Mees suidelike punt

Mees suidelike puntNadat we in Willowmore alle tanks en jerrycans weer met benzine hebben gevuld, vinden we via de pomphouder een slaapplek in het stadje. Hij stuurt ons naar Jumpers Place, een hostel voor motorrijders dat wordt gerund door zijn dochter Lisa en haar man Rony. Een goede tip, want die avond kruipen we na een gezellige avond met enorme T-bone steaks, iets te veel biertjes en veel motorpraat pas laat in ons stapelbed. De volgende ochtend krijgen we van Rony een ’mannen-ontbijt’ met eieren, spek, bonen en toast, waarna hij ons wijst hoe we vanuit Willowmore binnendoor naar de kust kunnen rijden.

We volgen vanuit Willowmore eerst de grote weg naar Uniondale. Het is fris en begint zachtjes te regenen. Aan de horizon is de lucht nog veel donkerder, dus we halen toch onze regenpakken maar weer uit de tas. En dat is maar goed ook, want nog geen tien minuten later komt het met bakken uit de lucht. In Uniondale verlaten we de doorgaande weg en rijden we binnendoor naar het plaatsje Avontuur, waar we een gravelweg oprijden in de richting van Knysna. De weg is afgesloten voor doorgaand verkeer vanwege een vrachtwagen die een paar kilometer verderop is gekanteld. We overtuigen de mannen bij de wegversperring dat wij met onze smalle motoren waarschijnlijk wel langs de vrachtwagen kunnen rijden en mogen alsnog doorrijden. Fijn, want dit is veel leuker dan via de snelweg naar de kust.

Mees suidelike puntWe rijden via de smalle weg de heuvels in, steeds hoger, tot we de laag hangende bewolking inrijden. Door de dichte mist hebben we maar een paar meter zicht, het dal naast de weg is niet te zien. Het is alsof we door een tunnel rijden met aan de rechterkant de zwart-bruine berg en aan de linkerkant een witte laag watten. Na een paar kilometer komen we langs de gekantelde vrachtwagen. De weg is zo smal dat we niet begrijpen hoe de wagen hier heeft kunnen komen, laat staan hoe de bak hier ooit weer weg komt. We passen met de motoren inderdaad langs de gekantelde cabine en kunnen deze weg gewoon naar de kust blijven volgen. Fijn!

Het heeft hier al flink geregend waardoor de weg op sommige stukken behoorlijk glad is. Zeker in de bochten moeten we erg oppassen dat we niet net als de vrachtwagen op onze zijkant glijden.
We rijden in slakkengang verder. De regen is inmiddels veranderd in motregen en dat is misschien nog wel vervelender, omdat de kleine druppeltjes in dit tempo niet van ons vizier afwaaien. Om de weg te kunnen zien, moet we allebei ons vizier open houden. Met een nat en koud gezicht rijden we door de smalle Keurbooms gorge. Aan het begin van de middag stopt het met miezeren en zien we eindelijk weer wat blauwe lucht. Voor het eerst kunnen we ook het dal inkijken en wat zien van het mooie gebied waar we doorheen rijden. De kleuren in het dal zijn prachtig, verschillende kleuren groen, met daartussen fel gele, paarse en oranje bloemen. Doordat de weg is afgesloten, komen we geen ander verkeer tegen en kunnen we midden op de weg stoppen om foto’s te maken.

Mees suidelike puntAan het eind van de middag komen we aan in Knysna, een prachtige plaats aan de ’Wild Coast’ met een uitgestrekte baai en huizen hoog op de kliffen die uitkijken over de oceaan. Het weer is te slecht om meteen alles te bekijken, dus we brengen de rest van de dag door in de tent met een filmpje op de laptop. We komen alleen even naar buiten om te koken. De volgende ochtend is het een stuk opgeklaard en kunnen we zelfs ontbijten in de zon. We raken aan de praat met onze Zuid-Afrikaanse buren Deon en Lara en hun kinderen. Deon rijdt zelf ook motor en zoals altijd geeft dat genoeg stof om over te praten. We krijgen een rondleiding door de prachtig vouwwagen die Deon zelf heeft gebouwd en buigen samen over de kaart van Zuid-Afrika voor de beste route richting Kaapstad.

