Hetzelfde maar heel anders

Hetzelfde maar heel andersVoordat we naar Salah zijn huis rijden, volgen we hem eerst naar een restaurant van een vriend van hem om wat te eten. Door de ontmoetingen in Tripoli eerder die dag en de onverwachte rondleiding door Leptis Magna is de lunch erbij ingeschoten. Hongerig parkeren we de motoren voor de deur. We worden hartelijk ontvangen door Mohammed.

Binnen worden de jongens gewezen naar het toilet. Als ook ik hen wil volgen grijpen Salah en Mohammed in en word ik verwezen naar boven. Eén van de jongens uit het restaurant komt me achterna gerend en drukt me een doos tissues in de hand. Eenmaal boven kom ik in een afgesloten deel van het restaurant met gedekte plastic tafels en stoelen en een toiletruimte in de hoek. Ik realiseer me dat ik in het vrouwendeel van het restaurant ben. Het is niet gebruikelijk dat mannen en vrouwen in één ruimte hun maaltijd nuttigen. Als de vrouwen al mee reizen, zitten zij -vaak met de kinderen- in dit soort afgesloten gedeeltes.

Eenmaal beneden blijkt dat ik me wel gewoon bij de jongens kan aansluiten voor het diner. We bestellen spaghetti en couscous en krijgen daar salade en opnieuw een bord met frietjes bij. Salah en Mohammed zitten bij ons aan tafel en vertellen ons over hun visie op Libië, de revolutie en de veiligheidssituatie. Ze spreken allebei de wens uit dat het toerisme zal opbloeien en toeristen naar Libië komen om Leptis Magna en al het andere moois te bezoeken. Ook nu blijkt hoe trots ze zijn op Libië.

Hetzelfde maar heel andersWe krijgen maar net ons bord leeg, zoveel eten staat er op tafel. Als het Billy is gelukt om zijn hele bord spaghetti leeg te eten, roept Mohammed één van de jongens uit de keuken. Voordat hij het weet staat er een nieuw, vol bord spaghetti voor Billy zijn neus. Hoewel hij verwoede pogingen doet om het bord spaghetti te weigeren, staan ze erop dat hij het accepteert. Hij had al genoeg gegeten, maar doet toch een goede poging ook het tweede bord spaghetti leeg te eten.
Na het eten krijgen we thee aangeboden en volgt een fotosessie. Zowel Salah als Mohammed, maar ook de jongens uit de keuken halen hun telefoon tevoorschijn. We maken alles bij elkaar zeker meer dan 10 groepsfoto’s.
Als we willen afrekenen lukt het niet om de hele rekening te betalen, Mohammed geeft ons een enorme korting. Ook Salah wil niets ontvangen voor zijn werk als gids bij Leptis Magna. Terwijl we de deur uit lopen naar de motoren, krijgen we ieder ook nog een pakje kauwgom in onze hand gedrukt. Het houdt niet op!

Het is inmiddels donker als we Salah naar zijn huis volgen over dezelfde drukke weg waarop we vandaag al eerder reden. Salah rijdt met zijn knipperlichten aan zodat we hem niet uit het oog kunnen verliezen, maar hij rijdt tegelijkertijd zo hard dat we flink moeten gas geven om hem bij te houden. Er staan geen lantaarnpalen langs de weg en het is enorm donker. Ik heb mijn extra verlichting aan staan om de scheuren en gaten in de weg goed te kunnen zien. Het moment dat ik de verstraler uit doe om Ross, die voor mij rijdt, niet te verblinden, rijd ik meteen door een enorm gat. Het licht gaat weer aan!

Hetzelfde maar heel andersNa een poosje draaien we van de grote weg af een zandpad in langs wat huizen. We rijden door een metalen poort langs een kleine boomgaard en parkeren onze motoren bij Salah voor de deur. Hoewel de poort dicht gaat ’s nachts vraagt hij ons de motoren goed op slot te zetten en alles van de motoren af te halen. De mannen worden naar de bovenverdieping van het gebouw geleid, waar ze ook alle spullen mee naar toe nemen. Als ik diezelfde kant op wil gaan, houdt Salah me tegen. Het duurt even maar dan is me duidelijk dat het eigenlijk niet de bedoeling is dat ik ook naar boven ga. Ik moet beneden verblijven bij zijn zus. Ook als we vertellen dat Peter en ik getrouwd zijn en wij er geen bezwaar tegen hebben om met Billy en Ross een kamer te delen, geeft Salah aan dat dat eigenlijk niet de bedoeling is. Daarom volg ik Salah naar zijn zus.

