Turkana Route I – Naar de Omo Vallei

Turkane Route I - Naar de Omo ValleiOm vanuit Ethiopië in Kenia te komen zijn er twee routes die we kunnen volgen. De eerste route loopt van Moyale in Ethiopië naar Marsabit in Kenia. Een route die bekend staat om de slechte staat van de weg en het vele vrachtverkeer en soms ook wel de ’bandietenweg’ wordt genoemd. De tweede mogelijkheid is om vanuit Omorate in Ethiopië langs Lake Turkana naar Maralal in Kenia te rijden. Deze route leidt door een afgelegen deel van Kenia waar ruim 800km geen geasfalteerde weg te vinden is, waar voorzieningen ver weg zijn en waar benzine, eten en water slecht te verkrijgen is. Maar dit is ook de route door één van de mooiste en meest ongerepte delen van Kenia.
Onze keuze was gevallen op de Turkana route.

Toch klinkt dat eenvoudiger dan het is. Het advies over de Turkana route luidt: “Rijd niet alleen”. Het gebied is afgelegen en slecht bereikbaar, waardoor hulp ver weg is als je onderweg vast komt te zitten in de modder, motorproblemen krijgt of -nog vervelender- gewond zou raken. Wat daar voor ons nog bij komt, is dat we niet genoeg benzine mee kunnen nemen om de hele route af te leggen. Ook wat betreft eten en water is de ruimte op de motoren voor extra voorraden beperkt. Wij zouden de Turkana route dus alleen maar rijden als we een andere reiziger zouden treffen die met onze benzine op het dak van zijn auto met ons naar Kenia zou willen rijden. Maar benzine op het dak van de auto; dat wil niet iedereen. En bovendien zijn er op het moment niet veel overlanders in Afrika. Toch vonden wij tegen alle verwachtingen in een reisgenoot!

We hadden een oproep geplaatst in het gastenboek van Tim&Kim: “Gezocht: medereiziger voor de Turkana Route”. Een week later kregen we een e-mail van Pim. Hij wilde de Turkana Route wel rijden en was ook bereid om benzine op het dak van zijn Land Cruiser mee te nemen. Bovendien had hij een ander Nederlands echtpaar ontmoet waarvan hij vermoedde dat zij ook via Lake Turkana naar Kenia wilden rijden. In Addis Abeba Turkane Route I - Naar de Omo Valleizaten we met Pim om de tafel, maakten we plannen over de route en kwamen we via e-mail in contact met Jan en Margriet. Peter en ik zouden samen naar Arba Minch, waar we Pim weer zouden zien om samen inkopen te doen. Met Pim zouden we dan naar Turmi in de Omo Vallei rijden. Daar zouden Jan en Margriet aansluiten om in colonne naar Kenia te rijden. Een goed plan!

——————————

Het is warm in Arba Minch. De temperatuur stijgt overdag ver boven de 30 graden en lijkt ’s nachts niet te zakken. Zelfs de dunne katoenen lakenzak waar we in slapen is nog te warm. Plakkend van het zweet worden we bij zonsopkomst gewekt door de omroeper van de orthodox christelijke kerk tegenover ons hotel. Meer dan een uur horen we hem luid en best wel vals het ene lied na het andere zingen. Van slapen komt het dan niet meer. Ook een verfrissende douche zit er deze ochtend niet in, want er komt opnieuw geen water uit de kraan. Ach, met wat vochtige reinigingsdoekjes en veel deo zitten we even later “niet-schoon-maar-wel-fris” aan het ontbijt en drinken we ons met koffie wat moed in voor de rest van de dag.

Na het ontbijt sluit Pim bij ons aan en gaan we samen op pad om boodschappen te doen. We hebben uitgerekend dat we ongeveer zes dagen nodig hebben om in Maralal (Kenia) te komen. Volgens de informatie die we op internet vonden, zouden we in dat dorp weer benzine, eten en drinken kunnen kopen. We nemen daarom voor zes dagen eten mee. Verse groente voor de eerste dagen, maar blikjes groente voor de dagen daarna, want in dit weer blijft de groente zonder koelkast niet lang goed. In Arba Minch kunnen we alles krijgen wat we mee willen nemen: pasta, rijst, blikjes tonijn, Turkane Route I - Naar de Omo Valleiblikjes doperwten, tomatenpuree, noodle soep, koekjes, jam, pindakaas en zelfs chocolade pasta en snickers! Hier komen we al een heel eind mee.

