Met het vertrek van Dick is ook een einde komen aan onze reis door Afrika. Na ruim 300 dagen op dit prachtige continent gaan we Afrika verlaten. Hoewel we nog wel een jaar door Afrika hadden kunnen reizen omdat hier zoveel moois te zien is, vertrekken we naar Zuid-Amerika voor een nieuw deel van ons avontuur. Al is dat vertrek uit Afrika niet makkelijk. Niet alleen omdat we een stukje van ons hart aan dit continent hebben verloren, maar ook omdat het een hele operatie is om de motoren in Zuid-Amerika te krijgen.
Toen we nog in Stellenbosch op de Farm verbleven, zochten we met hulp van Duncan al naar een mogelijkheid om de motoren vanuit Kaapstad met een containerschip naar Zuid-Amerika te verschepen. Dat is veruit de goedkoopste optie, zeker als we met andere reizigers een container zouden kunnen delen. Via internet vonden we drie reizigers die hun motor rond dezelfde tijd wilden verschepen: een motorrijder uit Spanje en twee rijdende dokters uit Zuid-Afrika. Maar vijf motoren was te weinig om de container te vullen. Om de verscheping wat betreft de kosten de moeite waard te maken, moest er een auto bij. Met hulp van Duncan zochten we een aantal weken naar die auto, maar helaas zonder resultaat. De dokters hadden geen tijd meer om nog langer naar een auto te zoeken en ook de Spaanse motorrijder had andere plannen gemaakt. Dat was het moment voor ons om over te stappen op Plan B: vliegen.
Het is mogelijk om de motoren in een krat per vliegtuig naar Zuid-Amerika te sturen. De kosten zijn wat hoger dan de verscheping in een gedeelde container, maar daar hadden we in ons budget rekening mee gehouden. Vliegen gaat bovendien een stuk sneller. Het is ook wat waard dat we bij aankomst in Zuid-Amerika niet zo lang op de motoren hoeven te wachten en direct weer verder kunnen. We vroegen een offerte aan voor een vrachtvlucht voor de motoren vanuit Windhoek in Namibië, waar onze tocht door Afrika zou eindigen, naar Buenos Aires in Argentinië. De prijs die we kregen was lang niet gek. Het was in ieder geval de moeite waard om deze route vanuit Windhoek verder te onderzoeken.
Nog voordat we met Dick in Windhoek aankwamen, zochten we weer contact met de agent. De eerste offerte was inmiddels vervallen. We vroegen haar een nieuwe offerte te sturen, deze keer zowel voor een vlucht naar Buenos Aires in Argentinië, als voor een vlucht naar Santiago in Chili. Het maakt voor ons niet zoveel uit in welk van deze twee landen onze Zuid-Amerikaanse reis zou beginnen. De agent in Windhoek reageerde direct op onze e-mails en liet weten ermee aan de slag te gaan. Dat begint goed!
———————-
Nadat we Dick hebben uitgezwaaid, brengen we in Windhoek een bezoek aan het kantoor van de agent. We worden vriendelijk ontvangen en bespreken uitgebreid de resterende gegevens die nodig zijn voor de nieuwe offertes: het gewicht van de motoren, de omvang van het krat, de bestemming, het tijdspad en nog veel meer. Met een gerust gevoel verlaten we het kantoor en terug op de camping slaan we de reisgids van Zuid-Amerika open. Het kan nu niet lang meer duren voordat we daar rond rijden!
De eerste dagen na ons bezoek aan het kantoor blijft het stil. Logisch, want ze moet op haar beurt wachten op informatie van de luchtvaartmaatschappijen. Bovendien is het nu weekend. We maken het ons gemakkelijk op camping Urban Camp in het centrum van Windhoek. Peter bekijkt hoe hij de motoren zo klein mogelijk kan maken voor de vlucht en wisselt nog een laatste keer de olie. Ik maak gebruik van het snelle internet en probeer voor de afwisseling wat nieuwe recepten uit. De camping wordt druk bezocht door reizigers die op doorreis zijn naar andere, nog mooiere plekken in Namibië. Zo zien we weer eens dat er allerlei manieren zijn om door Afrika te reizen. Alleen op een motor, met het gezin in een auto met daktent, met een groepsreis in een grote overlandtruck of te voet met enkel een rugzak. Het meest bijzonder zijn de Zweedse Pink Caravan, waar de gasten zij aan zij op het dak van een enorme grote roze bus slapen, en het Duitse ’Rollende Hotel’, waar iedereen een bedje heeft in de aanhanger van een grote vrachtwagen. We maken ook kennis met Walter en Marion, een Duits stel dat vervroegd met pensioen kon en haar huis verruilde voor een grote MAN-truck met daarop een camperopbouw. Een geweldige wagen, waarmee ze al een aantal jaar over de wereld reizen. Als ons werk gedaan is, schuiven we ’s avonds bij hen aan voor een biertje en een paar stoere verhalen.
