Na een paar relaxte dagen in Gisenyi trekken we verder naar het zuiden. De tijd aan Lake Kivu is ons goed bevallen, dus we blijven nog een paar dagen in de buurt van het water. Volgens de reisgids zou Kibuye, een stad ten zuiden van Gisenyi, een leuke vakantiebestemming zijn, dus daar gaan we vandaag naartoe. We hadden gehoord over een weg die helemaal tot Kibuye de oever van het meer zou volgen. Op onze kaart is geen weg te zien, maar de eigenaresse van de camping bevestigt het bestaan van de ’Congo-Nile Trail’.
Net als de afgelopen dagen is het niet nodig om een wekker te zetten. Nog voordat het alarm af gaat worden we wakker van het gezang van de vissers. Iedere ochtend varen ze in alle vroegte in hun roeiboten het water op om hun netten in te halen. En terwijl ze het meer opvaren, roeien ze in het ritme van hun lied. Het klinkt prachtig en beter dat het zenuwachtige gepiep van mijn telefoon.
We pakken onze spullen in, trekken direct ons motorpak aan en eten toast met ei in de bar. Het is nog vroeg als we omringd door de bewakers, de tuinman en de kok onze spullen op de motoren binden en de camping verlaten. We rijden terug naar de hoofdweg en zien daar op het kruispunt een groot groen bord waarop staat: ’Congo-Nile Trail, Kibuye 95km’. De weg is niet geasfalteerd, maar ziet er prima uit. Het heeft de laatste dagen niet veel geregend, dus de conditie van de weg zal nog wel aardig zijn. Bovendien zien we ook auto’s en kleine vrachtwagentjes rijden, dus kunnen wij dat met de motoren zeker ook. Leuk!
We slaan rechtsaf en rijden door een winkelstraatje en langs de lokale markt het dorp uit. De weg loopt over het terrein van de grootste brouwerij van Rwanda, waar onder meer Heineken, Amstel, Mützig en Primus worden gebrouwen. We proberen overal waar we komen het lokale bier en Primus is hier absoluut favoriet. We volgen de weg omhoog tot we een mooi uitzicht hebben over het dorp. Vanaf de weg zien we hoe de vissers hun netten binnenhalen en hoe bij de brouwerij een vrachtschip wordt volgeladen met kratjes bier.
We volgen de weg die slingerend de oever van het meer volgt. De route naar Kibuye is fantastisch. We volgen een klein grijs streepje op de GPS en de grote groene borden die hier en daar langs de weg staan. De weg is niet overal even goed, maar op de meeste stukken komen we auto’s en zelfs bussen tegen. Af en toe loopt de weg iets verder landinwaarts, maar na een paar kilometer komen we steeds weer terug bij het water. Vanaf de weg hebben we een prachtig uitzicht over het meer. De zon schijnt volop en de kleur van het meer is bijna onwerkelijk blauw. Het steekt mooi af tegen de groene heuvels en de stoffige bruine weg. Boven het water is het een beetje heiig, de heuvels in Congo aan de andere kant van het meer zijn maar net zichtbaar. Ook langs het meer rijden we over de ene heuvel na de andere. Een aantal van de duizend Rwandese heuvels zijn onder water verdwenen en steken alleen met hun ronde top boven water uit.
De dorpjes waar we doorheen rijden liggen allemaal aan de oever van het meer, met directe toegang tot het water voor de vissers. In verschillende dorpen is het marktdag. Uit de wijde omgeving komen mensen met spullen naar de markt, een paar koeien, een mand vol aardappels of avocado’s. Op een weiland aan het begin van het dorp worden alle dieren verzameld. Koeien aan de ene kant, schapen en geiten een stukje verderop en achteraan nog wat varkens. Op het volgende plein zitten dames op de grond met voor zich een groot stuk plastic waarop fruit, groente of vis is uitgestald. Als we stoppen om een foto te maken zijn wij net zo goed een bezienswaardigheid voor hen, als de marktbezoekers voor ons.
