Een avontuur op zich

Een avontuur op zich 16Na een leuke week in Aswan is het op zondag dan zo ver: we gaan met de boot naar Sudan. Achter onze motoren aan, die (als het goed is) op vrijdag al in Wadi Halfa zijn aangekomen. Wat zal het fijn zal als we straks in Wadi Halfa onze rood-witte brommers weer zien! Zo ver is het alleen nog lang niet, want er wacht ons eerst nog een boottocht van ongeveer 17 uur van Egypte naar Sudan!

We nemen bij Adam Home afscheid van Sammy en stappen met al onze spullen bij Mo in de auto. Eerst steken we met de veerboot de Nijl weer over naar de stad. Daar staat Kamal weer op ons te wachten. Je kan veel over de beste man zeggen, maar hij was wel steeds op de afgesproken tijd op de afgesproken plaats. Bij het zien van al onze tassen opent hij zijn kofferbak. We kunnen de bagage maar net kwijt. Ondanks dat we al een deel met de motoren hadden meegestuurd, is het nog best veel en ook behoorlijk zwaar. Vooral de tas met de helmen, laarzen en motorpakken is niet te tillen. En dan te bedenken dat we die best met de motoren hadden kunnen meesturen, want zonder motoren hebben we aan die motorkleding ook niets. We kopen nog wat broodjes falafel als lunch en rijden daarna met Kamal richting de haven.

Een avontuur op zich 1Bij de ingang van de haven is het een drukte van jewelste. Een groot verschil met de dagen ervoor, toen wij daar waren om onze motoren weg te brengen. Overal zitten mensen tussen enorme stapels met koffers en dozen te wachten tot ze het haventerrein op mogen. Ze slepen van alle mee. We zien niet alleen koffers met kleren, maar ook dozen met televisies, computers, keukenapparatuur en zelfs koelkasten. Het doet denken aan de volgeladen auto’s die we zagen op weg naar Tunesië. We begrijpen dat dergelijke spullen bijna niet te krijgen in Sudan. Soedanezen kopen hun spullen nu massaal in Egypte en de Verenigde Emiraten. Op de boot vanuit Egypte gaan daarom niet alleen heel veel mensen mee, maar ook nog eens buitengewoon veel spullen. Iedere passagier sleept tenminste vijf zware tassen of dozen met zich mee.

Dragers in blauwe hesjes bieden aan om de bagage tegen een kleine vergoeding naar de boot te brengen. De jonge mannen op hun rug en de wat ouders mannen met een inmiddels versleten rug met een volgeladen kar die ze achter zich aan trekken. Tussen die passagiers en al hun bagage lopen straatventers die drinken, nootjes, zakboekjes en dekens verkopen. Anderen lopen met een stapel bankbiljetten in de hand en bieden aan Egyptische Ponden te wisselen tegen Sudanese.

Kamal parkeert zijn auto en drukt ons op het hart om in de auto te blijven zitten, de ramen gesloten te houden en te wachten tot hij weer terug is. We zien hem naar de ingang van het haventerrein lopen en babbelen met de bewaking. Dan komt hij terug. Hij helpt ons met uitladen, zet zijn auto verder weg en gaat ons voor naar de ingang. Met hulp van extra spanbanden die Peter als draagriemen aan de tassen heeft gemaakt, lopen we met al onze spullen langs de wachtende passagiers. Kamal verontschuldigd zich dat hij niets voor ons kan dragen. Dat kan pas als onze tassen bij de douane zijn gecontroleerd.

Bij de ingang worden we door Kamal langs een lange rij passagiers geleid. Na een korte blik tussen de bewakers en Kamal worden wij het Een avontuur op zich 2haventerrein binnen gelaten. Daar wacht ons eerst de controle van de bagage. Er staat één scan-apparaat in de haven. Een paar dagen eerder hadden wij daar op ons gemak onze tassen van de motor gehaald en laten controleren, terwijl we een praatje maakten met één van de douanebeambten. Van een rustige check is nu echter geen sprake.

Als wij aankomen lopen staat er al een lange rij met passagiers te wachten voor de nog gesloten deur. Als de deur opengaat spat de rij ineens uiteen en rent iedereen naar voren om zijn tas als eerste in het apparaat te zetten. De bagage wordt op de bagageband gesmeten en vormt binnen enkele seconden een hoge stapel die het scan-apparaat blokkeert. De douanebeambten ontploffen. Ze gooien alle bagage met dezelfde vaart weer van de band af, schreeuwen met een rood hoofd dat iedereen achteruit moet en sluiten de deur van het gebouw weer. Daarna komen ze naar buiten om nog wat meer te schreeuwen.

