’Het land van duizend heuvels’, zo luidt de slogan waarmee toeristen worden verleid om Rwanda te bezoeken. Groene heuvels, natuurparken, Berggorilla’s en witte stranden aan Lake Kivu, de brochures beloven een geweldige vakantiebestemming. Toch was natuurschoon niet het eerste waar ik aan moest denken toen we overwogen om door Rwanda te rijden. Het eerste dat in mij op kwam was de gruwelijke genocide die daar in 1994 plaatsvond.
In slechts drie maanden tijd werden ten minste 800.000 Tutsi’s en gematigde Hutu’s op systematische wijze om het leven gebracht door Hutu’s. Een niet te bevatten aantal mensen. De gruwelijkheden werden pas lang na de genocide bekend bij het grote publiek, nadat het kwaad was geschied. Terwijl in Rwanda mannen, vrouwen en kinderen op brute wijze werden vermoord, was in de internationale media meer aandacht voor andere gebeurtenissen, zoals de balkanoorlog die in volle gang was en de zelfmoord van rockster Kurt Cobain. De VN troepen die aanwezig waren in Rwanda hadden geen mandaat om met geweld op te treden en het kwam evenmin tot een internationale interventie. Clinton zou het later zijn grootste fout noemen.
Het beeld van Rwanda was dus niet echt positief. De verhalen van andere reizigers daarentegen waren bijzonder positief en vertelden over een mooi, schoon en behoorlijk modern land. De reizigers die het Centraal-Afrikaanse land hadden bezocht gaven ons het advies om Rwanda niet over te slaan. Op naar Rwanda dus, om zelf te kunnen ervaren welke indruk het land ons twintig jaar na de genocide zou geven.
————————————
Het is nog donker als onze wekker gaat bij Nshongi Camp. We willen vroeg vertrekken zodat we genoeg tijd hebben om terug te rijden naar de doorgaande weg en de administratie aan de grens met Rwanda. Je weet nooit hoeveel tijd het kost om daar al onze papieren weer gestempeld te krijgen. Na het ontbijt pakken we onder toeziend oog van de meiden onze tent in, waarna ze ons helpen al onze spullen naar de motoren te brengen.
Vanaf Nshongi Camp rijden we binnendoor naar Kisoro. Een prachtig route door kleine boerendorpjes. De “weg” is op sommige stukken zeer slecht en bezaaid met grote zwarte lavastenen waar we met de motoren overheen stuiteren. Een groot verschil met de prachtige gladde asfaltweg van een aantal dagen eerder. In Kisoro komen we terug op die doorgaande asfaltweg en doen we met onze laatste Oegandese Shilling nog wat inkopen. We kopen in ieder geval een laatste Rolex, je weet nooit waar het lunchmenu in Rwanda uit bestaat. Vanaf Kisoro is het niet ver meer, we kunnen de vulkanen in Rwanda al zien.
Met de boodschappen en een volle maag rijden we richting de grensovergang bij Cyahafi. Het is een kleine grensovergang en gelukkig niet zo druk. We gaan eerst naar de douane aan de Oegandese kant en hebben tien minuten later de uitgaande stempels in ons paspoort. In het kantoortje waar we onze carnets moeten laten stempelen zijn we de enigen. Een man neemt onze gele carnets aan, bladert er wat doorheen en begint het papier in te vullen. Dan vraagt hij of we de wegenbelasting hebben betaald toen we het land binnenkwamen. “Ja, die hebben we betaald” liegen we allebei in koor, “per motor betaalden we 20$”. Hij vraagt naar het bonnetje. Ik begin druk in mijn zakken te graven naar het niet bestaande bonnetje om daarna te verklaren dat ik het spijtig genoeg niet kan vinden. Hij vindt het wel best en zet de laatste stempels in onze carnets. We mogen het land uit, mèt de motoren. OK, het is niet helemaal zoals het hoort, maar het is wel 40$ waar we een paar keer lekker van kunnen eten.
Na drie weken verlaten we Oeganda. We rijden honderd meter verder en stoppen voor de nu nog gesloten slagboom aan de Rwandese zijde. Een jonge douanier wijst ons waar we de motoren kunnen parkeren terwijl wij ons paspoort en de carnets laten stempelen. Het visum voor Rwanda hadden we een week eerder online aangevraagd en een paar dagen later per e-mail ontvangen. Aan het loket houd ik in mijn telefoon omhoog, terwijl de man achter de balie de barcode uit de e-mail scant. De computer piept, het visum is goedgekeurd. De man maakt met een webcam nog een foto van ieder van ons en met een kleine scanner een afdruk van twee vingers. Reuze modern allemaal, daar kunnen ze in Egypte nog wat van leren. Aan het loket ernaast krijgen we nog wat stempels in onze carnets en dan is het alweer klaar. Terug bij de jonge douanier laten we ons gestempelde paspoort zien. Hij knikt en opent de slagboom. We zijn in Rwanda, het elfde land op onze reis!
