Twee jaar rond de wereld rijden, is voor ons één lange ontdekkingsreis. Weg van alles dat we kennen, ontdekken we samen wat de wereld nog meer te bieden heeft. Geen vertrouwd vlak polderlandschap, maar uitgestrekte woestijnen, puntige bergkammen en woeste oceanen. We proeven ander eten, horen andere vogels en zien hoe anderen leven. De reis geeft ons een ongekend gevoel van vrijheid. Een ervaring waarvan we nu al weten dat we die voor de rest van ons leven met ons mee zullen dragen.
Maar een reis van twee jaar rond de wereld betekent voor ons ook dat we onze familie en vrienden in die tijd niet zullen zien. Tenzij het niet anders kan, komen we tussendoor niet naar huis. We houden via Skype en Whats App regelmatig contact, maar dat is toch niet hetzelfde. Zeker niet als je er even doorheen zit of als je weet dat er in Nederland iemand is die best een stevige knuffel kan gebruiken. De afstand is zonder meer een keerzijde van onze geweldige reis die ervoor zorgt dat we op speciale dagen, zoals feestdagen en verjaardagen, ons thuis missen.
Voordat we vertrokken is best eens ter sprake gekomen dat elkaar halverwege zouden kunnen treffen, het liefst op een tropische bestemming. Het klinkt fantastisch, maar is vaak ingewikkelder om te organiseren dan je zou denken. Wij hebben wel een grove planning, maar weten niet tot op de dag nauwkeurig wanneer we waar zullen zijn. Dat willen we ook niet, juist om dat gevoel van vrijheid zo lang mogelijk vast te houden. Maar onze wens om vrij te zijn, maakt het voor ’de mensen thuis’ heel lastig om hun vliegticket te boeken.
Dit laatste veranderde toen wij met Duncan en Elli afspraken dat we op hun camping zouden passen. Ineens wisten we precies wanneer we in Stellenbosch zouden zijn en wanneer we vanaf daar onze reis weer zouden vervolgen. Het perfecte moment voor mijn vader, Dick, om naar Afrika te komen. Terwijl we vanuit Uganda verder naar het zuiden reden en afspraken maakten met Duncan en Elli, kreeg ook de reis met Dick langzaam vorm. Tegen de tijd dat wij in Zuid-Afrika langs de kust reden, was zijn vliegticket geboekt en de huurauto gereserveerd. En na een geweldige tijd op de ’Farm’ in Stellenbosch, was nu het moment gekomen om naar het vliegveld te gaan en hem op te halen.
Buurvrouw Jo brengt ons met onze spullen naar het vliegveld, waar we eerst onze huurauto ophalen. De motoren laten we nog één week bij Duncan en Elli staan en halen we pas op als we samen met Dick naar Namibië vertrekken. In de stromende regen krijgen we de sleutels van de auto overhandigd en als we onze spullen in de grote kofferbak hebben gelegd, rennen we door de regen naar de hal van het vliegveld. Ietwat zenuwachtig, laten we het ’gezellige spanning’ noemen, neem ik plaats op één van de bankjes in de aankomsthal. Het vliegtuig uit Johannesburg heeft een beetje vertraging. Steeds als de schuifdeuren opengaan tuur ik de lange hal in om te kijken of ik tussen alle passagiers ons bezoek al kan vinden. Het duurt even maar dan zie ik in de verte een wel heel bekende tred. Als de deuren weer open gaan komt mijn vader aangelopen. Wat fijn om elkaar na bijna negen maanden weer te zien!