Een leuke ontmoeting die we niet snel zullen vergeten, omdat Deon ook degene is die ons kennis laat maken met ’biltong’. Deze typisch Zuid-Afrikaanse snack bestaat uit gekruid, gedroogd vlees en wordt meestal gemaakt van rundvlees of wild. Biltong is net als de ’braai’ (de BBQ) en het ’bakkie’ (een pick-up) niet weg te denken uit het leven van de Zuid-Afrikanen. Dat blijkt ook wel als Deon watertandend vertelt over zijn adresje voor de lekkerste biltong en over de keer dat hij in een half uur een kilo biltong at toen bleek dat hij de snack niet mee mocht nemen in het vliegtuig. Als hij hoort dat wij nog nooit biltong hebben geproefd, haalt hij direct twee vacuümverpakte zakjes uit zijn auto. Het is donkerbruin, taai en ziet er eerlijk gezegd een beetje uit als hondenvoer, maar het smaakt bijzonder goed! Mees suidelike puntDe zakjes zijn diezelfde dag nog leeg!

Nu het wat beter weer is, rijden we alsnog een rondje door Knysna. Het plaatsje is gebouwd aan een baai die met een smalle kloof is verbonden met de open zee. Het is alsof een toegangspoort is uitgehakt in de steile kliffen. De kliffen naast de kloof staan bekend als ’The Heads’ en zijn berucht vanwege het grote aantal schepen dat op weg naar Knysna verging in het ruwe water. Op ’The Heads’ staan prachtige grote villa’s met een onbetaalbaar uitzicht over de oceaan, de kloof en de baai daarachter.

Vanaf Knysna rijden we langs de kust verder naar Mosselbay, de plaats waar al in 1488 de eerste  Europeanen voet aan wal zetten in Zuid-Afrika. Al moet ik eerlijk toegeven dat dit niet de reden was dat wij naar Mosselbay reden. Dat kwam vooral omdat we in onze reisgids hadden gelezen dat Mosselbay na Hawaii het mildste klimaat ter wereld heeft! Een prima plek om twee dagen neer te strijken. We vinden een slaapplaats bij Mosselbay Backpackers en verruilen onze slaapmatjes in de tent voor een bed in één van hun kamers. Ook wel even lekker.

Mees suidelike puntVanaf het hostel maken we de volgende dag een wandeling langs de kust. De zon schijnt en er staat een lekker windje. We zijn zeker niet de enigen die buiten genieten van het mooie weer. In de branding liggen surfers te wachten op een goede golf, op de rotsen staan vissers te staren naar hun lijn en op de terrassen zitten toeristen al vroeg te genieten van een witte wijn. We volgen een wandelpad langs de kliffen. Op de rotsen zitten klipdassen, ’dassies’ in het Afrikaans. Ze warmen zich op in de zon, maar schieten vlug de struiken in als we langs lopen.

Net als in Port Shepstone gaan wij ook hier op zoek naar walvissen. In deze tijd van het jaar zouden we hier vooral Zuidkapers moeten kunnen zien. Op een bord is vermeld hoe we de Zuidkapers kunnen herkennen aan de vorm van hun staart, de witte zeepokken op hun kop en de dubbele “stoomwolkjes” die ze uitblazen. Ook vandaag blijkt het makkelijker om ze te vinden dan we hadden gedacht. Vanaf de top van de klif hebben we niet eens een verrekijker nodig om de V-vormige stoomwolkjes te zien. Net buiten het dorp liggen onder aan de kliffen maar liefst vier walvissen bij elkaar in het water. Een uur lang zien we hoe ze onder water duiken en weer bovenkomen, op hun zij rollen, over elkaar heen zwemmen. Mees suidelike puntHet is alsof ze dansen of spelen. Met veel te veel foto’s van spelende walvissen en een glimlach op ons gezicht lopen we aan het eind van de middag weer terug naar het hostel.

