt ze uit de keuken met twee borden met daarop twee enorme lappen biefstuk met heerlijke groene salade. Het vlees is super mals en smaakt geweldig! Dit is wel een goede manier om Spaans te leren, want ’lomo’ zullen we niet snel meer vergeten!

Vanaf Chaiten rijden we een poosje over asfalt verder naar het zuiden. Het is best fijn om hier even te rijden, zeker ook omdat we ongestraft om ons heen kunnen kijken, zonder al te veel op de weg te letten. Toch is het lang niet zo mooi als op de gravelweg. De nieuwe asfaltweg is heel breed, met aan weerszijden een vluchtstrook, een diepe goot en een brede berm. Het bos begint pas een paar meter daarna. Het is alsof we op de asfaltweg ’langs’ het bos rijden, terwijl we op de veel smallere gravelweg ’in’ het bos rijden. Dat is veel mooier! We vinden het dan ook helemaal niet erg als het asfalt weer ophoudt en we over de gravelweg verder rijden.

Carretera Austral INu we het nationale park achter ons hebben gelaten, zien we hier en daar wat meer bewoning. Het zijn vooral kleine boerderijtjes waar de mensen volledig in hun eigen levensonderhoud lijken te kunnen voorzien. Naast het woonhuis ligt een groentetuin, staat een kas en daarnaast wat fruitbomen. In het weiland grazen een paar koeien, een handjevol schapen of geiten en er scharrelen wat kippen. En naast het huis ligt genoeg brandhout om de komende winters de kachel en het fornuis te kunnen stoken. Ze moeten ook wel voor zichzelf kunnen zorgen want het volgende woonhuis ligt kilometers verderop en zal zeker in de winter niet makkelijk te bereiken zijn. In veel gevallen is het maar de vraag of het huis is aangesloten op elektriciteit, want zelfs in het ontwikkelde Chili van nu is dat geen vanzelfsprekendheid. We rijden zo door een aantal gehuchten waar het lijkt alsof de tijd heeft stil gestaan.

Aan het eind van de middag komen we aan in La Junta, waar we onze tent opzetten bij een mini-camping in het centrum. We hebben het tentdoek nog maar net strak getrokken, als het heel hard begint te regenen. We eten in de tent en liggen al heel vroeg in bed. De volgende ochtend horen we nog steeds druppels op de tent vallen. Eenmaal buiten blijkt dat het behoorlijk fris is en de lucht nog net zo donker als gistermiddag. De dame van de camping voorspelt dat het vandaag de hele dag zal regenen. We trekken warme kleren aan onder onze motorpakken en daaroverheen onze regenpakken. We kunnen als ’Michelin-mannetjes’ nog amper bewegen, maar zijn in ieder geval droog en warm.

Carretera Austral IVanaf La Junta hebben we niet alleen te maken met veel regen, maar ook met wegwerkzaamheden. Stukje bij beetje wordt de smalle gravelweg vervangen door een brede asfaltweg. De wegwerkzaamheden maken het rijden behoorlijk uitdagend, om niet te zeggen ’lastig’. Het ene moment ligt er veel modder of diep zand, op een ander stuk hebben ze net een nieuwe laag gravel gestort waar ons voorwiel het liefst slingerend doorheen gaat en op andere stukken hotsen en botsen we over grote los liggende stenen. En dat alles in de stromende regen en door de bergen met soms een diepe afgrond net naast de weg. Door de werkzaamheden is vaak maar één rijbaan beschikbaar en staan we lang te wachten tot het mannetje met zijn groene vlag zwaait en we door mogen rijden. Stil staan in de stromende regen, met een vizier dat beslaat en geen auto’s vanaf de andere kant (waardoor je je soms afvraagt voor wie we eigenlijk stoppen), is niet onze favoriete bezigheid.

We rijden een poos vlak langs de oceaan en daarna in slakkengang via verschillende haarspeldbochten omhoog door de jungle. We passeren een aantal borden met de melding dat daar een ’mirador’ is, een uitkijkpunt. Het zou hier prachtig moeten zijn, maar jammer genoeg zien wij vooral de mist die in het dal hangt en de druppels die van onze vizieren rollen. Het is geen weer om onze camera’s tevoorschijn te halen. Onze regenkleding is goed, maar begint nu na zoveel regen te lekken op de naden. En zoals dat gaat is dat natuurlijk precies in je kruis! We zijn allebei koud en hongerig en spreken af dat we bij het volgende restaurant stoppen om te eten en een beetje op te warmen. De dorpjes liggen ver uit elkaar en het duurt nog een hele poos voordat we een restaurant vinden. Het ziet er dicht uit, maar er komt rook uit de schoorsteen, dus ze zijn misschien toch wel open.