We trotseren de regen, laden de zware koffer in de auto en rijden opgetogen met z’n drieën naar de stad. We hebben voor de komende week een appartement gehuurd in het centrum van Kaapstad en volgen de GPS naar het centrum. We zijn inmiddels al wel gewend om aan de ’verkeerde kant van de weg’ te rijden, maar moeten wel weer wennen om in een auto te rijden. Zeker ook nu het stuur ook aan de ’verkeerde kant’ zit. Gelukkig hebben we de laatste weken al wat kunnen oefenen in de auto van Duncan en rijden we zonder horten of stoten door de drukke stad. Het venijn zit in de staart, want de straat naar de ingang van het appartementencomplex is zo steil dat de lichte motor van de huurauto het bijna niet aankan. We zakken zelfs een keer door de handrem naar beneden! Een probleem dat we zelfs met onze 250cc motoren niet zullen hebben. Na flink wat gas en op hoop van zegen rijden we het parkeerterrein van het complex op. Als de auto in de garage is geparkeerd, krijgen we de sleutels van ons appartement overhandigd.
Het is een prachtig appartementje met twee slaapkamers, een badkamer en een woonkamer met open keuken. Vanuit de zithoek kijken we uit over de stad met het voetbalstadion, de boulevard genaamd het “Waterfront” en daarachter de haven. Een mooie plek. We doen boodschappen, vullen ook hier de koelkast met yoghurt en openen een goede fles wijn om te proosten op ons bezoek!
De volgende dag trekken we, na een rustige ochtend, een uitgebreid ontbijt en flink wat kopjes koffie, te voet de stad in om een kijkje te nemen aan het water. Het is nog steeds bewolkt en behoorlijk fris. We slenteren over de boulevard langs de winkels van The Waterfront, langs het reuzenrad en de klokkentoren. Vanaf de haven hebben we een mooi uitzicht op de Tafelberg die vandaag, ondanks de bewolking wel te zien is. Als we een poosje hebben rondgelopen, breekt de zon door en drinken we op één van de vele terrassen een biertje. We borrelen ’thuis’ nog wat verder en maken een plan voor de komende dagen. Er is genoeg te zien en te doen in Kaapstad en de omgeving. Een aantal dingen, zoals het beklimmen van de Tafelberg, kunnen we alleen doen als het goed weer is. Met het weerbericht bij de hand besluiten we de volgende dag in de auto te stappen voor een rondrit door de omgeving, omdat er ook wat regen voorspeld is.
Halverwege de ochtend manoeuvreren we de auto uit de krappe garage, door de poort en over de steile straat naar beneden. De GPS staat ingesteld op ’Hermanus’, het stadje dat bekend is vanwege de walvissen die je daar zo goed kan zien vanaf de kust. Wij zijn daar met de motoren al een keer geweest, maar gaan er graag nog eens naar terug. Niet alleen vanwege de walvissen, maar ook vanwege de prachtige kustweg die we daarna weer terug naar de stad kunnen rijden.
Op de heenweg volgen we de N2. Het is snelweg, maar ook al een prachtige route met een flinke klim bij Sir Lowry’s Pass. Het huurautootje draait op volle toeren en komt uiteindelijk in zijn derde versnelling boven. Bij Botrivier verlaten we de snelweg en rijden we via de R43 verder naar Hermanus. Het weer is niet erg goed. De lucht is donker en er staan witte schuimkoppen op het water. Geen ideale omstandigheden om walvissen te spotten. Als we de auto hebben geparkeerd, volgen we een looppad over de kliffen langs de kust. Aan de ene kant van het pad staan prachtige landhuizen die uitkijken over de zee en aan de andere kant groeien allerlei prachtige struiken en bloemen die tropische vogels aantrekken. We zien in de verte een paar keer een fonteintje uit de zee opstijgen, het teken dat er wel walvissen zijn. Helaas zijn ze vandaag te ver weg om goed te zien.
Vanuit Hermanus rijden we naar Betties Bay. Op de rotsen in dat leuke stadje leeft een kolonie Zwartvoetpinguïns! Ze hebben nesten gebouwd in de rotsen en scharrelen tussen het water en hun nest heen en weer. Sommige pinguïns zitten nog op hun ei, bij andere nesten steekt al een donzen pinguïn zijn kop uit het gat. De wat oudere jongen verliezen hun dons en hebben alleen op hun kop of rond hun nek nog een klein bontrandje. Het is geweldig om de pinguïns een poosje op ons gemak te bekijken. Vooral hun pogingen om uit het ruwe water op de kant te klimmen zijn hilarisch. En ook hun loopje, alsof ze hun broek op hun knieën dragen, blijft grappig om te zien.