Na het weekend nemen we hoopvol contact op met de agent. De offertes zijn nog niet gereed, ze wacht nog steeds op informatie van de luchtvaartmaatschappijen. Ze belooft contact op te nemen met ons zodra ze nieuwe informatie heeft, maar het blijft erg stil. In de dagen die volgen nemen wij verschillende keren contact op met haar. We worden steeds vriendelijk geholpen, maar we krijgen keer op keer hetzelfde bericht: de offertes zijn nog niet gereed. Voordat we het in de gaten hebben, is het weer weekend en zitten wij nog steeds in Windhoek, zonder uitzicht op een vlucht.
We proberen de tijd in Windhoek zo goed mogelijk te gebruiken om wat administratieve zaken te regelen: verlengen van verzekeringen, betalen van rekeningen en het versturen van enkele hoognodige e-mails. Sommige spullen beginnen na 10 maanden wat slijtage te vertonen, dus Peter gebruikt de noodgedwongen rust ook voor wat reparaties. En naast al die klusjes, doen we ook genoeg andere leuke dingen: we spreken af met Nicholas (de reiziger uit Australië die we in Cape Agulhas ontmoetten), vieren Peter zijn verjaardag met Walter en Marion, luieren in de hangmat en kijken vanuit ons bed wat films.
Nadat ook dit weekend is verstreken, laten we de agent niet meer met rust. We voeren het aantal e-mails en telefoontjes op en beginnen tegelijkertijd ook na te denken over een mogelijk Plan C. Hoe fijn we het hier ook hebben, we willen op enig moment echt verder. Het duurt uiteindelijk tot donderdagochtend voordat we de eerste offerte ontvangen, voor de vlucht van Windhoek naar Buenos Aires. Het is niet waar we op gehoopt hadden. De prijs is met meer dan 50% gestegen ten opzichte van de eerste offerte en omvat nog niet eens alle kosten! Dat valt vies tegen. Daar komt bij dat ook extra voorwaarden gesteld, waaronder de eis dat we de olie uit het motorblok laten lopen. Daar gaan we niet aan beginnen. Teleurgesteld bespreken we onze opties.
Op dat moment klinkt op de laptop de toon van een inkomend Skype gesprek: Duncan. We vertellen hem over het traject in Windhoek en de tegenvallende offerte. Hij stelt voor om een offerte op te vragen voor een vlucht van Johannesburg in Zuid-Afrika naar Buenos Aires. Nog tijdens ons gesprek stuurt hij een e-mail naar één van zijn contacten. Een kwartier later krijgen we al een e-mail terug van Felicity, een medewerkster van een vervoersbedrijf in Johannesburg. Ze vraagt ons om aanvullende informatie en stelt precies de goede vragen. In het daaropvolgende uur gaan er wel tien e-mails heen en weer tot Felicity aangeeft dat ze genoeg informatie heeft om een offerte op te stellen. De dag ziet er ineens weer veel zonniger uit en Plan C lijkt geboren.
De volgende ochtend, nog geen 24 uur na het eerste mailtje, ontvangen we van Felicity een volledig uitgewerkte offerte! De prijs is heel goed en komt zelfs in de buurt van het bedrag voor een gedeelde container op een schip. De keuze is snel gemaakt, we wachten de tweede offerte naar Santiago niet af, maar gaan terug naar Zuid-Afrika om vanuit Johannesburg naar Argentinië te vliegen. Het heeft in Windhoek al te lang geduurd, zonder enig resultaat. We gebruiken de zaterdag om ons buitenhuis op te ruimen en de tassen weer in te pakken en proosten die avond met Walter en Marion op de goede offerte, het vertrek uit Afrika en nieuwe avonturen in Zuid-Amerika.
