We zijn in Afrika!

We zijn in Afrika!Nadat we diep in de nacht ons stapelbed op de veerboot waren ingedoken, worden we de volgende ochtend uitgeslapen wakker. Fris gedoucht gaan we op zoek naar een kop koffie. Als we onze hut uitlopen naar de receptie valt meteen op hoe druk het daar is. Tientallen mensen zitten al klaar om de veerboot weer te verlaten. Dat terwijl de boot pas over enkele uren zal aankomen in Tunis.

Als we verder lopen liggen nog overal mensen te slapen. Mannen en vrouwen van alle leeftijden en zelfs gezinnen met jonge kinderen, iedereen ligt in de gangen van de veerboot op stoelen en banken, op de grond, in de lift en zelfs in de ballenbak van het kinderparadijs. De één op een matrasje met een dekentje, maar de ander gewoon onder een jas. Als we de trap oplopen, moeten we over de slapende mensen heen stappen, om naar het buitendek te gaan.

Na drie rondjes op de boot en een kopje koffie, gaan we toch weer even terug naar onze hut. Bij de receptie is het alweer drukker met wachtende passagiers. Ieder van hen met minstens drie, grote, niet te tillen koffers.

Als we na een poosje onze hut moeten verlaten, staat de receptie inmiddels zo vol met mensen en koffers dat we onze gang niet eens meer uit kunnen. We zetten de spullen in een nis en wachten rustig tot we de boot af kunnen. Gezien de verwachte aankomsttijd zou dat nog wel eens een uur kunnen duren. Uit de hutten om ons heen komen vooral welgestelde Tunesiërs. Wij zaten duidelijk in het betere deel van de boot.

We zijn in Afrika!Vanaf de receptie gaat één trap en één roltrap naar beneden, naar de uitgang. De roltrap staat nog stil, in afwachting van het moment dat de boot is aangelegd. De ene na de andere passagier kruipt voor en probeert een goed plekje vooraan of -liever nog- op de (rol)trap te bemachtigen. Een hilarisch gezicht omdat ook steeds die zware koffers mee naar voren moeten. Mensen kruipen over elkaar heen en geven over de hoofden de niet te tillen koffers aan. Dit allemaal terwijl we de boot nog lang niet af kunnen.

Het aantal mensen in de receptie neemt alsmaar toe. Het Italiaanse personeel van de boot is het op enig moment zat en probeert onder leiding van de stewart (de enige blonde man aan boord) een beetje orde in de chaos te scheppen. Dat lijkt even goed te gaan, tot het moment waarop de roltap aangaat, de verkeerde kant op! De roltrap draait rustig naar boven en neemt alle passagiers die al op de roltrap stonden met hun koffers weer mee naar boven, naar de al overvolle receptie. Daar loopt het compleet vast. Iedereen valt over elkaar heen, koffers stapelen zich op, baby’s huilen, mannen schreeuwen, de chaos is compleet.

Na een poosje, als de stoet eindelijk naar beneden gaat, voegen wij ons ook in de menigte naar het ruim van de boot. De deuren van de veerboot staan al open en de motoren zijn al losgemaakt. Als we alle spullen op de motoren hebben gebonden, mogen we als eersten de boot afrijden. We zigzaggen tussen de passagiers door, die het schip lopend verlaten.

We zijn in Afrika!We rijden een grote lege hal in, met vooraan enkele loketjes. Naast één van de loketjes staan twee mannen in een uniform met een pet. Ze wijzen waar we mogen gaan staan en vragen om onze papieren. Alles gaat in het Frans, wat mij gelukkig goed af gaat. Een op de boot ingevuld document moeten we hier afgeven. Ze stellen wat vragen over onze route, zetten stempels en sturen ons door. We passeren de politie en rijden opnieuw een grote hal binnen. In deze hal staat nog meer mannen in uniform, die ons vertellen waar we moeten parkeren.

Van weer een ander mannetje, zonder uniform, krijgen we ieder een document dat we moeten invullen. Het mannetje staat wat aanwijzingen te geven en zegt dat hij het wel voor ons zal regelen. Dat hebben we eerder meegemaakt, bij de grens met Marokko. Deze ’helpers’  of ’fixers’ helpen met de formaliteiten en zorgen dat je de juiste stempels krijgt. Daar staat wel tegenover dat je ze een bedrag betaalt voor hun diensten. Dit keer willen we daar geen gebruik van maken. Omdat iedereen hier Frans spreekt en ik me goed verstaanbaar kan maken, probeer ik het eerst zelf wel. Die fixers zullen we in andere landen nog vaak genoeg gebruiken.