Na ons bezoek aan de pinguïns volgen we de R44 verder richting Kaapstad. We rijden opnieuw over de beroemde ’Faure Marine Drive’, de weg die te boek staat als één van de mooiste kustwegen van Zuid-Afrika. Het weer is inmiddels een stuk beter. Het is echt geen straf om deze route nog een keer te rijden. Wij genieten misschien nog wel meer van de vergezichten en het dramatische landschap dan de eerste keer. Niet in de laatste plaats omdat we het aan iemand anders kunnen laten zien en hij zichtbaar geniet. De zee is niet meer zo ruw en als we stoppen om wat foto’s te maken zien we in de verte toch nog walvissen.
De volgende ochtend word ik al vroeg wakker van de zon die door de gordijnen schijnt. Een goed teken, want als het mooi weer is kunnen we vandaag misschien de Tafelberg beklimmen. Het weerbericht is voor de hele dag goed en als we na het ontbijt naar buiten gaan is de Tafelberg in zijn volle glorie te zien. Zelfs de wolk die zo vaak rond de top hangt en door de inwoners van Kaapstad het ’Tafelkleed’ wordt genoemd, is vandaag niet te zien. De perfecte dag voor een tocht naar de top.
We volgen vanaf het appartement de Kloofroad de heuvels in. We rijden de ingang van de kabelbaan voorbij, want wij gaan lopend omhoog en met de kabelbaan weer naar beneden. We vinden een parkeerplekje en beginnen halverwege de ochtend aan de klim naar de top. De stenen zijn neergelegd als traptreden waarover we langzaam omhoog lopen. Het pad stijgt eerst nog geleidelijk, maar wordt steeds steiler en kronkelt met verschillende haarspeldbochten omhoog. Het is een populaire wandelroute. Een lange rij toeristen en dagjesmensen slingert over het pad naar boven. We stoppen regelmatig om foto’s te maken van het uitzicht, maar ook om even wat te drinken en uit te rusten. Na iets minder dan twee uur bereiken we via de Plattklipkloof de top.
Op de top heeft de wind vrij spel. Het waait hard en het is, ondanks dat de zon volop schijnt, flink fris. Het is nog steeds strak blauw, er staat geen wolkje aan de lucht. We hebben een prachtig uitzicht! In het zuiden kijken we uit over het Kaapse schiereiland. Ten oosten daarvan zien we de kustlijn tussen Muizenberg en Gordon’s Bay, met aan het eind nog net een stukje van de kustweg waar we gisteren reden. In het oosten kijken we uit over Stellenbosch, de Hottentot Holland Mountains en zoeken we naar de oranje Rondavel van Duncan en Elli. Het mooiste uitzicht hebben we als we het wandelpad volgen naar het noordelijke uitkijkpunt waar we Kaapstad zien liggen. Wat indrukwekkend! We zien de haven met de containeropslag, het zakencentrum met de hoge torens, de luxe huizen met zwembaden in de tuin en het voetbalstadion waar de WK-finale werd gehouden. En een eindje uit de kust zien we Robbeneiland liggen. Met de verrekijker zien we ons appartement, met daarachter het reuzenrad op de boulevard van The Waterfront. Echt heel gaaf en de klim naar de top meer dan waard. Als we alles goed hebben bekeken en zoals altijd te veel foto’s hebben gemaakt, nemen we de kabelbaan weer naar beneden. Een snel ritje van maar drie minuten.