Op zondag starten we de motoren om te beginnen aan de rit naar Johannesburg, nu dan echt het laatste tochtje door Afrika. Vanaf Windhoek is het 1.450km naar Johannesburg, een afstand die we in vier dagen afleggen. De eerste dag rijden we tot net voor de grens met Botswana, waar we de volgende ochtend al vroeg aan de balie staan voor stempels in onze paspoorten. Vanaf de grens rijden we de tweede dag naar Kang en de derde dag richting de grens met Zuid-Afrika. Het is nog vroeg als we bij de grens komen, dus we besluiten diezelfde dag het papierwerk af te ronden en in Zuid-Afrika een slaapplaats te zoeken.
De eerste keer dat we Zuid-Afrika binnen gingen, toen vanuit Zimbabwe, was dat een hele toestand met lange wachtrijen en gesloten loketten. Deze keer zijn we weliswaar direct aan de beurt, maar beginnen de moeilijkheden aan de balie. Een grote douanebeambte zit onderuit gezakt in zijn stoel in onze paspoorten te bladeren. Zodra hij de stempels van Zuid-Afrika ziet, zegt hij tot onze schrik dat we het land niet meer in mogen! Ik krijg een rood hoofd en een knoop in mijn maag. Peter vraagt hoe het dan zit met de 90 dagen-regel. Als Nederlandse toeristen mogen wij per jaar maximaal 90 dagen in Zuid-Afrika verblijven zonder dat we een visum nodig hebben. De eerste keer waren we ongeveer 60 dagen in het land, dus we hebben nog 30 dagen over. Toch? De man kijkt ons aan, mompelt iets onverstaanbaars en zegt dan dat hij ons zeven dagen zal geven. De knoop in mijn maag is nog niet weg, want zeven dagen is wel erg weinig. We hebben weliswaar een goede offerte gekregen, maar dat is het dan ook. We hebben nog geen idee wanneer we naar Argentinië vliegen, want alles moet nog geregeld worden.
Aan de hand van de stempels in de paspoort proberen we te laten zien dat we echt maar 60 dagen in het land waren. Hij bekijkt onze paspoorten nogmaals en zucht een keer diep. Hij lijkt weinig zin te hebben om uit te rekenen hoeveel dagen hij ons kan geven. Nadat hij nog een keer naar mijn rode hoofd heeft gekeken, zet hij met een klap een stempel in het paspoort. Hij schrijft er een datum naast en dan blijkt dat hij het probleem op een heel eenvoudige wijze heeft opgelost. Hij heeft ons opnieuw 90 dagen gegeven, maar zegt erbij dat we zelf moeten zorgen dat we voor het verstrijken van de termijn het land uit zijn. Een Afrikaanse oplossing, die ons nu prima uitkomt! Terwijl de rode kleur langzaam verdwijnt, rijd ik achter Peter aan naar het plaatsje Zeerust waar we een kampeerplek vinden voor de nacht.
De volgende dag rijden we de laatste 300km naar Johannesburg, de grote boze stad waar we al zo vaak voor zijn gewaarschuwd. We volgen de snelweg en rijden vanaf Pretoria, een stad 60km ten noorden van Johannesburg, onafgebroken door een druk bebouwd gebied. De twee steden zijn feitelijk aan elkaar vastgegroeid. Het doet een beetje denken aan de Randstad in Nederland, alleen dan vele malen groter. Johannesburg is qua oppervlakte een enorm uitgestrekte stad, wat onder meer komt doordat er nauwelijks hoogbouw is. Het is alsof een grote stad met hoge wolkenkrabbers is platgedrukt en is uitgesmeerd over het land. Van de ene kant van de stad naar de andere kant is meer dan 100km! We rijden via de ringweg naar het oosten en vinden in één keer het hostel dat we hebben geboekt. We danken stilletjes de GPS dat hij het op momenten zoals dit niet laat afweten en ons netjes voor de deur ’afzet’.