Als we het document hebben ingevuld, geven we het aan één van de mannen in uniform. Hij bekijkt ons paspoort en de motorpapieren en wil zien waar het serienummer van de motor staat. Daarna vraagt hij aan Peter om zijn tassen open te maken. Als Peter zijn duffel open is, rommelt de man ruw door de tas en zegt dat het OK is. De andere tassen bekijkt hij niet eens. Hij zet een krabbel en stuurt mij naar een loketje om de rest af te handelen. Daar aangekomen verwijst de dame mij naar een ander loketje om daar eerst een stempel te halen. Nadat ik het juiste loketje heb gevonden en de stempels heb gekregen, sta ik opnieuw bij haar loketje. Ze is heel behulpzaam en legt precies uit welke documenten we waar moeten afgeven.

Conform haar instructie geven we een aantal documenten af bij de douane, een ander document aan de politie en houden we één document in onze zak. Zo rijden we, een uur nadat we de boot afkwamen, Tunesië binnen. We zijn in Afrika!

We zijn in Afrika!Op weg naar de binnenstad van Tunis worden we hartelijk welkom geheten door automobilisten die naast ons komen rijden, toeteren, hun duim opsteken of uit het raam roepen. Het hotel dat we hebben gereserveerd is midden in de stad en blijkt op één van de belangrijkste winkelstraten te liggen, de Avenue Habib Bourguiba. De straat doet denken aan Parijs, een brede straat met een groenstrook in het midden en langs de hele route een breed trottoir met terrasjes. Alle terrassen zitten vol, het is een drukte van jewelste. En dat terwijl het half drie ’s middags is op een dinsdag. Je zou denken dat het zaterdag is. Wat direct opvalt is hoe hip iedereen gekleed gaat. De één nog mooier dan de ander. Het geeft nog meer het idee dat we in Parijs staan.

Het hotel is snel gevonden. De motoren kunnen we parkeren in de parkeergarage onder het hotel. We verblijven vlak bij de ’medina’ van Tunis, dat is de oude stadskern die bestaat uit een wirwar van kleine straatjes met winkeltjes. We besluiten daar nog even te gaan kijken voordat het donker is. Als we onder weg zijn, worden we aangesproken door een jongen die ons zegt te kennen van ons hotel. (Gek want wij hadden hem daar nog niet gezien). Hij vertelt honderduit over Tunesië, de geschiedenis van Tunis en de medina. Hij vertelt ook dat vandaag een feestdag is, wat verklaart waarom het zo druk was op straat. Hij moet naar huis, maar kan ons wel even naar een uitkijkpunt brengen in de medina. Prima, waarom niet.

Hij leidt ons dieper en dieper de medina in. We worden naar een souvenir winkel geleid waar we op het dak een prachtig uitzicht zouden hebben. Nadat we via vijf trappen op het dak staan, worden we inderdaad beloond met een prachtig zicht op Tunis. De zon is inmiddels onder en de vanuit de minaretten die boven de stad uitkomen klinkt de muezzin die oproept voor het gebed.

We zijn in Afrika!Terug in de winkel, worden we belaagd door de verkopers. Voordat we het weten zit Peter op het bed van de sultan. Nog net voordat we een demonstratie met tapijten krijgen, weten we de winkel te verlaten. Achter ons horen we: “Kijken, kijken, niet kopen”. We doen onze reputatie als Nederlanders weer eer aan.

De jongen, Ahmed, leidt ons weer verder door de medina. We zijn niet verbaasd als hij ons de parfumwinkel van zijn ’vader’ binnenleidt. Als een volleerde verkoper begint hij een verhaal over hoe de parfum extracten worden onttrokken aan de bloemen. Na enige tijd lopen we ook hier zonder flesje parfum het pand weer uit. Ahmed loopt met ons mee tot het begin van de straat en wijst dan in welke richting we moeten lopen. Nu maar hopen dat we onze weg nog terug kunnen vinden in de wirwar van straatjes.

In het begin komt het ons nog bekend voor, maar na enig moment herkennen we niets meer. We lopen nog even op goed gevoel door, maar vragen dan toch we weg. We zijn erg uit de richting. Na een flinke wandeling komen we weer terug bij ons hotel. Bij een tentje op de hoek dat duidelijk niet gericht is op toeristen gaan we zitten om wat te eten. De Tunesische keuken doet haar naam eer aan, het is heerlijk. Vooraf krijgen we een bordje met olijven, olijfolie en harissa. Dat laatste is een Tunesische hete rode saus van pepers, tomaten, komijn, koriander en knoflook. De pasta en couscous die we daarna eten zitten ook vol met pepers. Het is heerlijk.