Tussen hen staat ook de kletsmajoor van een paar dagen daarvoor. Op zijn boze rode gezicht verschijnt een vriendelijke glimlach als hij ons in de rij ziet staan. Niet lang daarna gaan de deuren weer open en worden wij door Kamal met onze bagage naar het begin van de rij begeleid. De kletsmajoor pakt onze bagage aan en legt het in het scan-apparaat, terwijl hij de Egyptische en Sudanese passagiers afsnauwt dat ze aan de kant moeten. Fijn dat onze spullen nu zijn gecontroleerd, maar toch ook wel een gek gevoel om zo met voorrang te worden behandeld. Het voelt als voordringen en niet helemaal goed.

Kamal neemt één van onze tassen over en loopt voor ons uit naar het havenkantoor waar de laatste formaliteiten moeten worden afgerond. Eén van de dingen die nog geregeld moet worden is  gek genoeg een visum voor Egypte. We dachten dat we die al hadden verkregen bij het binnengaan van Egypte vanuit Libië, maar dat bleek helaas niet het geval. We hadden toen wel betaald, maar geen sticker in ons paspoort gekregen. Dat vonden we toen al een beetje vreemd, maar omdat we wel een bonnetje hadden gekregen dachten we dat het wel goed zat (zie “Van het kastje naar de muur”). Later werd duidelijk dat we toch genept waren en dat bonnetje niets waard was. In ons paspoort was in het Arabisch geschreven dat we het visum zouden betalen bij het verlaten van Egypte. Dat moet dus nu, in Aswan. Nadat we per visum 200 Egyptische Pond hebben afgerekend, krijgen we ons paspoort terug met gestempelde visum-stickers.

Een avontuur op zich 3In het havengebouw is het ook een stuk drukker dan het in de voorgaande dagen was. We blijken niet de enigen te zijn die een voorrangsbehandeling hebben gehad, want nagenoeg alle buitenlandse toeristen staan al in de hal. We ontmoeten Luca, een Italiaanse backpacker die met het openbaar vervoer naar Zuid-Afrika reist. In dat hal staan ook drie fietsen van een Frans gezin met drie kinderen, dat op de fiets door Afrika reist. De oudste zoon van zeven fietst zelf en de jongste twee jongens van vijf en twee zitten samen in een fietstrailer achter de fiets van hun vader. Heel bijzonder!

Als onze tickets zijn gecontroleerd, mogen we naar de veerboot. We hadden geen plekje in een hut kunnen bemachtigen, dus we zullen moeten slapen op het dek van de boot. Wij hadden inmiddels al wel begrepen dat als je de kapitein 50 Egyptische Pond betaalt, hij je laat slapen naast zijn stuurhut op een afgesloten stuk van het dek. Omgerekend is het EUR 10 en dat hebben wij daar wel voor over. Kamal gaat ons voor op de boot en brengt ons naar de kapitein, die we zijn zakcentje betalen. Dan nemen we afscheid van Kamal. Als hij weer op de kade staat, roept hij Peter en staat hij ons met twee armen uitgebreid uit te zwaaien. Een groot verschil met de koele ontmoetingen die we van hem gewend waren. Al met al waren het bijzondere dagen die we met hem doorbrachten in Aswan. We zijn blij dat we niet alles zelf hebben moeten regelen, maar we hebben nog steeds het gevoel dat we veel te veel hebben betaald. Een dubbel gevoel.

Het is 10:30 uur als we Kamal gedag zeggen. De boot zal pas aan het eind van de middag vertrekken, waarschijnlijk rond 17:00 uur. We Een avontuur op zich 5zoeken een plekje in de schaduw, eten onze broodjes falafel en halen onze e-readers tevoorschijn. Terwijl wij zitten te lezen, stroomt de boot langzaam vol met passagiers. Als ik naar het benedendek gaan om naar het -nu nog redelijk schone- toilet te gaan, blijkt het daar één grote chaos te zijn. Ik kom terecht in een massa van duwende en schreeuwende mensen, die zich met al hun spullen een weg banen naar de banken op het benedendek. Voor de ingang van de ’eerste klasse’ houdt een medewerker van de veerboot met een groot ijzeren hek mensen tegen. Hij houdt het hek als een schild voor zich, terwijl hij met zijn volle gewicht probeert de mensenmassa terug te duwen. Het geheel doet denken aan lawaaiige kudde vee die terug moet in de stal.