Tijdens de rit vanuit Windhoek hadden we een aantal keer contact gehad met Felicity. We spraken af dat we de motoren samen met de spullen die we willen versturen, zo snel mogelijk na aankomst in Johannesburg naar hun magazijn zouden brengen. Hoe eerder de motoren en de spullen kunnen worden gewogen, hoe eerder de vlucht kan worden vastgelegd. We sturen een deel van onze uitrusting mee met de motoren, waaronder de motorkleding, de helmen, de kampeerspullen en het meeste gereedschap. De rest van de dag gebruiken we om alles uit te zoeken en te herpakken, zodat we zelf nog één tas ruimbagage en één tas handbagage hebben.
De volgende ochtend rijden we naar het vervoersbedrijf waar we letterlijk met open armen worden ontvangen. In de deuropening van het magazijn staat een man met zijn handen hoog in de lucht naar ons te zwaaien en te wijzen naar een plek waar we de motoren kunnen parkeren. We maken kennis met de goedlachse Omar, die ons voorstelt aan zijn collega’s in het magazijn: Riaz, Patrick, Walter en Maria. Nadat we ook kennis hebben gemaakt met Felicity, gaan we aan het werk.
De motoren worden vervoerd in een houten krat en daarvoor geldt: hoe kleiner het krat, hoe lager de kosten. We moeten dus proberen de motoren zo klein mogelijk te maken. Peter haalt het voorwiel eruit en het spatbord eraf, zodat de motoren alleen nog op hun vorkpoten rusten. Nu zijn ze al een stuk lager. Daarna is het stuur aan de beurt. Bijna alle onderdelen die op en rond het stuur zitten moeten los: het rekje voor de GPS en de extra verlichting, de spiegels, de schakelaars voor de handvatverwarming en de knipperlichten en zelfs de koppelingshandel. Nu dit los is, kan ook het stuur zelf worden losgemaakt en schuin over de motor worden gelegd. Het pakketje is nu niet alleen lager, maar ook veel smaller. De benzinetank hadden we al leeg gereden en mag met de laatste druppels het krat in. Dan rest alleen nog het loskoppelen van de accu en zijn ze klaar om te worden ingekrat.
Het kost in totaal een paar uur om de beide motoren uit elkaar te halen. Al die tijd halen de Omar, Patrick, Riaz en Walter werkelijk alles uit de kast om ons te helpen. Nadat ze hebben geholpen om de motoren te wassen, helpen ze Peter met tillen en het uit elkaar schroeven van de motoren. Ze wikkelen ze al onze spullen in plastic en geven ook verpakkingsmateriaal voor de losse motoronderdelen. Ondertussen zorgt Maria dat iedereen kop koffie krijgt. Super service!
De volgende dag zijn we al weer ter plaatse om erbij te zijn als de motoren worden ingekrat. We bouwen het krat niet zelf, maar laten dat doen door een bedrijf dat is gespecialiseerd in het inpakken en vervoeren van ’gevaarlijke goederen’. Onze motoren vallen in die categorie, onder meer vanwege de olie in het motorblok en het kleine beetje benzine dat nog in de tank zit. Gisteren waren de mannen van dat bedrijf al langs geweest om te meten zodat ze een op maat gemaakt krat zouden kunnen bouwen. Halverwege de ochtend komt er een grote vrachtwagen voorrijden met daarin een enorme stapel hout, een spijkermachine en grote rollen plastic verpakkingsmateriaal. Dat belooft wat!
De mannen tillen de eerste motor op een pallet en zetten hem stevig vast met verschillende spanbanden. We zetten een houten blokje onder het motorblok en trekken de motor ver in de vering zodat hij tijdens de vlucht geen kant meer op kan. Nu kunnen ook de andere spullen op het pallet. Het wiel past naast de motor, de helm en de tent eronder en wat zachte spullen bovenop. Dan begint het echt inpak-werk: een laagje wit plastic, een laagje doorzichtig plastic, een stuk stevig karton en nog maar weer een laagje doorzichtig plastic. Dit is inpakken voor gevorderden! Aan de buitenkant zou je niet meer zeggen dat er een motor in het pakket zit. Nu maar hopen dat de douane het pakket niet open wil maken om de motoren te inspecteren
Dan wordt het houten krat rond de ingepakte motor gebouwd. Met een spijkermachine worden de verschillende kanten aan elkaar gespijkerd. Ook op het aantal spijkers wordt niet bezuinigd. Ze gebruiken zoveel verpakkingsmateriaal en hout dat wij ons een beetje zorgen beginnen te maken over het gewicht. Voor het krat dat wij anders zelf hadden willen bouwen zouden we veel minder hout hebben gebruikt. Als het gewicht van het krat een bepaalde grens overschrijdt, wordt de prijs niet bepaald door de omvang van het krat, maar vastgesteld aan de hand van het aantal kilo’s. Met onze motoren en alle spullen kan dat best een groot prijsverschil zijn!