Vanaf de grens rijden we via Musanze naar Kinigi, het dorp van waaruit het Vulcanoes National Park kan worden bezocht. Dat is het park in Rwanda waar Berggorilla’s voorkomen en waar Dian Fossey ooit haar onderzoek deed. We rijden over een rustige doorgaande weg door verschillende dorpjes richting de vulkanen. Er zijn veel mensen op straat, die stuk voor stuk heel netjes gekleed zijn, ofwel in moderne westerse kleren of juist in kleurige traditionele kleding. Wat opvalt is dat de kleding past, in goede staat is en dat bijna iedereen schoenen draagt. Geen vanzelfsprekendheid in Afrika. De huisjes langs de kant van de weg zien er ook mooi uit. Ze zijn gemaakt van steen, met golfplaten daken en hebben vrolijke kleuren. Het is niet zo, dat we op zoek zijn naar verschillen met Oeganda en de landen daarvoor, maar het valt wel echt op.
Wat nog het meest opvalt, is hetgeen we niet zien: plastic zakjes! In sommige landen van Afrika zou je denken dat de plastic zak de nationale bloem is, want in nagenoeg iedere boom of struik hangt wel ergens een gekleurd zakje te wapperen. In Rwanda zijn plastic zakjes verboden. Boodschappen mogen alleen worden meegegeven in een papieren zak. Plastic zakjes mogen ook niet worden ingevoerd. Aan de grotere grensovergangen wordt de bagage onderzocht en plastic zakjes in beslag genomen. Een vooruitstrevende maatregel om het land schoon te houden waarvan ik me afvraag of die in de Westerse landen ooit zal worden ingevoerd.
En dat is niet de enige reden dat het land zo schoon is. Dat houdt ook verband met “Umuganda Rusange”, wat grofweg vertaald “Algemene dag van vrijwilligerswerk” betekent. Iedere laatste zaterdag van de maand moet iedere Rwandese inwoner ouder dan 18 jaar verplicht deelnemen aan Umuganda. Zelfs de bedrijven moeten die dag sluiten. De invulling verschilt per dorp of stadsdeel en kan variëren van het verzamelen van vuilnis en het aanleggen van een gemeenschappelijk park tot het bouwen van een huis of het aanleggen van een weg. Ondanks het nogal dwingende karakter, heeft het een bijzonder positief effect op de saamhorigheid en de staat van het land.
In het nu al verrassende Rwanda rijden we verder richting Kinigi, waar we halverwege de middag een plekje voor onze tent vinden bij Kinigi Guesthouse. De zon schijnt, maar in de verte beginnen de eerste wolken zich al te verzamelen rond de puntige top van de vulkanen. Aan het eind van de middag is de zon definitief achter de wolken verdwenen en begint het te regenen. Eerst nog heel onschuldig, maar binnen de kortste keren komt het met bakken uit de lucht. Zo hard dat we vanuit het restaurant met angst en beven kijken naar ons trillende tentje. Als het dak maar niet kapot gaat! Terwijl zich een klein meertje vormt in de receptie, steekt de manager de grote open haard aan. Het is niet alleen nat buiten, maar inmiddels ook behoorlijk fris. We kruipen met een boek nog wat dichter bij het vuur en blijven net zo lang tot we naar bed willen en door de regen terug naar onze tent rennen.
De volgende ochtend is droog, maar bijzonder mistig. Ik kan vanaf ons tentje maar een paar meter het dal in kijken, maar kan geen vulkaan ontdekken. Geen wonder dat die film over Dian Fossey in Rwanda “Gorilla’s in the mist” heet! Ook na het ontbijt ziet het er niet naar uit dat het beter weer wordt. Een wandeling in het park zien we nu niet echt zitten, dus we besluiten onze tent in te pakken en vandaag al door te rijden naar Kigali, de hoofdstad van Rwanda.