Ik loop langs het restaurant en door de overvolle zitruimtes op het benedendek terug naar het bovendek. Daar maak ik een praatje met de andere toeristen. Luca en het Franse gezin hebben een schaduwplekje gevonden onder één van de reddingsboten. Inmiddels zijn daar nog twee Chinese fietsers en twee Chinese backpackers bijgekomen. Met verbazing kijken we hoe het dek om ons heen langzaam wordt volgebouwd met spullen. Passagiers proberen hun slaapplaats veilig te stellen door een stuk karton of een deken op de grond te leggen. Het Franse gezin heeft hun tent zelfs opgezet op het dek, maar het is een waar gevecht om die slaapplaats ook te houden. Er worden steeds meer spullen naar boven gedragen. De stapels op het dek worden hoger, terwijl de kade nog vol staat met spullen en er nog steeds mensen -met spullen- uit het havengebouw komen. Hier en daar ontstaan ruzies. Als ook de reddingsboten vol worden geladen met spullen gaan onze Franse reisgenoot verhaal halen bij de kapitein. Een onvoorstelbare chaos.

Als ik via de stuurhut terug ga naar Peter die bij onze spullen is gebleven, blijkt ook daar al veel bagage te zijn neergezet. Het dek vóór de stuurhut staat vol met televisies, computerschermen en serviesgoed. Onze ’slaapplaats’ wordt langzaam volgebouwd met dozen vol maïzena. Net als de passagiers op het dek beginnen ook wij aan een ’gevecht’ om onze slaapplaats veilig te stellen. We blazen onze matjes op en proberen genoeg ruimte vrij te houden om daar die nacht nog op te kunnen slapen.

Een avontuur op zich 7In de loop van de middag wordt wel duidelijk dat de boot voorlopig niet zal vertrekken. De kade staat nog vol met spullen als we de zon zien onder gaan en de passagiers naast ons zich richting Mekka keren om te bidden tot Allah. Op het dek is een ruimte vrij gehouden voor het gebed, maar er is te weinig ruimte voor alle passagiers. Als de eerste groep zijn gebed heeft afgerond, maken ze plaats voor anderen zodat uiteindelijk iedereen die dat wil Allah kan aanroepen. Misschien wel een goed idee om de hulp van een hogere macht aan te roepen, want de boot zit inmiddels zo vol dat we bij een eventuele schipbreuk de hulp van boven wel kunnen gebruiken.

In de stuurhut van de kapitein is het een komen en gaan van mensen. Het is niet helemaal duidelijk wat hun rol is op de boot; kapitein, stuurman, manager, douanebeambte of gewoon passagier. Anders dan in Europa is aan de kleding in ieder geval niet te herkennen met wie we te maken hebben. Eén van hen, een grote man met een dikke buik gehuld in een bruin overhemd met korte mouwen komt op enig moment een praatje met ons maken en zegt daarbij -ogenschijnlijk uit het niets- dat we hem onze paspoorten moeten geven. Als we wat lacherig zeggen dat we die niet zomaar afgeven, is hij ineens heel kortaf en laat hij weten dat we dan Sudan niet in komen. Het blijkt een Sudanese douanebeambte te zijn die zijn uniform nog niet aan heeft, omdat hij nog op Egyptisch grondgebied is. Nadat we van de andere toeristen hebben begrepen dat zij ook hun paspoort hebben afgegeven, besluiten wij toch ook maar gehoor te geven aan het ’bevel’ van de man.

Onze tickets geven niet alleen recht op een slaapplaats (op het dek), maar ook op een maaltijd. We twijfelen een beetje aan de hygiëne in de keuken, zeker met het inmiddels smerige toilet in gedachten, maar besluiten het er toch maar op de te wagen. Peter gaat met onze diner-bonnen naar de keuken en komt even later terug met twee borden met groente, gekookte aardappels en kip. Het ziet er goed uit en ruikt ook lekker. Dat durf ik wel op te eten. Het smaakt uiteindelijk verrassend goed.