Er komen uiteindelijk nog wat stickers op het krat en dan is de eerste motor klaar. De mannen beginnen aan de tweede motor en na een dik uur staan er twee mooie en vooral grote kratten in het magazijn. Met een heftruck zet Patrick de kratten één voor één op de weegschaal en dan blijkt dat de kratten helaas een stuk zwaarder zijn geworden dan we vooraf hadden berekend. Zo zwaar dat ze de grens overschrijden en de prijs nu anders zal uitvallen. Felicity ziet onze verschrikte gezichten en zegt dat we ons geen zorgen moeten maken, ze gaat alsnog proberen de prijs zo dicht mogelijk bij de offerte te laten aansluiten.
Dan zit het werk erop en moeten we afscheid nemen van onze trouwe metgezellen en ze hier bij Omar in het magazijn achterlaten. Nu de motoren zijn gewogen kan Felicity het papierwerk afronden en de vlucht gaan boeken. Eén van haar collega’s, Bryne, neemt al het papierwerk bij de douane voor zijn rekening en zorgt dat onze Carnets de Passage worden gestempeld. Daarna zullen de kratten rechtstreeks vanaf het magazijn naar het vliegveld worden gebracht. De eerstvolgende keer dat we de motoren weer zien is aan de andere kant van de Atlantische oceaan. Spannend!
We worden door Riaz met onze spullen afgezet bij het treinstation en verhuizen voor een paar dagen naar Pretoria waar we een kamer hebben geboekt bij Pumba’s Backpackers. We worden hartelijk ontvangen door Corné en ploffen neer op het grote tweepersoonsbed. Wat een week, met de reis vanaf Windhoek en het inpakken van de motoren.
De volgende dag horen we van Felicity dat de controle bij de douane zonder problemen is verlopen en dat ze een vrachtvlucht voor onze motoren heeft geboekt. Ze vertrekken over drie dagen uit Johannesburg om drie dagen daarna via Istanboel aan te komen in Buenos Aires! Geweldig, nog geen twee weken nadat we haar een ’Go-ahead’ gaven zullen de motoren in Argentinië zijn. Daar komt nog bij dat ze de prijs inderdaad zodanig heeft kunnen bijstellen dat het prijsverschil minimaal is, wat een super service! Nu de datum van de vrachtvlucht bekend is, boeken wij ook onze vlucht. Twee dagen na de motoren zullen we via Dubai en Rio de Janeiro ook naar Argentinië vliegen.
De laatste dagen in Afrika genieten we van het lekkere weer in Pretoria en de gezelligheid bij Pumba’s Backpackers. We bezoeken het Apartheidsmuseum en een expositie over Nelson Mandela in Johannesburg, gebruiken de lokale bus om vanuit de stad weer in Pretoria te komen en zijn blij dat het lot ons toch nog in Johannesburg heeft gebracht nadat we daar met zo’n grote boog omheen waren gereden.
En dan, na 335 dagen reizen, zit het eerste deel van ons avontuur erop. Met vlinders in mijn buik over ons nieuwe avontuur in Zuid-Amerika en een brok in mijn keel omdat we Afrika verlaten, maak ik mijn stoelriem vast en voel ik hoe het vliegtuig vaart maakt. De wielen komen los van de grond en door het raampje zien we Afrika steeds kleiner worden. Dit was het dan, we zijn ’Out of Africa’.
Klik hier om de foto’s te zien
STATISTIEKEN EN ANDERE FEITEN DEEL I: “Amsterdam to….Johannesburg!”