Aan het begin van de middag komen we al aan in Kibuye, een middelgrote stad met een levendig centrum. We proberen bij verschillende hotels een plek te vinden voor onze tent, maar kamperen kan niet en zelfs het vinden van een kamer is lastig. Nadat we bij vijf hotels hebben geïnformeerd naar een slaapplaats, vinden we een kamer bij Centre Bethanie, een mooi hotel aan Lake Kivu. Nadat we wat hebben gegeten, verruilen we onze motorpakken voor zwemkleding en nemen we een heerlijke duik in het meer. Het water is heel helder en helemaal niet koud. We zwemmen tot de zon onder gaat achter de heuvels in Congo.
We laten de motoren nog een dag ongebruikt op de parkeerplaats staan en genieten van het plekje aan het meer. Het is windstil en het meer lijkt wel een spiegel. Alsof het water aan de horizon zo van de aarde af stroomt. Die middag komt een vrachtschip vol kratjes de inham ingevaren, afkomstig van de brouwerij in Gisenyi. In Kibuye kan weer een feestje worden gevierd.
De volgende ochtend bestellen we een stevig ontbijt en maken we ons op voor het tweede deel van de Congo-Nile Trail. We starten onze motoren terwijl ook hier de bewakers ons weer nieuwsgierig in de gaten houden. Zodra we het centrum uitrijden, verandert de asfaltweg direct in een gravelweg. Net als gisteren, rijden we naast het meer en hebben we vanaf de hoger gelegen weg een prachtig uitzicht over het water. Maar ook als de weg meer landinwaarts gaat, rijden we door een prachtig gebied.
Op de heuvels zijn terrassen gemaakt waarop verschillende gewassen worden verbouwd, waaronder Matoke (bakbananen). Bakbananen zijn een belangrijk ingrediënt voor de maaltijd in Oost-Afrika, vergelijkbaar met aardappels in Nederland. De bananen zijn groen en hebben een dikkere schil dan de gele bananen die wij eten als fruit. De bananen worden geschild, gestoomd en gepureerd om dan samen met bonen of andere groente te worden geserveerd. Ook de bananenfriet die we aten in Gisenyi werd gemaakt van bakbananen. Het is heel lekker, een beetje zoeter dan aardappels en heel voedzaam.
Het is niet druk op de weg. Het eerste deel, net na Kibuye, komen we nog wel wat auto’s tegen, maar de meeste mensen zijn lopend of met de fiets onderweg. Halverwege de ochtend begint de weg te veranderen. De weg wordt steeds smaller, gaat over in een dubbelspoor tot we op een enkel spoor rijden. Het lijkt wel een voetpad! Het dunne grijze streepje dan we eerder op de GPS zagen is verdwenen. Zouden we dan toch een groen bord van de Trail hebben gemist?
We rijden nog een klein stukje door tot we bij een hutje komen waar wat mensen buiten staan. Ik stap af om de weg te vragen. Geen van de omstanders spreekt Engels of Frans en zelfs met handen en voeten komen we dit keer niet heel ver. Als ik vraag waar Kamembe is, de volgende grote stad waar we naartoe gaan, wijzen ze allemaal dezelfde kant uit. Ze lijken te zeggen dat we het pad moeten blijven volgen, laten we dat dan maar doen.
We rijden verder over het spoor, een steile berg af, een slootje door, over het erf van een heel verbaasde boer, langs kleine hutjes waar vrouwen buiten de was zitten te doen, dwars door wat akkers en rakelings langs de begroeiing. Het pad volgt de oever van het meer en slingert naar het zuiden. We rijden over kleine bruggetjes die zijn gemaakt van boomstammen. Op dit deel van de route kunnen zeker geen auto’s komen. We beginnen ons inmiddels af te vragen of het Congo-Nile Trail wel een route voor auto’s is en niet een wandelroute. We volgen het enkele spoor nog een half uur en komen uiteindelijk in een dorp op een iets bredere weg.