Nu we in Tunesië zijn willen we graag kamperen. Het weer zou warm genoeg moeten zijn om in een slaapzak te liggen en wat betreft de kosten zou het erg veel schelen. De volgende dag vinden we een camping in Nabeul, een kleine 100km vanaf Tunis. We zetten voor het eerst deze reis ons tentje op onder de sinaasappelbomen op het terrein. Een prachtig plekje. We zijn zo vroeg aangekomen dat we genoeg tijd hebben voor een wandeling op het nabijgelegen strand. Het waait en is best fris, maar heerlijk. We verbazen ons over de grote hoeveelheid vuilnis op het strand. Er ligt niet alleen vuilnis dat is aangespoeld. Het strand wordt duidelijk ook gebruikt als vuilstort.

We zijn in Afrika!Die avond eten we een heerlijke, zelf klaargemaakt pasta en kruipen we onze vertrouwde slaapzakken in. We hopen de komende dagen nog vaak te kunnen kamperen. Via internet vinden we de adressen van twee campings wat verder in het zuiden bij Sousse. We zetten de volgende ochtend koers naar het zuiden. Lange tijd rijden we vlak langs de kust. Het strand is niet zo breed en grenst aan een drassig stuk land met begroeiing en stilstaand water. De weg loopt daar direct naast. Ook langs de weg ligt veel vuilnis. Soms netjes in een stapeltjes naast elkaar, zo van de laadklep van de pick-up afgeschoven. De boomgaarden met olijfbomen liggen bezaaid met plastic zakjes, die door de wind steeds verder worden verspreid.

We nemen een ommetje via de binnenlanden. Weg van de zee verandert het landschap direct. Het is glooiender en droger. We rijden verder langs boomgaarden met olijfbomen, waar een rij cactussen als hek dienst doet. Hier en daar grazen schapen, steeds met een in bruin geklede herder erbij. We passeren diverse dorpjes waar het mooiste gebouw steevast de moskee is, met een hoge minaret die je al van veraf kunt zien.

Aan het begin van de middag rijden we Sousse binnen, een grote stad waar in de zomer veel toeristen verblijven. Het is druk in de stad. De rijvaardigheid die we in Italië hebben opgedaan komt hier goed van pas. Het is een spel van voorrang geven en nemen, waarbij wij vaak voorrang kunnen nemen omdat we net iets sneller zijn. Als we al een half uur dwars door de stad rijden, vinden we, op de plek waar een camping zou moeten zijn, alleen een overvolle jeugdherberg. We besluiten door te rijden naar Monastir waar ook een camping zou moeten zijn.

We zijn in Afrika!Als we Monastir binnen rijden zijn we meteen aangenaam verrast door het uitzicht. Het is een veel kleinere stad dan Sousse, langs een iets verhoogde, rotsige kust. Als de GPS aangeeft dat we bij de camping zijn, zien we alleen maar een vies strand en een speeltuin. Geen camping. Het is inmiddels te laat om door te rijden, dus gaan we toch op zoek naar een hotel. We worden hartelijk ontvangen in hotel Mezri. De receptionist komt meteen naar buiten om de garage open te doen zodat de motoren binnen kunnen staan. We besluiten twee nachten te blijven en bezoeken de volgende dag onder meer het dorpje en het mausoleum voor de eerste president van Tunesië.

Na twee rustige dagen in Monastir doen we opnieuw een poging om een camping te vinden. Op internet hebben we enthousiaste verhalen gelezen over Camping El Kahena bij Sfax. We rijden over een redelijk drukke doorgaande weg naar het zuiden. Hoewel we lekker doorrijden, worden we regelmatig ingehaald door nog sneller rijdende auto’s. Sommige auto’s blijven eerst een poos naast ons rijden om ons eens even goed te bekijken. Anderen halen ons zo strak in dat we bijna in de remmen moeten om ze niet te raken. Goed oppassen dus. De meeste snelle wagens komen we kort daarna weer tegen als we een dorpje inrijden en stuiten op de vele steile drempels. Die halen de snelheid er goed uit.