Vanuit Mosselbay volgen we de dag erna eerst een poosje de snelweg tot we bij de afslag komen die Deon ons had aangeraden. Vanaf Heidelberg rijden we dan via verschillende gravelwegen in de richting van Cape Agulhas. Het is een prachtige route langs uitgestrekte groene akkers met hier en daar een akker met geel bloeiend koolzaad. Halverwege de middag komen we door het plaatsje Malgas waar we de ’Breederivier’ moeten oversteken. En dat gaat hier niet met een brug, maar met een veerpont die vaart op pure ’mankracht’. De veerpont wordt naar de overkant gebracht door twee sterke mannen. Ze hebben een band op hun borst die met een ketting is bevestigd aan het touw dat over de rivier is gespannen. Als ze met hun volle gewicht in de band om hun borst gaan hangen, komt de pont langzaam in beweging. Ze trekken een stukje, maken dan de ketting opnieuw aan het touw vast en trekken de pont nog weer een stukje verder. Het klinkt als slavenarbeid en zo ziet het er ook een beetje uit. Mees suidelike puntIk ben dus stiekem best blij dat we maar twee lichte motoren hebben en niet in een grote overland truck door Malgas wilden.

De overtocht gaat niet zo snel, dus we hebben uitgebreid de tijd om foto’s te nemen, een praatje te maken met de ’trekkers’ en de borden te lezen die op de pont zijn bevestigd. Net als de namen van veel dorpen en rivieren, zijn ook veel borden langs de kant van de weg in het Afrikaans. Zeker op het platteland wordt nog steeds meer Afrikaans gesproken dan Engels. De borden op de veerpont kunnen we zonder problemen begrijpen, zeker als je de woorden uitspreekt zoals ze zijn geschreven. Ook het gesproken Afrikaans is voor ons goed te begrijpen. Het gebeurt regelmatig dat we in het Afrikaans worden aangesproken als mensen horen dat we Nederlands tegen elkaar spreken. Als wij dan langzaam Nederlands praten en zij langzaam Afrikaans, kunnen we zonder problemen met elkaar praten. Het klinkt een beetje als een ouderwets Nederlands dialect. Ik denk zelfs dat je je hier nog het best verstaanbaar kunt maken in plat Volendams.

Eenmaal aan de overkant van de ’Breederivier’ rijden we vanaf Malgas over de gravelwegen verder naar Bredasdorp waar het asfalt weer begint. We slaan linksaf en rijden in één rechte lijn naar het zuiden tot we in Struisbaai weer bij de Indische Oceaan komen. Het is bewolkt en het ziet eruit alsof het ieder moment kan gaan stormen. Mees suidelike puntAan de kust ziet dat er toch altijd indrukwekkender uit dan elders, met hoge golven vanaf zee, grijze lucht die steeds donkerder wordt en een vuurtoren die langzaam in de mist verdwijnt. We rijden nog een klein stukje naar het zuiden tot we niet meer zuidelijker kunnen gaan en in Cape Agulhas op het ’Mees Suidelike Punt’ van Afrika zijn!
Op het uiterste puntje van het Afrikaanse continent, daar waar de Indische Oceaan en de Atlantische Oceaan samen komen, laten we ons bij het monument vereeuwigen.

Terug in Struisbaai zetten we onze tent op bij Cape Agulhas Backpackers, waar we hartelijk worden ontvangen door Erin. Ze vertelt honderduit over alles wat in de omgeving te doen is. Nadat ze ons eerst een lokaal gebrouwen biertje in de hand heeft gedrukt, geeft ze ons de sleutel van haar ’bakkie’ om met haar auto naar de zonsondergang te gaan kijken bij het scheepswrak dat voor de kust ligt. Daar zeggen we geen ’nee’ tegen. Eenmaal aan de kust is de zon al verdwenen achter de dikke bewolking, maar ook de stormachtige lucht boven het gestrande schip is het ritje naar de kust meer dan waard.Mees suidelike punt

Terug in het hostel maken we kennis met de Australische Nicholas. Hij kocht bij aankomst in Zuid-Afrika een tweedehands bakkie, dat hij met een matras en gordijntjes omtoverde tot tijdelijke slaapplaats. De komende maanden reist hij in zijn bakkie door Zuidelijk Afrika totdat hij de auto weer verkoopt en terug naar huis vliegt. We wisselen tips en verhalen uit, drinken nog een lokaal gebrouwen biertje en zingen luid mee met de swingende liedjes die de lokale band op gitaar en mondharmonica speelt.