Carretera Austral IWe parkeren onze motoren en zien de deur open gaan. Een klein meisje kijkt om de hoek en roept daarna haar vader. Vader, de kok, komt ook een kijkje nemen. Zodra hij ons ziet, doet hij de deur wijd open, heet hij ons welkom en gooit hij nieuw hout in de kachel. Terwijl wij onszelf langzaam uitpellen, draait hij twee stoelen naar het houtvuur zodat we daar kunnen zitten. Wat lekker warm! We kijken in zijn menu en zien een woord dat we kennen: ’lomo’! Hij verontschuldigt zich dat het nog een poosje kan duren voordat het vlees op tafel staat, maar ziet direct dat we dat niet erg vinden. We zitten bijna òp de houtkachel en gaan hier voorlopig niet weg. Terwijl we langzaam ontdooien en genieten van de heerlijke biefstuk vertelt onze kok, Victor, over zijn dorp, de Carretera Austral, de barre winters en de mooiste plekken om te bezoeken. Met een volle maag en -veel belangrijker- droge kleren, gaan we na een dik uur weer op pad. Als we buiten komen doet de zon haar best om tussen de wolken door te schijnen. Dat is een goed vooruitzicht!

We hebben de wegwerkzaamheden achter ons gelaten en rijden over de nieuwe asfaltweg verder naar het zuiden. Aan het eind van de dag draaien we van de doorgaande weg af om naar Camping Las Torres del Simpson te gaan. Een tip die we van Megan en Matthew hadden gekregen. Het is een super mooie plek in een groen dal aan de oevers van de Rio Simpson. We worden hartelijk ontvangen door de Spaanse Nacho en zijn Chileense vrouw Sandra. Carretera Austral IWe zijn de enige gasten en omdat de grond zo zompig is door de regen, mogen we onze tent opzetten in de schuur. Het is vrijdag en Nacho stelt voor dat we vanavond bij zijn vrouw en hun dochter Barbara aanschuiven voor een ’asado’. Hij zal zorgen voor salade, wijn en het belangrijkste: een goed stuk vlees. Dat lijkt ons wel wat! Die avond komen ze met z’n drieën naar de schuur waar onze tent en hun barbecue staat. Terwijl het vlees langzaam gaart, haalt Nacho zijn gitaar tevoorschijn en speelt hij samen met zijn dochter en zijn vrouw de meest prachtige liedjes. Ze vertellen ons over hun leven op het Chileense platteland, de lange winters en hun gezamenlijke liefde voor muziek. Ze spelen liedjes tot iedereen rozig van de wijn en het lekkere eten zit te gapen en we samen besluiten dat het tijd is om naar bed te gaan.

De volgende ochtend regent het weer flink. We besluiten op de camping te blijven tot het wat beter weer is, zodat we niet in de regen hoeven te rijden en we onderweg wat kunnen zien van de omgeving. Bovendien is het een heel fijne plek en voelen we ons heel welkom bij Nacho en Sandra. Maar misschien is de belangrijkste reden om te blijven wel de Rio Simpson die vol zit met forel! Peter kan een werphengel lenen en vangt de ene forel na de andere! Ik sta bij Peter aan de waterkant, waar we steeds op zoek gaan naar een betere visstek. Na wat instructies over het werpen en inhalen lukt het mij zelfs om een forel aan de haak te slaan! We gooien alle vissen terug en proberen de volgende dag om ze nog een keer te vangen.

Carretera Austral IAls we na drie nachten bij Nacho ’s ochtends onze tent uit kruipen, is de lucht blauw en onbewolkt. Het is tijd om verder te trekken. We bedanken Nacho en Sandra en rijden aan het eind van de ochtend terug naar de doorgaande weg. Aan het begin van de ochtend rijden we door één van de grootste steden aan de Carretera Austral, Coyhaique. Vlak voor Coyhaique stopt het mooie bos waar we zo lang doorheen reden en zien we weer alleen maar boomstronken in het land staan. Pas tientallen kilometers na Coyhaique staan weer de eerste hoge, oude bomen. Nacho had ons verteld dat het hout niet alleen wordt gebruikt voor de ’asado’ en de houtkachels, maar ook om op te koken, want veel mensen koken nog steeds op een hout gestookt fornuis. Om te voorkomen dat de prachtige oude bossen verdwijnen stimuleert de Chileense overheid de mensen nu om te koken op gas uit gasflessen en zijn regels opgesteld rond het kappen van bomen. Een goede zaak, want het is een treurig gezicht al die kale vlaktes.

Na Coyhaique laten we de ’bewoonde wereld’ definitief achter ons en rijden we over de gravelweg steeds verder de wildernis in. Het is PRACHTIG! Hoge bergkammen met puntige rotsen, sneeuw op de toppen en een rivier die door het dal meandert. Na iedere bocht stoppen we opnieuw om een foto’s te maken van het uitzicht. We kunnen aan de weg merken dat we in een afgelegen gebied van Chili zijn, want de weg is in slechte staat en wordt duidelijk niet zo goed onderhouden. Carretera Austral IWe komen bijna geen ander verkeer tegen, hooguit wat toeristen. We slapen die avond op een camping in Puerto Tranquilo aan een prachtig blauw meer en maken plannen om de volgende dag van de Carretera Austral af te gaan en een zijweg in te slaan. Nacho had ons op de weg gewezen en noemde het ’de weg van de gletsjers’.