Tegen het middaguur zien we een man met drie stokbroden een pandje uitlopen. Wij hebben nog niet gegeten en stoppen even om brood en water te kopen. Aan de buitenkant van het pandje is niet te zien dat er een winkeltje is. We zien alleen een deur met een blauwe luifel, met op de betonnen stoep wat plastic manden en opgerolde tuinslangen. Als ik binnenstap, kijk ik in het vriendelijke gezicht van een dame en een meisje dat haar dochter zou kunnen zijn. Het is zeker een winkeltje. Op de grond voor de toonbank staan zakken met rijst en kruiden. We zijn in Afrika!Op de schappen achter de toonbank staan allerlei spullen, van wasmiddel en tandpasta en van pastasaus tot jam. Op de toonbank staan potten met snoepjes en ligt een rekenmachine die als kassa dient. Ik vraag om een brood en een fles water. Als ik wil afrekenen, zet de dame een pak sap op de toonbank. Die mag ik van haar meenemen voor onderweg. Als ik heb betaald, geeft ze me teveel wisselgeld terug en zegt dat het zo goed is. Nadat ik haar hartelijk heb bedankt en alle boodschappen heb weggeborgen, staan ze ons samen uit te zwaaien als we weg rijden. Weer een bijzondere ontmoeting.

Aan het eind van de middag geeft de GPS aan dat we de hoofdweg af moeten naar links, richting de zee. De weg wordt steeds kleiner en verandert op enig moment in een zanderig pad. Het heeft duidelijk geregend die dag want overal liggen diepe plassen met water. We stoppen om de weg te vragen naar de camping. Een groep bouwvakkers wijst ons allemaal verder richting de zee. Als we daar aankomen zien we geen camping. We vragen het opnieuw. Een jongen wijst ons naar rechts, langs de zee. We zouden het hoge gebouw vanzelf moeten zien. Niet veel later rijden we het terrein van hotel en camping El Kahena op. De eigenaar en zijn vrouw staan ons al op te wachten. We vermoeden dat ze door de mensen in het dorp al op de hoogte waren gesteld van onze komst. De garage gaat open en net voordat het heel hard begint te regenen parkeren we daar de motoren.

We zijn in Afrika!De eigenaar laat ons zien dat hij ook kamers heeft, met zeezicht voor een goede prijs. Met de regen die inmiddels stevig valt, is de keuze snel gemaakt, de tent blijft opnieuw in de tas. Die avond genieten we van een werkelijk heerlijke maaltijd, gekookt door de vrouw van de eigenaar. Het diner wordt geserveerd in een enorme eetzaal waar één tafeltje is gedekt, speciaal voor ons, de enige gasten in het hotel. Na het eten worden we nog uitgenodigd voor thee en praten we met de eigenaar over Tunesië, de gebruiken en gewoontes. Hij adviseert ons om naar Djerba te rijden, een eiland voor de kust van Tunesië.

De volgende ochtend starten we de motoren wat vroeger dan de laatste dagen, om in één keer naar Djerba te rijden. Het is ongeveer 300 km, waarbij we een groot deel over een drukke doorgaande weg rijden. Ook nu worden we weer vaak ingehaald en moeten we goed oppassen. Het is heel inspannend rijden. Op enig moment staan langs de kant van de weg tientallen stalletjes met souvenirs. Ieder stalletje is genummerd en verkoopt ongeveer hetzelfde; schalen, knuffels van kamelen, dadels en rieten manden. We vermoeden dat in de zomer de toeristenbussen hier stoppen voor de nodige inkopen. Ook nu worden de stalletjes druk bezocht door de Tunesiërs zelf.

We zijn in Afrika!Nog een stuk verder hangen langs de kant van de weg ineens overal dode schapen. Meer dan een kilometer lang zien we aan beide kanten van de weg restaurant na restaurant met op de stoep een rijtje dode schapen, opgehangen aan hun achterpoten met een rode vlek op de grond. Klaar om te worden gebraden op de barbecue die er net naast staat te roken. Als we stoppen om een foto te nemen, tilt een van de jongens het dode schaap boven zijn hoofd. Daarna wil hij op de foto met Peter. Het is een bijzonder gezicht, BBQ-street.

Ook vandaag rijden we het grootste gedeelte van de dag langs boomgaarden vol met olijfbomen. Het landschap verandert hoe verder we naar het zuiden rijden. We zien meer palmbomen en meer zandvlaktes begroeid met lage bosjes. Dat is zeker zo als we van de doorgaande weg afgaan richting het eiland Djerba.