Vanuit Kinigi rijden we over één van de hoofdwegen een mooie route naar Kigali. De slogan voor Rwanda is goed gekozen, want we gaan van de ene heuvel over de andere. Op de top hebben we een prachtig uitzicht over de andere 999 heuvels, er is bijna geen vlak stukje land te bekennen. Net als de eerste dag in Rwanda verbazen we ons over de mooie stenen huisjes, de schone straten en de goedgeklede mensen. Wat daarbij ook opvalt is het aantal personenauto’s dat we onderweg tegenkomen. In Oeganda reden uiteraard ook wel auto’s maar die werden veelal bestuurd door westerlingen. De lokale bevolking kan zich daar geen auto permitteren en reist met minibusjes en motortaxi’s. Minibusjes zien we hier ook genoeg, maar daarnaast ook opvallend veel auto’s met Rwandese bestuurders.
Halverwege de middag komen we aan in Kigali, een stad die zich uitstrekt over meerdere heuvels. We rijden door de stad richting een woonwijk aan de rand van het centrum naar het huis van Pieter en Lobke (ook wel TR Companion). Dit Belgische koppel verhuisde naar Kigali vanwege Lobke haar werk en besloot om hun huis open te stellen voor toeristen. We hadden van verschillende reizigers de tip gekregen om te gaan kamperen in hun tuin, dus dat doen we. Het is een fijn plekje in de schaduw van een grote boom met uitzicht op de buitenwijken van de stad.
De volgende dag rijden we naar het centrum van de stad om boodschappen te doen bij één van de grotere supermarkten. We komen terecht in een modern zakencentrum met hoge flatgebouwen en een enorm winkelcentrum met een supermarkt die 24/7 geopend is! We vullen onze voorraad weer aan en vinden voor Peter zelfs nieuwe kleren. Alles gaat in een grote papieren zak, niet alleen de groente maar ook zijn nieuwe korte broek. We blijven uiteindelijk vier dagen in de tuin bij Pieter en Lobke. We maken gebruik van hun snelle internet, kijken een film, gaan twee keer uit eten bij de Chinees (van die 40$ die we niet hadden betaald) en genieten met een boek van de zon. Dan pakken we onze spullen weer op om het bruisende Kigali te verruilen voor een plekje aan de oever van Lake Kivu.
Vanuit Kigali rijden we over de NR11 weer naar het noorden, richting Gisenyi. De route is geweldig, met super goed asfalt en de beste bochten die we tot nu toe in heel Afrika hebben gereden. Deze weg verdient absoluut een plekje op de lijst met beste motorroutes van Afrika! Met een grote glimlach op ons gezicht komen we iets sneller dan verwacht aan in Gisenyi. Vanuit de heuvels aan de rand van de stad hebben we een mooi uitzicht over het enorme meer. Hoe verder we naar de oever afdalen, hoe warmer het wordt. We vinden een plekje bij La Bella Camping in een tuin vol tropische bloemen met een eigen strandje aan het meer.
Zodra ons tentje staat, hebben we het allebei zo warm dat we eerst een duik nemen in het frisse water. Het is heerlijk! We hebben allebei het gevoel dat we zijn aangekomen op een tropisch eiland en het voelt als vakantie. We schakelen over op de vakantiemodus: lezen een boek in de zon, eten bananenfrietjes met mayo, drinken koude biertjes en genieten volop. Dit is in ieder geval niet wat we hadden verwacht van Rwanda!
Klik hier om de foto’s te zien.
Afgelegde afstand tot en met Gisenyi: 17.499 km (10.873 miles)
Vorige bericht “Op zoek naar berggorilla’s” – Volgende bericht “Congo-Nile Trail“
Hello Both
Sorry I should have done this ages ago but I finally found you!
And of course I had to read about your trip to Rwanda first 😉
This whole blog has been an AMAZING read!!!
Good luck for the rest and please keep on making us dream!
Your tenant in Amsterdam!
Weer genoten van jullie prachtige verhalen en foto’s. Op de gewone computer met groot beeldscherm is het dubbel genieten.
Heel veel plezier verder en ik kijk al weer uit naar het volgende verhaal.
Wauw, Rwanda! 8 jaar gewoond in vrede en 2 jaar in oorlog. Als ik dak Kivu meer zie, dan wil ik er heen!! Is het nog steeds zo helder? Wij gingen altijd naar Kibuye!
Geniet lekker! Cheers, Michiel
Gelukkig nemen jullie ook de tijd om lekker even vakantie te vieren, heerlijk hoor in zo’n mooie omgeving!
Hallo, goed om te lezen dat jullie het zo naar je zin hebben. Geniet er van en we kijken nu al uit naar het volgende verslag. Gr Joke en Janleen vanuit een bewolkt maar droog nederland met 20 graden.