‘Avontuur’ in alle soorten en maten

Avontuur in alle soorten en matenNa opnieuw een bijzonder koude nacht bij de Drakensberg, vinden we het mooi geweest met het winterse weer. We dragen liever onze zonnebril, dan onze wollen muts en besluiten in één ruk naar de kust te rijden, op zoek naar beter weer. Een goede beslissing, want eenmaal bij de Indische Oceaan is het een stuk aangenamer. Hoewel de Zuid-Afrikanen het zelf nog bitter koud vinden en klagen over de koudste winter in 20 jaar, is het voor ons Hollanders prima vertoeven. Het voelt als een zonnige lente dag met een fris windje. De handvatverwarming kan uit en de regenpakken die we droegen tegen de kille wind kunnen weer in de tas.

Met de temperatuur is ook het landschap veranderd. Alles is fris groen en staat volop in bloei, een heel verschil met de goudgele landerijen waar we eerder langs reden. Na een lange dag zetten we onze tent neer bij een camping in Umkomaas op een fris groen grasveld onder hoge palmbomen. Vanaf de camping kijken we uit over de zee en horen we hoe de golven kapot slaan op het strand. Hoewel het vakantie is in Zuid-Afrika, is het rustig op de camping. Afgezien van wat vaste gasten, die ons vanachter de siergordijnen in hun sta-caravan nauwlettend in de gaten houden, zijn we de enige kampeerders. We vallen die avond in slaap met het geluid van de zee op de achtergrond, zonder extra deken dit keer.

Avontuur in alle soorten en matenDe dag erna rijden we een klein stukje verder, naar Port Shepstone. De weg slingert vanaf Umkomaas langs de kust. Voor het eerst sinds Europa komen we weer andere motorrijders tegen die, net als wij, de bochten kunnen waarderen. Zoals we thuis gewend zijn, groeten we ze door onze hand in de lucht te steken. De begroeting wordt beantwoord met een korte knik van het hoofd, terwijl ze met beide handen stevig hun stuur blijven vasthouden. Wij groeten ook wel eens met een enkel knikje, maar eigenlijk alleen als we op dat moment ons stuur niet los kunnen laten. We maken er een sport van om de andere motorrijders te verleiden om toch hun hand op te steken en gaan steeds uitbundiger zwaaien. Maar de hoofdknik is hier kennelijk veel ’cooler’ dan de handgroet, want we komen niet verder dan twee vingers die even van het stuur worden opgetild.

Langs de hele kust staan grote huizen die vanaf de heuvels een prachtig uitzicht hebben over de zee. Vaak zijn het bungalows met maar één etage die zijn gebouwd in een grote tuin vol tropische bomen en planten. Het is zonder meer een prachtige plek om te wonen. Het enige wat ons daarvan weerhoudt zijn de tralies voor de ramen en het elektrische hek rond de tuin met daarop de verwijzing naar de ’Armed Response’, de gewapende beveiligers die zullen uitrukken zodra vanuit de woning op de ’panic button’ wordt gedrukt. Net als in veel andere landen in Afrika, is het ook hier de gewoonste zaak van de wereld om je huis op deze manier te Avontuur in alle soorten en matenbeveiligen tegen ongewenste bezoekers. Op ons komt het nog steeds wat vreemd over. We vragen ons regelmatig af of het echt overal zo gevaarlijk is of dat het inmiddels gewoonte is geworden om deze mate van beveiliging te hanteren. We spreken zachtjes de wens uit dat het in Nederland niet zo ver zal komen dat we allemaal wonen achter een hoge muur met een elektrisch hek.

In Port Shepstone vinden we bij The Spot Backpackers een leuke kampeerplek direct aan zee. Zodra de tent staat, lopen we met de verrekijker het strand op om te zoeken naar walvissen. In deze periode van het jaar trekken Bultruggen langs de kust van Zuid-Afrika. Ik heb nog nooit een walvis gezien en had dat op mijn lijstje gezet voor deze reis. En we hebben geluk, want zodra we door de verrekijker de horizon afzoeken, zien we her en der walvissen die via het ademgat op hun kop uitblazen en daarmee water de lucht in spuiten. Er moeten heel veel Bultruggen zwemmen voor de kust, want we zien overal ’stoomwolkjes’ uit het water omhoog komen. En het wordt nog beter, want een aantal van hen springt zelfs hoog uit het water om daarna bijna in slow-motion met een luide plof weer in het water te vallen. Geweldig!