Mijn vieze motorlaarzen zet ik buiten bij de andere schoenen voor de deur. Als de deur open gaat word ik in een grote kamer opgewacht door een kleine gedrongen vrouw. Ze draagt een lange rok, een dikke wollen omslag doek en een zwarte hoofddoek. Ze lacht, neemt me mee naar binnen en roept iets door de gang. Vanuit de keuken komen nog twee vrouwen aangelopen die me lachend onderzoeken. Ze nodigen me uit om bij hun te komen zitten in een kamer waar de televisie hard aan staat. Op de vloer ligt tapijt en langs de muren liggen verschillende matrassen waar ze op gaan zitten. Ik heb mijn vieze motorpak nog aan en leg uit dat ik me eerst graag wil omkleden en niet in mijn vuile goed bij hun wil komen zitten. Ze vragen hoe het komt dat ik zo vies ben. Als ik uitleg dat ik niet met de auto ben, maar op de motor rent één van hen meteen naar de deur om die motor te bekijken. Vanaf de deur doet ze verslag van de motor en de mannen die buiten staan.    Het is jammer dat ik geen Arabisch spreek, want wat ze zei moet heel grappig zijn geweest. De andere twee dames liggen krom van het lachen.

Zodra ze hebben begrepen dat ik me wil omkleden roept één van hen Salah erbij. Hij neemt me mee naar boven naar de badkamer. Er zit een slot op de deur, dus daar zou ik me wel moeten kunnen omkleden. Eenmaal boven vertellen de mannen me dat ze met Salah op stap gaan. Hij neemt ze mee naar een koffiehuis. Het is meteen duidelijk dat dat niet voor mij is, dus besluit ik om de avond bij de dames door te brengen. Waar ik daarna ga slapen zien we dan wel weer.

Hetzelfde maar heel andersMet mijn schone goed aan, loop ik op mijn sokken weer het huis binnen naar de televisiekamer. Ik neem plaats op één van de matrassen op de grond. Ik krijg verse vruchtensap en een bakje met chocolaatjes. Als ik wacht met drinken tot ook de rest iets te drinken heeft, kijken ze me eerst verbaasd aan. Zodra ze begrijpen dat ik op hen wacht maken ze me duidelijk dat dat echt niet hoeft en blijven ze net zo lang naast me staan tot het hele glas leeg is en ik tenminste één chocolaatje in mijn mond heb gestoken.

Niet lang daarna komt één van de vrouwen met een enorme ronde schaal met eten binnen. Op de schaal staat een grote kom met soep en daar omheen kleine schaaltjes met salade, gefrituurde bloemkool en opnieuw frietjes. De ander komt binnen met een plastic bak en een ketel met warm water, dat ze over mijn handen giet zodat ik mijn handen kan wassen. Ik word gevraagd om bij hen te zitten en mee te eten. Ik probeer duidelijk te maken dat ik met Salah en de mannen al heerlijke spaghetti heb gegeten bij Mohammed en eigenlijk niet zo veel trek meer heb. Maar hoe ik ook probeer, ze staan erop dat ik mee eet. Eén van de dames knijpt in mijn zij en maakt me duidelijk dat ze vindt dat ik ook wel wat aan de magere kant ben en er dus nog best wat eten bij kan, dit tot grote hilariteit van de anderen.

We zitten op de grond rond de grote ronde schaal met eten. Ook het zoontje van acht van één van hen eet mee. Ik krijg een lepel voor de soep en een vorkje, al zie ik meteen dat ze zelf ook met hun hand eten. Alleen met hun rechterhand. De linkerhand is de ’vieze hand’ en niet bedoeld om mee te eten. We eten alle vier uit dezelfde grote kom met soep, dippen ons brood er in en eten van de frietjes, salade en bloemkool. Het is heerlijk en hoewel ik niet echt trek heb, doe ik goed mijn best om zoveel mogelijk van alles te proeven. Ik vraag of ik een foto mag maken. Dat mag, maar alleen van het eten, niet van hen. Ook de gemaakte foto is weer aanleiding voor veel grapjes, die ik jammer genoeg niet kan verstaan. De lol is er niet minder om.