Ons plekje naar de stuurhut van de kapitein is relatief rustig in vergelijking met de rest van het schip. Toch komen er bij ons ook regelmatigEen avontuur op zich 34 mensen buurten. We maken onder meer kennis met vier jonge (bijzondere knappe) Egyptische meiden. Zij zijn zo westers gekleed dat we in eerste instantie in het Engels vragen waar ze vandaan komen en verbaast zijn om te horen dat ze uit Caïro komen. Ze zijn met twee dames op weg naar Sudan om daar in Meroë de piramides te bezoeken. Ze willen vanaf de haven in Wadi Halfa met de bus naar de piramides en 24 uur later met dezelfde boot weer terug naar Egypte om daar hun vlucht naar Cairo te halen. Een bliksembezoek aan Sudan dus, maar het zou allemaal net moeten kunnen.

Ze hebben alle vier op een Franstalige middelbare school gezeten en spreken niet alleen zeer goed Engels, maar ook vloeiend Frans. Ze zijn allemaal net begonnen met een universitaire studie en staan op het punt om een periode in het buitenland te gaan studeren. Het is reuze interessant om van hen te horen hoe hun leven in Caïro eruit ziet. Het zijn stuk voor stuk hele sterke jonge vrouwen die zich stoer staande houden in een cultuur die voornamelijk door mannen wordt gedomineerd.

De zon is inmiddels een poosje onder en het is flink donker. Vanaf de kade worden nog steeds spullen op het schip geladen. Het ziet er niet naar uit dat we snel zullen vertrekken. Voor de meiden zit er niets anders op dat het schip te verlaten. Heen en weer naar de piramides moet nog wel kunnen voordat het schip vanuit Sudan weer terug vaart naar Egypte, maar hun terugvlucht naar Caïro zullen ze dan missen. Als we de meiden gedag zeggen is het al bijna 21:30 uur.

Vanuit de stuurhut komen daarna drie prachtige Sudanese dames bij ons zitten. Ze maken het zich gemakkelijk op de grond en krijgen van de kapitein dekens aangereikt. De kapitein heeft de deur naar de stuurhut inmiddels dichtgedaan en het licht uitgedaan. Het ziet er naar uit dat we onze slaapplaats met hen zullen delen. Het is een heldere avond en het begint een beetje fris te worden. We zijn allebei een beetje rozig en besluiten maar een poging te wagen om alvast wat te slapen. Zonder schoenen, maar met al onze kleren nog aan kruipen we in onze slaapzakken. Het duurt niet lang voordat ik onder de sterrenhemel in slaap val.

Een avontuur op zich 15Als ik na een poosje wakker word, zie ik boven mij de sterren bewegen. We varen! Met slaapzak en al ga ik op mijn matje staan om over de reling te kijken. Het is aardedonker en aan de hemel staan ontelbaar veel sterren, een prachtig gezicht. Er staat een frisse wind. Blij dat we zijn vertrokken, zak ik weer op mijn matje, waar ik diep in mijn slaapzak kruip om nog een paar uur te slapen. Als ik daarna mijn ogen weer open doe, staat de zon alweer laag aan de hemel. Uit de stuurhut van de kapitein komt de geur van verse koffie. Op het dak van de stuurhut staan onze Franse medereizigers over het water uit te kijken. Als de jongens ons zien liggen in onze slaapzakken komen ze naar de rand van het dak om een praatje met ons te maken. Het is nog vroeg maar ze zitten al vol energie.

Het hoopje dekens aan ons voeteneind begint ook wakker te worden. Eén voor één komen de dames onder hun dekbed tevoorschijn. Uit hun tas komt een waterkoker tevoorschijn, die ze aan de kapitein geven. Terwijl het water staat te koken komen er kopjes, thee en suiker uit de tas. Een klein kwartiertje later zitten Peter en ik te genieten van een kopje zoete muntthee, terwijl de dames de ene sigaret na de andere aansteken. Ze spreken niet veel Engels, maar met handgebaren kunnen we toch wel een beetje met elkaar kletsen.