Avontuur in alle soorten en matenBultruggen zijn niet de enige beesten die nu voor de kust van Zuid-Afrika rondhangen. Rond deze tijd van het jaar trekken ook miljoenen sardines langs de kust naar het oosten. Het gaat om grote scholen van soms wel een aantal kilometer lang. Wat betreft de omvang wordt de sardinetrek vergeleken met die van de gnoes in Oost-Afrika. Al die visjes trekken op hun beurt grote aantallen roofdieren aan, zoals haaien, dolfijnen, robben, tonijn, zwaardvissen en soms zelfs orka’s. De school sardines wordt door de samenwerkende rovers naar de oppervlakte gedreven waar ze allemaal tegelijkertijd aanvallen. Vanuit de lucht worden de visjes op dat zelfde moment belaagd door grote groepen jan-van-genten, aalscholvers en pelikanen. Een bijzonder natuurfenomeen waar vanuit de hele wereld filmploegen en duikers op af komen.

Het is wetenschappers nog steeds niet helemaal duidelijk wat hun trek bepaalt, waardoor het buitengewoon moeilijk is om te voorspellen waar en wanneer de sardines zich laten zien. Soms laten ze zich zelfs een heel seizoen niet zien. Langs de hele Zuid-Afrikaanse oostkust houden liefhebbers het water in de gaten, iedere activiteit wordt via social media de wereld in gestuurd. Om de trek niet te missen, slaan duikscholen massaal hun kamp op in Port St Johns van waaruit ze iedere dag het water op gaan. De tientallen boten met duikers houden elkaar op de hoogte. Zodra de jan-van-genten van hoog uit de lucht het water in duiken, is dat een teken dat de sardines door de dolfijnen bijeen zijn gedreven tot een grote aasbal. Dat is het moment voor de duikers om het water in te gaan en met een duikbril en snorkel een kijkje onder water te nemen.

Avontuur in alle soorten en matenHoewel wij wel eens beelden van de sardinetrek hadden gezien op televisie, wisten we niet dat de visjes precies rond deze tijd voor de Zuid-Afrikaanse kust rond hingen. Dat werd ons pas duidelijk toen we weer een stukje verder naar het westen ons tentje opzetten in Port St Johns en de eigenaar van Jungle Monkey Backpackers ons over de sardinetrek vertelde. Enthousiast door zijn verhalen, belden we een duikschool om te vragen of ze misschien nog een plekje hadden op één van hun boten. Nu we hier toch zijn, kunnen we best een poging wagen ook iets van de trek te zien. En we hebben geluk, want ze hebben inderdaad nog twee plekken beschikbaar.

De dame aan de andere kant van de lijn waarschuwt dat we de hele dag op de boot zullen zitten en tussendoor niet terug zullen keren naar vaste wal, ook niet als één van ons zeeziek wordt. Daarna legt ze uit dat we, zodra we het water in springen, zullen zwemmen tussen haaien die in grote aantallen op de sardines afkomen. Ze vraagt ons of we ons daar comfortabel bij voelen. Ik moet even slikken en krijg rode konen van haar vraag. Ik word vaak zeeziek en vind het best spannend om zomaar de open zee in te springen, juist vanwege haaien. Toch wil ik dit avontuur wel aan gaan. Als al die duikers iedere dag meerdere keren zonder angst het water inspringen om tussen de haaien naar de sardines te kijken, dan hoef ik ook niet bang te zijn. Toch? Met een kleine tinteling in mijn buik reserveer ik toch twee plaatsen in de boot.Avontuur in alle soorten en maten

De volgende ochtend melden we ons in alle vroegte bij de duikschool waar we alle benodigde kleding krijgen. Met vijf andere duikers en een instructeur stappen we in een grote rubberboot waarop twee enorm sterke motoren zijn bevestigd. Er is geen haven in Port St Johns, dus de schipper moet de boot vanuit de riviermonding door de branding manoeuvreren om op zee te kunnen komen. Uitgerekend vandaag is de zee bijzonder ruw, de golven zijn metershoog. We krijgen strenge instructies van de schipper hoe we ons moeten vasthouden. Het is gevaarlijk om in deze ruwe branding uit de boot te vallen, niet alleen vanwege de hoge golven, maar ook vanwege de haaien. In helder water leveren haaien meestal geen problemen op voor duikers, maar in het troebele water gebeuren regelmatig ongelukken omdat de haaien niet zien waar ze in bijten. Blijven zitten dus en niet uit de boot vallen!