We hebben ook voor zes dagen drinkwater nodig. In dit warme weer drinken we allebei veel water. Zeker zodra we het asfalt verlaten en de inspanning toeneemt drinken we al snel minimaal drie liter per persoon per dag. Om er zeker van te zijn dat we genoeg water hebben, kopen we uiteindelijk meer dan 40 liter drinkwater in grote flessen van vijf of twee liter. Dat kunnen we niet allemaal zelf meenemen en mogen we gelukkig ook bij Pim in de auto zetten.

Dan nog de extra benzine. Via de receptie van het hotel kopen we drie jerrycans waarin we benzine en water mee kunnen nemen. Het zijn grote gele tonnen waar kookvet in heeft gezeten. Wellicht niet helemaal ’CE-gecertificeerd” om benzine in te vervoeren, maar voor die paar dagen kan dat geen kwaad. Met twee van de jerrycans op onze motoren rijden we naar een benzine station in het centrum. In eerste instantie weigert de pompbediende onze gele jerrycans te vullen, waarbij hij wijst op een sticker op de pomp met de tekst: “No plastic containers”. Op datzelfde moment zijn zeker drie tuktuks dezelfde plastic kookvet-tonnen aan het vullen aan de pomp naast hem. Als we wijzen op de IMS-tank op onze motor die ook van plastic is en nog eens naar de tuktuks naast ons kijken, zwicht hij en krijgen we alsnog benzine.

Terug in het hotel vullen we de derde jerrycan met kraanwater. Dat kunnen we niet gebruiken om zo te drinken, maar als we het water koken wel voor rijst, pasta, thee en koffie. En we kunnen het ook Turkane Route I - Naar de Omo Valleigebruiken om ons te wassen en de afwas mee te doen. Het is flink passen en meten om onze drie jerrycans, naast de jerrycans van Pim op het dak van zijn auto vast te zetten, maar het lukt. Na een uurtje staat de benzine en het ’kookwater’ met vier spanbanden muurvast op het rek.

De volgende ochtend is Pim alweer vroeg bij ons hotel. We ontbijten samen en gaan dan nog één keer naar de markt in Arba Minch om verse groente en brood te kopen. Peter blijft bij de volgepakte motoren en ik ga met Pim de markt op. Als we terugkomen kunnen we Peter niet eens zien zo veel mensen staan er om hem heen. Allemaal willen ze motor van dichtbij bekijken en het liefst ook alle knopjes aanraken. Het is veel te warm om zo in de volle zon stil te staan, dus snel helm op en rijden in de hoop op wat koele rijwind. Als ik mijn motor start en tegelijk het gas een beetje open trek, doen de meeste omstanders verschrikt een paar stappen achteruit en heb ik voldoende ruimte om de motor te keren en weg te rijden.

We verlaten Arba Minch en rijden langs Lake Abaya naar het zuiden richting Konso. We rijden over een mooie asfaltweg langs goudgele akkers waarop mensen in de brandende zon aan het werk zijn. Het landschap is heel anders dan in het noorden van Ethiopië. Minder bergen, een stuk lager en ook veel warmer. Op de weg lopen tientallen vrouwen en meisjes met enorme bossen takken of riet op hun rug terug naar hun dorp.Turkane Route I - Naar de Omo Vallei Kennelijk een taak voor de vrouwen, want in heel Ethiopië zijn we nog niet één man tegengekomen die zo’n bos draagt. Bij een rivier die we passeren is het een drukte van jewelste. In het kleine stroompje water in de brede rivierbedding staan mensen zich te wassen, staat vee te drinken, wordt de was gedaan en worden brommers gepoetst.

Steeds als we stoppen om een foto’s te maken of wat te eten staat er binnen de kortste keren een groep Ethiopiërs om ons heen. “Where are you go?” is een vraag die vaak gesteld wordt. Tot op heden is ons nog steeds niet helemaal duidelijk of ze nou willen weten waar we vandaan komen of waar we naar toe gaan. Het is ook maar zeer de vraag of ze zelf weten wat ze ons vragen. Het gebeurt regelmatig dat we de vragen netjes beantwoorden en zelf ook een vraag stellen om een praatje te maken, maar als antwoord nog een keer de net al beantwoorde vraag krijgen: “Where are you go?” of “How are you?” of “What is your name?”.