Nu we een kop thee hebben gedronken en wat hebben gegeten, moet ik er toch aan geloven; ik moet naar het toilet. De toiletruimte was de avond ervoor al erg vies en de situatie zal er niet op zijn verbeterd. Gewapend met toiletpapier, een handdoek en een flink blok zeep, waag ik me naar het benedendek. Als ik de toiletruimte binnenstap ben ik blij dat ik mijn schoenen had aangedaan. Er staat ongeveer drie centimeter water (althans ik hoop dat het water is) op de grond en het ruikt vrij bijzonder. Aan alle kanten lekt water uit de leidingen, behalve uit de goede, want de wc doortrekken is niet mogelijk. Alsof ik me voorbereid op het uitvoeren van een openhartoperatie schrob en boen ik uitgebreid mijn handen en was probeer ik me wat op te frissen. In de hoop dat ik straks niet nog drie keer naar het toilet moet, loop ik weer terug naar Peter. Nu ik weer bij de spullen ben, kan ook hij de gang naar het toilet maken. Als ik zie dat hij zijn slippers nog aan heeft, kan ik hem nog net tegenhouden en zijn schoenen aangeven.

Hoewel we al de hele nacht onderweg zijn, duurt het nog tot zeker aan het eind van de middag voordat we in Sudan zullen aankomen. Een avontuur op zich 28Nog een lange dag dus. We ruimen onze matjes en slaapzakken op en vinden een plekje boven op de dozen met maïzena. Halverwege de ochtend zullen we met de boot langs het tempelcomplex Abu Simbel varen. De tempel lag voorheen aan de Nijl. Toen de dam in Aswan werd gebouw dreigde Abu Simbel onder het water te verdwijnen. Het hele tempelcomplex is daarop afgebroken en op een hoger gelegen punt weer opgebouwd, zodat het niet verloren zou gaan. De tempel ligt nu aan Lake Nasser en is vanaf de veerboot goed te zien. De kapitein komt speciaal uit zijn stuurhut om ons te vertellen dat we bijna bij Abu Simbel zijn.  We pakken onze camera erbij en zoeken een mooi plekje voor een foto. We zijn niet de enigen! Als  ik naar rechts kijk zie ik dat alle passagiers op het dek rechts over de reling kijken om Abu Simbel te bewonderen. Een grappig gezicht.

De rest van de dag hangen we nog wat rond op de veerboot. We praten nog wat met de Sudanese dames en delen uiteindelijk een lunch met hen die we aangeboden krijgen van de kapitein. We lopen om beurten nog wat rondjes over het schip om praatjes te maken met andere passagiers of om wat drinken te kopen. Aan het begin van de middag mogen we ook ons paspoort weer komen halen. De grote douanebeambte heeft inmiddels zijn uniform aangetrokken en kijkt zo mogelijk nog strenger dan de dag ervoor als hij onze paspoorten weer terug geeft.

Het is warm in de zon en de tijd gaat erg langzaam. Zeker als ik mijn boek (Murder on the Nile, hoe kan het ook anders) eenmaal uit heb, lijkt de middag nog lang te duren. We zijn daarom blij als we van de kapitein te horen krijgen dat we nog ongeveer een uur onderweg zijn. Om ons heen beginnen de eerste mensen hun bagage al naar het benedendek te verplaatsen.

Na drie kwartier zien we in de verte een kade opdoemen. We zien slechts twee aanlegsteigers met een laag gebouw ernaast. Anders dan je in een havenplaats zou verwachten, zien we verder geen bebouwing. Aan één van de kades liggen een aantal vrachtschepen, hetzelfde soort als waarmee de motoren ook naar Sudan zijn gebracht. De vrachtschepen zijn nog te ver weg om details te zien, maar op een foto lijken we toch wat ’rood-wits’ te herkennen. Zouden dat de motoren zijn? Als we even later weer dichterbij de kade zijn kunnen we op een ingezoomde foto duidelijk twee motoren herkennen. Fijn! Ze zijn in ieder geval in Sudan, straks zullen we wel zien in wel staat ze hier zijn aangekomen.

Een avontuur op zich 26Terwijl de boot aanlegt, krijgen wij te horen dat we naar het benedendek mogen gaan. We slepen onze spullen door de smalle gangen van het schip en banen ons een weg naar beneden. Daar worden we eerst de kantine ingetrokken. We nemen plaats naast alle andere buitenlandse toeristen die daar al zitten en vullen nog wat formulieren in voor de Sudanese douane. Daarna mogen we met een afschrift van het zojuist ingevulde papier naar de uitgang, nog een dek lager.