Na een aantal mislukte pogingen om door de branding te komen, keren verschillende boten alweer terug. Onze schipper blijft het proberen en krijgt het na 1,5 uur toch voor elkaar om door de branding te varen en op open zee te komen. De ontlading op de boot is groot als we aan de andere kant van de branding zijn. Het was een bijzonder spectaculaire doorsteek, die het geld al meer dan waard is! Vol goede moed gaan we op zoek naar duikende jan-van-genten. Avontuur in alle soorten en matenWe varen langs de kust en zien uiteindelijk één keer hoe dolfijnen en jan-van-genten zich verzamelen. Helaas zwemt de aasbal in het troebele water, waar het voor ons te gevaarlijk is. We zoeken geduldig verder, varen grote afstanden langs de kust en dobberen in afwachting van nieuws van andere boten. Ook op open zee zijn de golven heel hoog en nadat de adrenaline van de rit door de branding is uitgewerkt, ben ik het grootste deel van de dag behoorlijk zeeziek. Zeker als we dobberen, moet ik verschillende keren over de rand hangen. Ik ben stiekem best opgelucht als de schipper aan het eind van de middag aankondigt dat we terugkeren. Niet in de laatste plaats omdat ik inmiddels allerlei visioenen had over hongerige haaien die mijn kant op zwommen, in plaats van richting de sardines. Het was precies genoeg avontuur voor één dag.

Avontuur in alle soorten en matenDe volgende dag stappen we weer gewoon op de motoren voor een paar dagen rustig toeren. De eerste dag rijden we nog langs de kust naar Chintsa, maar daarna laten we de oceaan achter ons en rijden we de binnenlanden van Zuid-Afrika weer in. Als je enkel aan de kust van Zuid-Afrika verblijft, zou je het idee kunnen krijgen dat je in een buitengewoon welvarend land bent. Maar schijn kan bedriegen, want zodra we de kust met haar luxe huizen en grote auto’s achter ons hebben gelaten, rijden we het ’andere’ Zuid-Afrika binnen waar een groot deel van de bevolking nog steeds onder primitieve omstandigheden in enorme ’townships’ woont. De townships ontstonden tijdens de apartheid toen de niet-witte bevolking uit de steden werd verdreven naar speciaal daarvoor aangewezen leefgebieden. Hoewel de apartheid al meer dan twintig jaar geleden werd afgeschaft, leeft nog steeds een groot deel van de bevolking in de townships. Je vindt de wijken met de kleine gekleurde huisjes niet alleen rond de grote steden als Johannesburg en Pretoria, maar feitelijk aan de rand van ieder dorp en ieder stadje. Er wordt hard gewerkt aan het verbeteren van de leefomstandigheden in de townships. In het hele land worden de golfplaten krotten vervangen door stenen huisjes die zijn voorzien van elektriciteit en een zonneboiler voor warm water. Toch zal het nog enige tijd duren voordat alle miljoenen inwoners van de townships van die verbeteringen kunnen profiteren en Zuid-Afrika echt voor welvarend land door kan gaan.

Avontuur in alle soorten en matenIn het binnenland rijden we weer langs uitgestrekte boerderijen en private natuurparken waar liefhebbers zebra’s, antilopen en soms ook grote katten zoals leeuwen houden. We verblijven twee nachten op een mooie camping in Addo en rijden dan verder naar de ingang van het natuurpark “The Baviaanskloof Nature Reserve”. Er loopt een onverharde weg door het park en de gorge van de ’Grootrivier’ die ons door verschillende andere motorreizigers was aangeraden.

Nadat we in Addo boodschappen hebben gedaan en onze tank hebben gevuld, komen we aan het eind van de ochtend bij de ingang van het park. Op een bord is te zien dat het ongeveer 41km rijden is naar Camping Rooihoek. Een afstand die we normaal gesproken over de verharde weg in een klein half uur afleggen. Op het bord is echter aangegeven dat het over de onverharde weg door het park maar liefst 3 uur rijden is vanaf de ingang, waarbij ze dus uitgaan van een gemiddelde snelheid van 14 kilometer per uur. Dat is niet snel en zal alles te maken hebben met de slechte staat van de weg. Maar we hebben nog de hele middag om er te komen dus dat zou geen problemen moeten opleveren.