De weg vanaf Konso naar Weita bestond nog uit mooi glad asfalt, maar zodra we in Weita de afslag naar Arbore nemen rijden we een Turkane Route I - Naar de Omo Valleigravelweg op. De eerste kilometers van nog minimaal 850km zonder asfalt. Het is droog en de weg is prima te rijden. Dat is een ander verhaal in de regentijd. De brede rivieren stromen dan vol en zorgen ervoor dat wegen worden geblokkeerd en dorpen worden afgesloten van de buitenwereld. Gravelpaden veranderen in modderige paden met diepe sporen die voor het meeste verkeer niet meer te bereiden zijn. Onze reisgids noemt de Omo Vallei in die tijd een ’No-Go-Area’. Het regenseizoen staat op het punt te beginnen, dus we moeten niet dralen en gewoon blijven rijden zolang de wegen nog goed begaanbaar zijn.

We rijden steeds verder de Omo Vallei in. Het gebied staat bekend om de 24 stammen die in dat gebied wonen, ieder met hun unieke eigenschappen. De bekendste zijn Mursi (bekend om de kleiplaat in hun lip), de Hamer (bekend om hun modderige dreadlocks) en de Karo (bekend om de schilderingen op hun lichaam). Ondanks dat de wegen nog redelijk goed te berijden zijn, kunnen we geen grote afstanden afleggen doordat de gemiddelde snelheid op sommige stukken flink daalt. Een afstand van 20km kan 30 minuten duren, maar afhankelijk van de staat van de weg ook ineens een uur.

Turkane Route I - Naar de Omo ValleiAan het eind van de middag komen we aan in Arbore. Een dorpje wat bestaat uit niet meer dan een handjevol hutjes. Het dorp heeft ook een camping. Al stelt het niet veel voor: er is geen stromend water, geen elektriciteit en de wc is een hurktoilet boven een gat in de grond. Maar we kunnen er wel rustig kamperen, want om het veld staat een groot hek en aan de poort zit een vriendelijke bewaker die de meeste pottekijkers op een afstandje houdt. We worden vriendelijk ontvangen door wat jongens op een brommer die aanbieden om een koud biertje of colaatje te brengen. Na een lange en vooral warme dag klinkt dat als een fantastisch plan. De drankjes op de camping zijn nog niet koud, maar zodra ’s avonds de generator aan gaat krijgen we onze drankjes. Niet echt koud, maar kouder dan de buitentemperatuur en ook lauw bier en lauwe cola gaan er na zo’n dag prima in.

De volgende dag rijden we verder naar het zuid-westen, naar Turmi. De route is prachtig! Goudgele gravelpaden met daarlangs lage acacia bomen en hier en daar kleine antilopen (dikdik’s) en prachtige vogels. Dit is echt Afrika! Onderweg passeren we verschillende stamleden die hun vee laten grazen tussen de acacia bomen. Ze zien er prachtig uit met beschilderde gezichten, prachtige kapsels, bijzondere kleding en mooie sieraden. Wij vinden hen net zo interessant als ze ons vinden. Als ze niet verschrikt van de weg af rennen, blijven ze met open mond als versteend tussen hun vee staan. Als wij naar hen zwaaien krijgen we vaak pas een reactie als we alweer 100 meter verder zijn.

Aan het eind van de ochtend komen we aan bij ’Mango Campsite’ in Turmi. Een prachtige camping langs een nu nog droge rivier. We Turkane Route I - Naar de Omo Valleivinden een plekje in de schaduw van de hoge mango bomen en zetten onze tent op. Dan stappen we bij Pim in de auto om met hem naar Dimeka te rijden. Het is zaterdag en dan is het marktdag in Dimeka. Uit de wijde omgeving komen de Hamer-mensen naar de markt om spullen te kopen en te verkopen. Hoe dichter we bij Dimeka komen, hoe meer dorpelingen we op de weg tegenkomen die met hun vee op weg zijn naar de markt. Eenmaal in Dimeka blijkt dat alle toeristen zich hebben verzameld bij het Tourist Hotel. Op de binnenplaats van het hotel staat een lange rij Land Cruisers en op het terras zit een grote groep Belgen naar het verhaal van hun reisleidster te luisteren. Nadat ook wij wat hebben gedronken en gegeten, krijgen we een gids toegewezen. Hij neemt ons mee naar de markt, vertelt ons over de Hamer-mensen en beantwoordt rustig al onze vragen.