De deur naar buiten is al open en in het gangpad staan ongelofelijk veel mensen met hun zware tassen te dringen om naar buiten te gaan. Het verlaten van de veerboot in Tunis is een lachertje vergeleken met dit. Als brave Hollander probeer ik netjes op mijn beurt te wachten. Als ik echter aan alle kanten wordt ingehaald en opzij wordt gebeukt, zelfs door oude grijze vrouwtjes, besluit ik mijn brave manieren aan de kant te zetten en net zo brutaal mijn spullen naar de uitgang te duwen als de Soedanezen zelf. Stapje voor stapje komen we dichter bij de uitgang. We krijgen maar net onze zware spullen de trap op als we door twee mannen worden tegengehouden: “Waar is jullie formulier?”. Het formulier dat we net netjes hadden weggestopt willen ze NU hebben. Terwijl ik aan alle kanten heen en weer wordt geduwd en moeite heb mijn tassen in de gaten te houden, grabbel ik in mijn rugtas (die op mijn buik hangt) het formulier tevoorschijn. Ik zie Peter hetzelfde doen. Als we allebei het formulier hebben afgegeven, mogen we doorlopen. Er is nog één flinke krachtsinspanning nodig om met alle spullen uit het schip en de mensenmassa te kruipen en dan staan we buiten. We zijn in Sudan!

Afgelegde afstand tot Wadi Halfa:  7981km (waarvan 298km gevaren)

Klik hier voor de foto’s bij dit bericht.

Vorige bericht “Wachten op de boot” – Volgende bericht “Leuk hoor, Sudan!

| Leonie | AFRIKA, Egypte, Sudan

10 Reacties (Comments) - Een avontuur op zich

  1. Jan Nauta

    Hallo Leonie en Peter,
    Ik heb jullie verhalen gelezen en vind het prachtig.
    Wij hebben een huis 50 km onder Mombasa aan zee.
    Hiervan uit organiseren we Motortochten in Kenia en Tanzania en straks ook Uganda en verder.
    We nodigen jullie van harte uit hier een paar dagen te logeren om verhalen uit te wisselen.
    als je intersse hebt mail ons of bel met +254714851129
    Echter we zijn er tot 6 april……

  2. Loes

    Heel mooi om jullie reisverslag te lezen. Bijzonder van de Franse familie om de reis met zulke jonge kinderen op de fiets te maken. Goede reis verder!

  3. Mieke

    Wat een belevenis weer en wat een mooi ongeregeld zootje op die boot! Met al die foto’s geeft het een prachtig beeld van wat jullie allemaal meemaken. Liefs van ons

  4. Niny Koiter

    Hoi (bekende) lieve Leonie en (onbekende) Peter.
    Van jou vader Leonie hoorde ik dat jullie aan het reizen zijn en nu dus in Sudan vertoeven.
    Prachtige verhalen, geniet lekker!!!!

    Groet uit Barneveld, waar het momenteel lente aan het worden is.

  5. Gerard

    Ik reis, heerlijk comfortabel, met jullie mee, dankzij google maps. Bijzonder knap hoe jullie je staande houden en prachtig om te lezen hoe snel jullie je aanpassen aan het, schijnbaar, benodigde gedrag van de rest van de ‘ kudde’ . Nu maar hopen dat de motoren ongeschonden de reis hebben ‘overleefd’.

  6. Mip

    Wat leuk om die foto’s van die ferry te zien! Brengt leuke herinneringen boven. Wij sliepen op hetzelfde plekje als jullie volgens mij :-). Deze oversteek hadden jullie toch zeker niet willen missen? xxx

  7. Jan en Mariët

    Waar gaan al die mensen heen????
    Heerlijk verhaal weer, dikke knuffels xx

  8. Jan en Anna

    Wat weer een bijzonder avontuur. En wat een andere wereld!! Mooi om dat weer zo mee te beleven maar ook ik ben deze keer niet jaloers. Wij zijn net terug van een heerlijke wintersport vakantie, maar in vergelijking met jullie reis, was dat eenvoudig saaie vakantie. :-). Toch hoop ik dat jullie ondanks al die spannende avonturen nog steeds genieten. Liefs xxx

  9. Catelijne

    Wat maak je toch mooie foto’s! Ik kan het niet goed omschrijven, maar de kleuren, de gezichtsuitdrukkingen, het licht….je blijft kijken. Prachtig! Xxx

  10. Frederike

    Poe hé! Waar ik voorheen toch wel een klein beetje jaloers was op al dat moois en avontuurlijks, heb ik dat nu totaal niet, hahaha! Wat een geluk dat ik gewoon saai aan het werk was en niet op een ramvolle veerboot :). Wel weer een geweldig verhaal. xxx