Er staat een groen bord van de Congo-Nile Trail, maar het is ons nog niet duidelijk welke kant we op moeten. De GPS weet niet waar we zijn en onze Michelin kaart is niet gedetailleerd genoeg. Bij de lokale school vinden we een leraar die Frans spreekt. We maken een praatje met hem, waarna hij ons wijst welke kant we op moeten. Bij de volgende kruising staan we weer te dubben, maar daar wijst een motortaxi-bestuurder ons de weg naar Kamembe. En zo gebeurt het dat er iedere keer als we stranden weer iemand anders naar onze motoren komt rennen om ons de weg te wijzen, tot we aan het eind van de middag op een doorgaande weg terecht komen die de GPS ook weer kent. We verlaten het Congo-Nile Trail (waarvan later zou blijken dat het een fiets- en wandelroute was) en gaan op weg naar Nyungwe Forest National Park.
We laten het meer achter ons en rijden naar het oosten, steeds hoger de heuvels in. Zodra we de 1.800 meter naderen komen de eerste theeplantages weer in zicht. Het uitzicht en de felgroene kleur blijft fascinerend. We zijn op weg naar Nyungwe Forest National Park. Het duurt niet lang voordat de parkgrens zichtbaar wordt. Direct na de lichtgroene theeplantages begint het donkergroene oerwoud. Een dichtbegroeide jungle met hoge bomen zo ver we kunnen kijken. Er loopt één doorgaande weg door het park en dat is opnieuw een mooie asfalt weg met geweldige bochten! Nog een Rwandese weg die thuishoort in het lijstje met de beste motorroutes van Afrika. We draaien het gas een beetje verder open en zwieren door de bochten. Heerlijk!
We stoppen in het Nationale Park bij de camping bij de ’Uwinka Overlook’, een uitkijkpunt met een prachtig uitzicht over de boomtoppen. We worden meegenomen naar een plek in het bos waar we ons tentje kunnen opzetten, midden in het oerwoud. Terwijl we in het laatste licht spaghetti koken, horen we de vreemdste geluiden, krijgen we bezoek van een L’Hoestmeerkat (een aap;) en zien we zelfs kleurige Ruwenzoritoerako’s. Een prachtige plek en een mooie afsluiting van ons bezoek aan Rwanda.
—————————————
Rwanda heeft ons verrast. Het is een geweldig mooi land, met vriendelijke mensen en prachtige natuur. Het is zonder twijfel één van de meest ontwikkelde landen van Oost-Afrika, met een bruisende hoofdstad die niet onder doet voor veel Europese steden. Het is zonder meer een vakantiebestemming!
Ook nu, 20 jaar na de genocide, is er nog genoeg dat herinnert aan die gruwelijke gebeurtenissen. Je ziet het niet alleen aan de gedenkplaatsen en musea waar wordt verteld over de brute wijze waarop zoveel mensen het leven lieten, maar ook in de gewone dingen op straat. Verwoeste gebouwen, huizen met een groot kruis er op, de afwezigheid van mannen van middelbare leeftijd in de kleine dorpen en namen als ’Hope’, ’Espoir’ en ’Peace’ van de jongere generatie Rwandezen. Hoewel de genocide onlosmakelijk verbonden is met Rwanda, zal dat niet meer het enige zijn waar ik de volgende keer aan denk. Na onze reis staan daar mooie herinneringen aan een prachtig vakantieland naast.
Klik hier om de foto’s te zien.
Afgelegde afstand tot en met Nyungwe Forest National Park: 17.726 km (11.014 miles)
Vorige bericht “Land van duizend heuvels” – Volgende bericht “Bliksembezoek“
Wat ontzettend leuk dat we weer zo mee kunnen genieten van al jullie belevenissen!
Dat was een mooie route! Leuk om jou daar te zien zitten koken Leonie!
Wat een avonturen weer! Liefs uit Eemnes
Moooooiii!!!!! Zo groen, zo blauw. Ik vind die theeplantages ook erg mooi, er straalt rust van uit.
Liefs!