De volgende dag rijden we vanuit Struisbaai binnendoor naar Hermanus, deze keer volgens de aanwijzingen van Erin. Een mooie route door Cape Agulhas National Park en door het dorpje Elim, waar nog een groot aantal huisjes van de eerste Europese emigranten bewaard is gebleven. Via Gansbaai en Stanford komen we rond de lunch aan in Hermanus. Het prachtig gelegen stadje is dé plek om walvissen te spotten. De baai in Hermanus is direct vanaf de kust erg diep, waardoor walvissen heel dichtbij komen. Mees suidelike puntSoms zwemmen ze maar vijf meter uit de kant. De baai wordt door de Zuidkapers gebruikt als paringsgebied. Met een broodje in de ene hand en de verrekijker in de andere zien we vanaf het uitkijkpunt de ene na de andere walvis. Dachten we in Mosselbay verwend te zijn met drie walvissen, zien we er nu minstens 10. Ze steken hun kop uit het water, flapperen met hun borstvinnen en heffen hun staart hoog uit het water. Nu ze zo dichtbij zijn kunnen we ook het geluid horen dat ze maken als ze uitblazen. Heel indrukwekkend!

Na een hele lange lunch en heel veel walvissen, rijden we vanuit Hermanus naar de R44 om via de zogenaamde Clarence Drive richting Kaapstad te rijden. Het zou één van de mooiste kustwegen van Zuid-Afrika moeten zijn. We zijn nog een beetje sceptisch over deze titel als we via Betties Bay naar het westen rijden, maar zodra we in Rooiels vanuit de heuvels weer bij de kust komen, zijn we allebei even stil van het werkelijk prachtige uitzicht. De weg kronkelt zo ver we kunnen kijken met geweldige bochten langs de schuine hellingen. Mees suidelike puntDe zon begint al te zakken en dat maakt het uitzicht alleen nog maar beter. De kust doet denken aan de Amalfi kust in Italië waar we aan het begin van deze reis langs reden en verdient zonder meer een plek op de lijst met mooiste kustwegen van Zuid-Afrika.

We slapen die avond bij een hostel in Simons Town. Het is voorlopig onze laatste tussenstop voordat we neerstrijken in Stellenbosch om daar op de camping te passen. Maar zo ver is het nog niet, want er is nog één plek waar we naartoe rijden voordat we onze motoren voor een paar weken parkeren: Kaap de Goede Hoop! Vanuit Simons Town volgen we de prachtige kustweg aan de oostkant van het Kaapse Schiereiland naar het zuiden. Terwijl de lucht steeds donkerder wordt door een aanzwellende storm, rijden we door het natuurparkMees suidelike punt richting de uiterste punt waar we onze motoren pontificaal parkeren naast het monument. Daar staan we dan, met de wind in ons haar en een trotse glimlach op ons gezicht, naast onze motoren bij ’Kaap die Goeie Hoop’! Te gek!

Afgelegde afstand tot en met Kaap de Goede Hoop: 26.056km (16.190 miles)

Klik hier om de foto’s te bekijken

Vorige bericht “‘Avontuur’ in alle soorten en maten” – Volgende bericht “Een huis in Afrika

| Leonie | AFRIKA, Zuid-Afrika

3 Reacties (Comments) - Mees suidelike punt

  1. Mieke

    Nou Leonie en Peter, trots mogen jullie zeker zijn, op de route zoals jullie die hebben gereden tot aan dit punt en op de manier waarop jullie ons laten mee genieten. Supertrots op jullie!

  2. Erik Keune

    Bedoel natuurlijk biltong maar heb auto correctie op mijn telefoon :-(

  3. Erik Keune

    Lekker he biltong, ik heb nog een stukje in de koelkast liggen. Een vriend van me neemt het zo af en toe mee uit Zuid Afrika.