Om het eiland te bereiken, moeten we met de veerboot. We worden door de politie langs de lange rij wachtende auto’s gestuurd en parkeren onze motoren vooraan in de rij. Op de veerboot trekken we veel aandacht. Jongelui met brommers komen een praatje maken over de motorinhoud of de banden. Een groepje kinderen staat bij hun moeder en oma aandachtig te kijken naar de helm met de microfoon. Zeker als Peter even wegloopt en wij met elkaar blijven praten via de intercom wordt daar hartelijk om gelachen. De oma, een prachtige geklede vrouw met zwarte handen van de henna, komt kijken naar de GPS om vervolgens verslag uit te brengen aan haar kleinkinderen wat dat toch is. Heel erg leuk.

Op Djerba zijn we inmiddels neergestreken in een hotelletje waar we de kerstdagen doorbrengen. Een vakantie in onze reis. De eerste twee dagen heeft het hier enorm gestormd. Die storm is nu gaan liggen en de zon is weer tevoorschijn gekomen. Inmiddels horen we de eerste vliegtuigen binnen komen met toeristen die de feestdagen hier in de zon doorbrengen.

We zijn in Afrika!Vanaf Djerba wensen we iedereen hele fijne kerstdagen en een gelukkig, liefdevol en gezond 2014!

Afgelegd afstand tot Djerba: 3405 km

Klik hier voor de foto’s.

Vorige bericht “Naar het eiland van groente en fruit” – Volgende bericht “Welcome to Libya!

| Leonie | AFRIKA, Tunesië

15 Reacties (Comments) - We zijn in Afrika!

  1. Martin

    Supercool

  2. Robert

    Mooi verhaal, look forward to the Libya story and border crossings

    Robert en Clary Van Den Hoven (Fearless on the Hubb)

  3. Frederike

    Dank voor de coole kamelen, wat attent 😉
    Ik geniet volop van de verhalen.
    Liefs,
    Frederike

  4. Lorenz (from Mamora camping in August 2013)

    Hi Leonie and Peter,

    all the best wishes for 2014 – everytimes a safe ride, health and fun! Enjoy your time!

    It’s very exciting to read your story about the tour. I like it very much. You get a lot of impressions and experiences, great. I’m waiting for the announced translations and the next stories.

    Take care,
    Lorenz

  5. Mip

    Hee lieve luitjes,

    Hopelijk hebben jullie een fijne kerst gehad! En ik ben benieuwd waar jullie het nietuwe jaar gaan inluiden :-).

    Over die fixers; die heb je echt alleen nodig in Egypte en als je met de boot naar Wadi Halfa gaat. Verder lekker zelf doen; de grenzen in Afrika zijn echt heel goed te doen.

    Heel veel plezier!
    x Mip

  6. erik

    Lieve schatjes jullie ook een super 2014

    Heel veel liefs XXX

  7. Sofie De Lille

    Ik moest luidop lachen toen ik de foto zag met jullie gezellig gedekte tafeltje in het nog gezelligere restaurant. Hilarisch!

  8. Enrico

    Peter en Leonie,

    Leuk die verslagen, grappig om te lezen en voor ons hier en daar herkenningspunten van plaatsen waar wij ook met een van onze vakanties zijn geweest. (Frankrijk, Italië en Tunesië)

    Fijne feest dagen en benieuwd waar jullie elkaar Nieuwjaar wensen 😉

  9. Ben en Anja

    Hallo Peter en Leonie.
    Jullie ook fijne kerstdagen. We genieten van jullie verslagen en leven met jullie mee. Een goede reis verder. Ben en Anja scheltens

  10. Jeff

    Hoi Peter en Leonie, wat een avonturen beleven jullie zeg, dat er nog veel mogen volgen. Fijne kerstdagen en alvast een gelukkig nieuwjaar!
    Gr Jeff

  11. Jan en Mariët

    Lekker dat jullie vooraan in de rij mochten.Heerlijk om weer een blog te lezen. Dikke kus!!

  12. Mieke Sinnige

    Na een gezellige 1e kerstdag met ons gezin, Dick en oma Nijssen wensen we jullie bijzondere kerstdagen in Djerba. Geniet er van. Gert en Mieke

  13. Klarinda

    Jullie ook fijne dagen gewenst. Wat een fantastische verhalen schrijf je leonie! We lezen ze met veel plezier. Goede reis verder.

  14. jan fokkes

    Jullie ook een fijne kerst . Wij genieten van jullie verhalen.

  15. Michiel Pas

    Leonie en Peter,

    Met heel veel plezier lees ik jullie verhalen. Ik reis met jullie mee. Fijn dat alles lekker loopt.

    Fijne feestdagen en mooie reis nog!!

    Groet Michiel