335 dagen
21 landen
24 grensovergangen
70 dagen in Zuid-Afrika is de langste tijd in één land
1,5 uur in Luxemburg is de kortste tijd in één land
33.299km (20.706 miles)
7.000km offroad (schatting)
538km langste dagafstand (in Libië van Khoms naar Ras Lanuf)
1,7km kortste dagafstand (in Nkhata Bay in Malawi, van Mayoka Village naar Aqua Africa)
150 verschillende slaapplaatsen (plus twee keer bij Jungle Junction en twee keer bij Aqua Africa)
211 nachten in ons tentje
10 nachten wildkamperen
120 nachten in een huis, hostel of hotel
4 nachten op een boot of in een vliegtuig
20 reparaties aan de tent (allemaal gaten door honden, katten, torren en termieten)
0 lekke banden (!)
1 probleem met de motor (lekker pakking bij de benzine tank)
26.000km op de eerste set banden
2.400 liter benzine voor de twee motoren (ongeveer)
1 verkeersboete, in Tanzania vanwege te snel rijden
€0 smeergeld
10 keer gevallen (ieder vijf keer, één keer tegelijkertijd tijdens onze Italiaanse duo-val)
14.678 foto’s
160 GB film
61 blogberichten
0 dagen spijt dat we zijn vertrokken
Meest bijzondere ontmoeting: Hamad, één van onze gastheren in Libië
Vervelendste ontmoeting: Agent geheime politie in Sudan
Drukste verkeer: Caïro
Vriendelijkste land: Malawi
Meest verrassende land: Rwanda
Minst fijne reisland: Ethiopië
Meest gastvrije land: Libië
Lastigste grensovergang: Libië-Egypte
Avontuurlijkste route: van Ethiopië naar Kenia via Lake Turkana
Slechtste weg: Naar Buyumbura in Burundi
Mooiste motorroute: van Kigoma naar Gisenyi in Rwanda
Lekkerste snack: de Rolex in Uganda
Mooiste natuurpark: Etosha
Favoriete dierengeluid: Nijlpaard (Peter) Zebra (Leonie)
Favoriete dier: Luipaard (Peter) Olifant (Leonie)
Koudste dag: Volksrust in Zuid-Afrika
Zuidelijkste punt: Cape Agulhas
Duurste overnachting: Hotel l’Eden, Neufchâteau Frankrijk
Beste Bushcamp: White Desert, Egypte
Mooiste kampeerplek: Onmogelijk om er maar één te noemen! Roberts Camps (Kenia), Mushroom Farm (Malawi), The Wildlife Camp (Zambia) en zo we kunnen nog wel even doorgaan.
Vorige bericht “Drie keer water” – Volgende bericht “Welkom in Argentinië“
Wauw, wat een vette foto’s en verhalen (vele nog niet gelezen en gezien), maar nu al onder de indruk!
Thijs (maatje) en ik hebben elkaar een avond gesproken in Marokko (Chefchaouen volgens mij). Wij waren toen met de Defender door Marokko aan het crossen. Mooie tips en landkaart nog gekregen van jullie! Dank daarvoor nogmaals.
Ik ga deze site regelmatig checken. Gelijk weer zin in een trip!
Succes en drive safe.
Cheers,
Marco
Wat supercool!
Lieve schatten de mooiste slot opmerking vind ik deze “0 dagen spijt dat we zijn vertro
kken” speciaal voor jou Leonie. Doet me goed dat te lezen. Xxx
Wat een geregel was dat zo aan het einde van dit deel van jullie reis. Het was allemaal geweldig om met jullie mee te beleven. Op naar het vervolg!
Gehehe, die rolex heeft wel indruk gemaakt he? Tjonge Leonie, ben je zomaar ‘bij’met je afrika blogs, goed gedaan! We zijn heel benieuwd naar jullie vorderingen met de spaanse taal machtig te maken en de soorten kolibries die jullie al voorbij zijn geflitst!! Dikke, dikke knuffel, xxx!
Ook ik neem met weemoed afscheid van onze, o nee, jullie reis in Zuid-Afrika.Ik heb met heel veel plezier jullie verhalen gelezen en de prachtige foto’s bekeken. Het is iedere keer weer genieten. Ik heb vooral erg genoten van de bezoeken aan de wildparken. Door jullie foto’s en verhalen hoop ik er ooit zelf een kijkje te kunnen nemen. Ik zie uit naar de verhalen over Zuid-Amerika en hoop dat het jullie daar ook zo goed zal bevallen. En dan nu op naar de pinguïns.