De volgende dag stappen we nog een keer de auto in voor een rondrit door de omgeving. We toeren via de wijngaarden op de hellingen van de Tafelberg richting Muizenberg, om vanaf daar nog een keer naar Kaap de Goede Hoop te gaan. Het is erg goed weer, veel beter dan de dag dat wij met de motoren deze kant op reden. We rijden binnendoor via de Rhodes Drive en hebben vanaf de hooggelegen weg een mooi uitzicht over de zee. Het is druk op het strand, in de branding zwemmen mensen en in de iets hogere golven glijden surfers op hun plank door het water. Niet ver daarachter, maar een paar honderd meter van de badgasten, zien we donkere schimmen in het water. Een groot aantal walvissen! Vanaf het uitkijkpunt kunnen we ze goed zien en met de telelens op de camera van Dick kunnen we ze ineens wel heel dichtbij halen. We kunnen de schelpen op hun kop bijna tellen!
We rijden door richting Kaap de Goede Hoop. Eenmaal in het natuurpark op de zuidpunt van het schiereiland bezoeken we eerst Cape Point en de vuurtoren op de punt. De wandeling naar de vuurtoren is een loop van een klein uur. Toen we hier met de motoren waren, zijn we daar niet naar toe gegaan omdat we de volgepakte motoren niet zo lang op de parkeerplaats wilden achterlaten. Nu we met de auto zijn, kan dat wel. Het is een mooie tocht en vooral het zicht op de uitgestrekte kust van het schiereiland is heel mooi. Eenmaal op de punt bekijken we hoe in die diepte onder ons de golven met veel geweld tegen de kliffen slaan. Er is niet veel fantasie voor nodig om je voor te stellen hoe lastig het was voor de houten VOC-schepen om rond de Kaap te zeilen op zoek naar een plek om aan land te komen. Zeker met slecht weer, moet het hier flink spoken.
Vanaf de vuurtoren bij Cape Point rijden we nog een keer naar het uitkijkpunt bij Kaap de Goede Hoop. Anders dan de laatste keer dat wij hier waren, is het nu droog en zonnig. De wind waait wel bijna net zo hard als tijdens ons vorige bezoek. Het is indrukwekkend om aan de waterkant de golven kapot te zien spatten tegen de kliffen. Het mooie weer heeft veel bezoekers naar de punt getrokken. Als we in de rij hebben gestaan om ons voor het bord te laten vastleggen (dit keer met z’n drieën!) rijden we het park weer uit voor het laatste hoogtepunt van die dag; Chapman’s Peak Drive. Tussen Noordhoek en Houtbay is een weg uitgehouwen in de steile kliffen van de Kaap. En we zijn hier precies op het goede moment van de dag, want de zon begint onder te gaan. Met open mond staren we uit het raam en terwijl Peter de auto over de bochtige weg leidt, komen vanaf de achterbank verschillende vreugdekreten uit mijn mond. We stoppen waar we kunnen om foto’s te maken in het prachtige licht van de ondergaande zon. Een buitengewoon mooie route die niet voor niets bekend staat als één van de mooiste kustwegen ter wereld! Het was een lange dag, die we in stijl afsluiten bij een restaurantje in de buurt met een grote pot bier.
We hebben ons appartement nog twee dagen en die dagen vullen we met de laatste, niet te missen attracties: wijnproeven en een bezoek aan Robbeneiland.
Op de voorlaatste dag rijden we naar Stellenbosch waar we eerst een wandeling maken door het historische centrum. Het was één van de eerste dorpjes waar Hollandse emigranten zich in de zeventiende eeuw vestigden, wat nog goed te zien is aan de bouwstijl. Grappig hoe die huisjes heel vertrouwd voelen zo ver van huis. In Stellenbosch staat alles in het teken van ’wijn’. Aan de ene kant van de straat worden houten vaten gebouwd, aan de andere kant zijn kurken en lege flessen te krijgen en weer een eindje verder is het kantoor van een wijngenootschap te vinden. Na de lunch bezoeken wij Wijnhuis Spier. We proeven meer dan tien verschillende wijnen, rood en wit. Heel leuk om te doen, zeker voor Peter en Dick die alle glazen ook nog eens kunnen leegdrinken. Ik ben vandaag BOB en hang na iedere slok boven het kannetje om het heerlijke goedje weer uit te spugen. Peter en ik wisten allebei niet veel van druiven en wijn, maar vrezen dat we na ons bezoek aan Stellenbosch voor eeuwig zijn ‘verpest’. Dit is echt wat anders dan de goedkope slobberwijn die wij thuis meestal dronken. We kopen een doosje voor onderweg (we hebben straks immers een bezemwagen met ruimte voor de drank) en rijden weer terug naar Kaapstad. Een heel gezellig ritje kan ik zeggen;).