Avontuur in alle soorten en matenWe rijden het park binnen en volgen een mooie gravelweg de heuvels in. We hebben inmiddels alweer flink wat kilometers gereden vanaf Addo en moeten zo langzamerhand gaan denken over het bijvullen van onze benzinetanks. Normaal gesproken hebben we altijd extra benzine bij ons, maar uitgerekend gisteren hebben we de grote 6,5 liter jerrycans leeg gegooid. We dachten dat we in de Baviaanskloof door verschillende dorpjes zouden rijden, maar de enige huisjes die we aan deze kant van het park zien zijn verlaten. We besluiten door te rijden en te proberen benzine te krijgen bij de campings verderop in de kloof.

Een eindje verder stuiten we op een gesloten slagboom. Een mannetje komt uit zijn wachthok en vraagt ons naar onze vergunning. “Vergunning? Die hebben we toch niet nodig voor de openbare weg?”, vragen we hem. Hoewel het inderdaad een openbare weg is, moeten we wel een vergunning kopen om door het park te rijden. Gelukkig kunnen we die bij hem krijgen en hoeven we niet om te draaien. Terwijl hij de tickets voor ons uitschrijft, vraag ik hem waar we benzine kunnen kopen. Hij trekt een moeilijk gezicht en legt uit dat we voor benzine terug moeten rijden naar het dorp waar we die ochtend doorheen kwamen. Dat is te ver terug. We zijn er niet helemaal gerust op, zeker nu de grote jerrycans leeg zijn, maar besluiten toch door te rijden. Als we langzaam rijden gebruiken we toch niet zoveel benzine. En vanaf hier is het nog maar 20km naar de camping, wie weet wat we daar weer allemaal kunnen krijgen.

Avontuur in alle soorten en matenWe rijden onder de geopende slagboom door het park in. De gravelweg is hier duidelijk niet zo goed meer als in het eerste gedeelte en heeft diepe gleuven die door water zijn uitgesleten. Geen wonder dat gewone personenauto’s op dit deel van de route niet zijn toegestaan. Vooral de stukken met losliggende stenen zorgen ervoor dat we onze gedachten goed bij de weg moeten houden. We rijden over de smalle weg langs een steile afgrond omhoog de heuvels in. Vanaf daar hebben we een prachtig uitzicht over het park en de kloof die daar doorheen loopt. Het waait hard en op sommige punten moeten we ons stuur goed vasthouden om niet van de weg af te raken. Als we nu een andere motorrijder tegenkomen zou een hoofdknik moeten volstaan.

Na de slagboom komen we één andere auto tegen, verder zien we helemaal niets of niemand. Aan het eind van middag zien we een bordje dat verwijst naar Camping Rooihoek. Er is een slagboom geplaatst over het pad naar de camping, met daarop een bordje waarop staat “campers only”. Wij zijn kampeerders, dus we mogen vast naar binnen. We doen de slagboom open, rijden het pad in en laten de slagboom achter ons weer zakken. Avontuur in alle soorten en matenVia het smalle pad rijden we door een dichtbegroeid bos met lage groene struiken de heuvel af tot we een paar kilometer verder een kampeerterrein op rijden. We willen in eerste instantie nog zoeken naar de receptie, maar zien al snel dat die er niet is. Het is een natuurcamping met enkel een ’longdrop’ (een gat in de grond) als toilet, zonder andere voorzieningen. Er is zelfs geen stromend water.

En dat laatste doet ons even verschieten, want we zijn dit keer niet alleen met te weinig benzine op pad gegaan, maar ook vertrokken zonder extra water te kopen. We hadden die ochtend zelfs onze drinkzakken niet helemaal gevuld en hebben het water dat daar in zat inmiddels opgedronken. We hebben genoeg eten bij ons, maar als we geen water hebben om de rijst te koken wordt ook dat een beetje lastig. Het is inmiddels te laat om nog door te rijden naar een andere plek in de hoop dat we daar wel water kunnen krijgen. Er zit niet anders op, dan als ware avonturiers water uit de rivier te zuiveren om te eten en te drinken.