Het is de volgende ochtend prachtig zonnig en een aantal graden warmer dan de vorige dagen. We doen wat boodschappen en zorgen dat we genoeg water bij ons hebben voor als we in het bos een mooie plek zien om te kamperen. We rijden door het kleine dorp naar een smal weggetje dat het dal van de Rio Exploradores in gaat. Het voelt alsof we het dorp door de achterdeur verlaten. Het weggetje leidt naar verschillende kleine boerderijtjes en we komen onderweg verschillende gaucho’s tegen die op hun paard en met hun honden onderweg zijn naar hun vee. Het dal wordt steeds smaller en de weg lijkt wel tegen de berg te zijn aangeplakt. We stoppen vaak om foto’s te maken, maar ook om te kijken of de vissen willen bijten. Geïnspireerd door de recordvangst bij Nacho had Peter in Coihayque wat nieuwe ’blinkers’ gekocht en die lijken hier wederom bij de forellen in de smaak te vallen.

Carretera Austral IVanaf Puerto Tranquilo rijden we helemaal naar het eind van de zijweg. Het is 80km, een relatief kleine afstand, maar het is ongelofelijk hoe gevarieerd de natuur is. We rijden door een breed dal met groene weilanden, door een smalle gorge met watervallen en een soort regenwoud, langs hellingen vol grote lavastenen en langs een moeras. En zoals Nacho had gezegd zien we boven op de bergkammen grote gletsjers liggen, die met hun helderwitte kleur prachtig afsteken tegen de blauwe lucht. Het smeltwater komt met een enorme kracht vanaf de toppen het dal in en vormt een lichtblauwe kolkende rivier. Het is adembenemend mooi. Het gebeurt regelmatig dat we ons hardop afvragen: “Hoe kunnen we thuis nou uitleggen hoe ongelofelijk mooi het hier is?”. Op een foto is nauwelijks te zien hoe groots en weids het is. De geuren die we onderweg ruiken en de stilte die we ervaren zijn onmogelijk vast te leggen.

Aan het eind van de weg moeten we omdraaien. We zien de weg aan de andere kant van de rivier verder gaan, maar de brug is nog niet klaar. We eten wat en rijden dan terug. En ondanks dat het exact dezelfde route is, is het net zo mooi om het nu vanaf de andere kant te zien. Op weg terug naar het dorp, vinden we in een weilandje een kampeerplekje aan de rivier. Zodra we de motor uitzetten en onze helmen afzetten is pas goed te horen hoe stil het hier is. We horen het water in de rivier en wat vogels, maar verder helemaal niets. Carretera Austral IHet geeft het idee alleen op de wereld te zijn. Nou ja, “samen alleen” dan. De zon is inmiddels uit het dal verdwenen, waardoor het snel afkoelt. We zetten de tent op, eten een vol bord pasta en spoelen alles weg met wat rode wijn :) 
Wat een leven!

Afgelegde afstand tot en met “Bushcamp Rio Exploradores” = 37.932km (23,570 miles)

Klik hier om te foto’s te bekijken.

Vorige bericht “Witte toppen” – Volgende bericht “Carretera Austral (Deel II)

| Leonie | Argentinië, Chili, ZUID-AMERIKA

9 Reacties (Comments) - Carretera Austral (Deel I)

  1. Mieke

    Zóóóo mooi!
    Nu lekker deel II gaan lezen en kijken, leuk!
    Groetjes
    Mieke

  2. Frederike

    Net alle foto’s nog een keer bekeken… Zo mooi! Morgen nog een keertje denk ik ;-).

  3. Mirjam

    Oh, wat heerlijk om deze prachtige foto’s van dit gebied te zien; K krijg helemaal heimwee naar Zuid Amerika!!
    Tot snel :-).

    xx Mip

  4. joke en janleen

    Hoi Leonie en Peter.

    Wat een mooi deel van jullie reis is dit.
    Het blijft leuk om met jullie mee te doen
    Op jullie reis.

    Nog heel veel plezier.

    Joke en Janleen

  5. Jan en Mariët

    Wat een prachtige foto s. En Jan wil ook op die visplekjes!! Liefs.

  6. Celine en Leon

    Hey Vissertjes, jullie gaan lekkah! Ik moest ff heel hard gillen bij die prachtige lupineveldenfoto! wauwzer. En dan dat kalfje op de brug, wat lief.

    Dikke knuffel,

    Celine en Leon

  7. Kenny013

    Oooh nee,
    “Aan het eind van de weg moeten we omdraaien.”
    Aan de andere kant vertrekt de tour naar “The San Raffael glacier” boeken in Puerto Tranquilo.
    Zijn jullie wel nar de “Caves de Marmol” geweest?
    Maar inderdaad een waanzinnig mooi landschap.

    En je kunt heel zuidelijk oversteken naar Argentinië.
    Cochrane, Chili via de x83 naar Argentinië, erg mooie route.

  8. Dienie

    Prachtig!
    Liefs, Dienie

  9. Ben en Anja Scheltens

    Wat een geweldig avontuur! Je beschrijft het ook zo goed.
    Heel veel plezier verder. We leven met jullie mee.
    Gr. Ben en anja