De handel op de markt ligt een beetje stil. De meeste van hen lijken tot vooral naar de markt te komen om bij te kletsen, de laatste roddels uit te wisselen en een beetje te flirten. Veel leuker dan geiten verkopen. Vrouwen en kinderen onder de ene Turkane Route I - Naar de Omo Valleiboom en mannen onder een andere boom in de schaduw. De meeste van hen dragen traditionele kleding die bestaat uit dierenvellen versiert met kralen en prachtige kettingen. Sommigen, vooral de wat jongere generatie draagt soms ook westerse kleding en schoenen. Zeker de jongere meiden dragen soms boven hun geitenvel een BH. Het meest bijzonder blijft toch het haar van de Hamer-mensen. Ze zijn bekend om de oker-kleurige dreadlocks van klei die ze maken door boter en oker-kleurig zand in hun haar te smeren en daar rolletjes van de draaien. Een bijzonder gezicht, maar ook een bijzondere geur. De boter in hun haar begint na een poosje in de zon behoorlijk weeïg te ruiken. En daar komt ook nog een sterke ’vee-lucht’ bij alsof je midden in een grote geitenstal staat. Een uurtje op de markt is precies genoeg.

We lopen langs de kraampjes en bekijken alle prachtig uitgedoste Hamer-mensen. En dat allemaal volkomen op ons gemakt, want voor het eerst sinds lange tijd (en uniek voor Ethiopië) worden wij met rust gelaten. Er is niemand die naar ons toekomt om te vragen om geld, een pen, water of eten. Wij zijn nu degenen die kijken. De mensen op de markt zijn vooral met zichzelf bezig en lijken zich van ons niet zo veel aan te trekken. Het voelt een beetje als aapjes-kijken. Zeker omdat we voor portretfoto’s moeten betalen nadat we eerst flink hebben onderhandeld over de prijs per foto. Maar het was zeer bijzonder en zeker de moeite waard om naar toe te gaan.

Na een uurtje op de markt en een lauwe cola stappen we weer bij Pim in de auto, terug naar de camping in Turmi. Daar zijn inmiddels ook Turkane Route I - Naar de Omo ValleiJan en Margriet aangekomen. We wisselen verhalen uit, krijgen een rondleiding door hun prachtige Land Cruiser-camper en sjokken met z’n allen naar de naast gelegen Buska Lodge voor nog een lauw biertje. We horen dat op maandag een ’Bull Jumping’ ceremonie zal plaatsvinden in Turmi. We spreken af om op zondag nog in Turmi te blijven, maandag naar de ceremonie te gaan en daarna samen door te rijden naar Omorate.

Meer over ons bezoek aan die Bull Jumping ceremonie in het volgende bericht.

Klik hier voor de foto’s bij dit bericht.

Gereden afstand tot Turmi: 12.734km

PS: Bedankt voor alle reacties die we krijgen op de website, voor de leuke e-mails die we ontvangen en voor de berichten die worden geplaatst op Facebook. Erg leuk om te lezen met hoeveel plezier onze avonturen worden gevolgd en bijzonder om te zien wie onze website inmiddels al hebben gevonden. Het lukt niet om iedere keer een antwoord terug te sturen, dus vandaar een kort berichtje om te laten weten dat we het super leuk vinden. BEDANKT!

Vorige bericht “Boerenkool en bitterballen” – Volgende bericht “Turkana Route II – Bull Jumping

| Leonie | AFRIKA, Ethiopië

4 Reacties (Comments) - Turkana Route I – Naar de Omo Vallei

  1. Celine en Leon

    Die vals, zingende man hebben Leon en ik ook vervloekt haha! Echt vals he? Wat gaaf dat jullie langs als die volkeren zijn gegaan; het klonk als iets uber toeristisch, maar het feit dat jullie met rust gelaten werden zegt genoeg :) Heerlijk om een beetje mee te genieten, xxx

  2. erik

    Jullie ook bedankt :-)

    Liefs Astrid & Erik.

  3. Stephan & Nikki

    Gaaf dat jullie de Turkana route rijden. Voor ons zal het zeer waarschijnlijk de Moyale-Marsabit route worden. We kijken nu al uit naar jullie volgende update.

  4. Ben en Anja

    We genieten van jullie avonturen.
    En kunnen niet wachten op een volgend reisverslag.
    De fotoos geven een goed beeld.
    Knap van jullie om alles zo in de pen te houden.
    Jullie maken een relaxte indruk. Aangepast aan het land en het klimaat? Ga zo door. Een goede reis en veel plezier.
    Ben en Anja