Terwijl ik deze keer de tent opzet, vult Peter onze afwasbak met water uit de rivier. Met ons waterfilter filtert hij het vuile water en vult hij al onze waterzakken tot we genoeg hebben om te koken, te drinken en zelfs tanden te poetsen. Avontuur in alle soorten en matenWe gebruiken het waterfilter wel vaker, maar eigenlijk alleen om het niet-drinkbare water uit de kraan te zuiveren. We hadden het nog niet eerder voor het veel vuilere rivierwater gebruikt. Dit voelt toch net iets avontuurlijker. Met een volle maag en een warme kop thee genieten we in onze stoelen van de prachtige sterrenhemel.

Met water in onze drinkzakken, vertrekken we de volgende ochtend na een uitgebreid ontbijt voor de tweede dag door de Baviaanskloof. Ook vandaag komen we maar één andere auto tegen, er zijn in dit deel van de kloof geen dorpjes, winkeltjes of boerderijen. Het is een prachtige route, nog mooier dan de eerste dag, met een lange doorwading door de rivier en prachtige vergezichten. Aan het begin van de middag leveren we onze vergunning in bij het tweede checkpoint. We vragen de dame aan de poort waar we benzine kunnen krijgen en ook zij trekt weer een moeilijk gezicht. In de Baviaanskloof is volgens haar geen benzine te krijgen.

Buiten het afgesloten gedeelte van het park, komen we voor het eerst sinds lange tijd weer wat boerderijen tegen. Het zijn stuk voor stuk prachtige oude panden die hier door de eerste emigranten moeten zijn gebouwd. Net als in Pilgrim’s Rest is het niet moeilijk om voor te stellen hoe pioniers per huifkar door de kloof trokken op zoek naar een geschikt stuk landbouwgrond.

Op ons dashboard zien we ondertussen hoe de benzinetank steeds leger wordt. Avontuur in alle soorten en matenWe proberen bij de twee buurtwinkels in de Baviaanskloof tevergeefs benzine te krijgen. Iedereen verwijst ons naar Willowmore, een stadje ruim 90km verderop. We gooien onze kleine 2 liter-jerrycans leeg in de tanks en verdelen ook het laatste restje benzine uit ons kookstelletje. Met de neus op het stuur rijden we zo constant mogelijk richting Willowmore. Met samengeknepen billen heuvel op en met ingeknepen koppeling weer naar beneden zo weinig mogelijk benzine te gebruiken. De opluchting is groot als we aan het eind van de dag eindelijk op onze laatste druppels benzine Willowmore in rijden. En zo kon het gebeuren dat, net toen we dachten inmiddels ervaren reizigers te zijn, een lekker tochtje door het park ineens toch een groot avontuur werd.

Afgelegde afstand tot en met Willowmore: 25.225km

Klik hier om de foto’s te bekijken.

Vorige bericht “Het wilde zuiden” – Volgende bericht “Mees Suidelike Punt

| Leonie | AFRIKA, Zuid-Afrika

5 Reacties (Comments) - ‘Avontuur’ in alle soorten en maten

  1. Jan en Mariët

    He gelukkig; eind goed al goed!! Liefs

  2. Celine en Leon

    Vanaf het woordje bultrug heb ik het verslag ademloos en met open mond zitten lezen; GA-HA-HAAF! En dan die foto’s….een van mijn favorieten was moe niet stelen nie en die met de doorwaadbare plek, waar jullie allebei op staan?! Geweldig blog.

    Dikke kus

  3. Erik Keune

    Mooi verhaal weer. Ik dacht even dat je met een cliffhanger wilde eindigen, zo van lees de volgende keer hoe dit afloopt :-)

    Maar het kwam toch nog goed, gelukkig xxx

  4. Ben en Anja Scheltens

    Wat een avontuur! Je beschrijft het ook zo spannend met een gelukkig eind. Heel veel plezier verder. Gr. Ben en Anja

  5. deon

    The Baviaanskloof is a gem in the Eastern Cape and a great ride on a bike. Did it on a Yamaha XT660 two years ago. keep the stories coming. Have you bought any biltong again?
    Regards Deon Lara and kids(Knysna)