Als we de volgende ochtend wakker worden regent het heel hard. Geen goed teken, want bij slecht weer wordt de bootdienst naar Robbeneiland stil gelegd. Tegen de tijd dat we hebben ontbeten en in de haven zijn, is het gestopt met regenen en is de wind een beetje gaan liggen. Net genoeg om de boot te laten varen. Gelukkig! Zodra we de haven uit zijn en op open zee varen, schommelt de boot van links naar rechts. Ik heb geen zeebenen en ben al na 5 minuten groen, net als de meeste andere passagiers. De opluchting is groot als we na een dik half uur het eiland op stappen.
We krijgen per bus een rondleiding over het eiland. We hebben een uitzonderlijk goede gids, die vertelt over de geschiedenis van het eiland, de gevangenis en de bekendste gevangene van het eiland, Nelson Mandela. We lopen rond in de steengroeve op het eiland en zien op foto’s hoe de gevangenen daar aan het werk werden gezet. Na de busrit krijgen we een rondleiding door de gevangenis. Wat het extra bijzonder maakt, is dat we worden rondgeleid door een ex-gevangene. Hij was één van de vele politieke gevangenen en vertelt uit eigen ervaring over de barre omstandigheden in de gevangenis. We lopen over de binnenplaats waar dagelijks stenen tot gruis werden geslagen en turen door de tralies van de cel waar Mandela zo lang gevangen zat. Erg bijzonder om de gevangenis en het eiland te bezoeken, we zijn er alle drie stil van.
De lucht is inmiddels nog donkerder dan vanochtend en de wind is weer aangetrokken. Zodra we koers zetten naar het vaste land en op open zee zijn, begint de ellendige tocht terug. De zee is ruig en de golven zijn metershoog. Het lijkt af en toe wel een achtbaan. De boot gaat zo erg heen en weer dat ze lijkt om te slaan. En ik ben niet de enige die dat denkt want om ons heen zitten verschillende mensen te huilen en hand in hand te bidden, in de hoop op een veilige overtocht. Het duurt langer dan op de heenweg en de opluchting is nog groter als we weer op de wal staan.
Een spannende afsluiting van een bijzondere dag en eigenlijk wel van een bijzondere week met ons bezoek uit Nederland in Kaapstad. En dat bezoek is nog niet ten einde, want morgen halen we de huurauto op waarmee Dick ons zal volgen naar Namibië en Botswana!! Meer volgt (hopelijk snel).
Afgelegde afstand tot en met Kaapstad: 26.181km (net als het vorige bericht, omdat we de motoren deze week nog even hadden laten staan)
Klik hier om de foto’s bij dit bericht te zien.
Vorige bericht “Een huis in Afrika” – Volgende bericht “Cape-Namibia Route“
Wat super zo even samen met Dick deze mooie omgeving bekijken. We hebben intussen al een prachtige fotoreportage gezien!
Ja best handig he zo’n bezemwagen.
Liefs van ons. xx
Maar 12 km tussen Londen en Amsterdam, das op de fiets te doen!
Hoi, Peter en Leonie wat een avontuur! En weer een prachtig verhaal met mooie plaatjes!
Wens jullie een goede reis.
Groetjes Heiko
Het heeft weer mooie plaatjes opgeleverd; indrukwekkend mooi land. Xxx
Weer een mooi verhaal XXX