Hetzelfde maar heel andersAls iedereen is uitgegeten en ze ook vinden dat ik genoeg heb gegeten, gaat de grote schaal weer naar de keuken. Er komt een kleine schaal voor in de plaats met bananen, sinaasappels en mandarijnen. Eén van de dames pelt de sinaasappels, terwijl een andere een grote bak met pinda’s aan het pellen is. De derde houdt zich bezig met de thee. In de kamer staat een pot met gloeiende houtskool waar een zwartgeblakerd theepotje op staat te pruttelen. Ik krijg steeds opnieuw sinaasappels toegereikt. Als ik na 2,5 sinaasappel aangeef echt genoeg te hebben, mag ik stoppen. Nu is het de beurt aan de thee. Sterke, hele zoete thee, die ’hoog’ wordt ingeschonken, heerlijk.

De rest van de avond zit ik bij de dames en proberen we met elkaar te praten. De sfeer is ontspannen. De hoofddoek van één van hen gaat af en toont een bos met donkerbruin haar. Met hun zeer beperkte Engels, mijn drie woorden Arabisch, handen en voeten komen we best een eind. Ze leggen me uit hoe oud ze zijn, op welke manier ze familie van elkaar zijn en laten foto’s zien van de overige familieleden. Ook ik laat foto’s van thuis zien en leg ze onder meer uit dat mijn moeder overleden is. Het is duidelijk dat kanker ook bij hen goed bekend is, want we hoeven het niet eens te vertalen, ze begrijpen het meteen. Wanneer blijkt dat mijn vader nog leeft, steken ze alle drie gelijk hun vinger in de lucht om schaterlachend aan te geven dat zij wel met hem willen trouwen. Wat ze ook graag willen weten is hoe het toch kan dat Peter en ik zes jaar samen zijn maar geen kinderen hebben. Eén van hen doet alsof ze een tongzoen geeft en steekt vragend haar handen in de lucht, waarop de ander vraagt: “Tablet?”. Ja, inderdaad een tabletje zorgt ervoor dat we nog geen kinderen hebben. Uit het goedkeurend gegrinnik dat volgt maak ik op dat ze dat niet eens zo’n slecht idee vinden.

Na een poosje zijn ze vooral met elkaar in gesprek in rap Arabisch. Het is spijtig dat ik ze niet kan begrijpen en zij mij andersom ook niet. Ik had zo graag nog meer van ze willen weten. Het lijken stuk voor stuk zeer sterke vrouwen met een eigen mening. Ik ben benieuwd hoeveel ze daarvan kunnen uitdragen. En of ze werken, of ze Libië hebben gezien, of in Europa zijn geweest en nog veel meer. Aan het eind van de avond komt Salah mij weer halen, ik kan toch bij de jongens slapen. Via Salah kan ik de dames heel hartelijk bedanken voor de leuke avond en het heerlijke eten.

Hetzelfde maar heel andersEenmaal boven krijg ik uitgebreid verslag van de avond uit van de mannen. In de Toyota Starlet van Salah waren ze met hem naar een koffiehuis gereden. Ze hadden koffie gehaald in het ene koffiehuis, om die vervolgens op te drinken in het café ernaast bij een vriend van Salah. Heerlijke koffie, met een soort bloemenlikeur erin. Na de koffie hebben ze zich tussen de Libiërs gemengd om een waterpijp, Sjisjah, te roken met z’n drieën. De avond werd afgesloten met een potje snooker, Libië tegen de toeristen. Gedurende de avond hadden Peter en Ross verschillende telefoontjes ontvangen. Zowel Masoud (uit Zuwara) als Masaud (uit Tripoli) had gebeld om te vragen of alles in orde was en of we goed waren aangekomen in Khoms bij Leptis Magna. Peter werd gebeld door Mustafa, een contact in Ajdabiya om te vragen op welke dag we dachten aan te komen. Van alle kanten wordt goed op ons gelet en voor ons gezorgd.
We nemen die avond uitgebreid afscheid van Salah en vallen daarna al snel als een blok in slaap. De volgende ochtend zijn we alle vier alweer vroeg wakker. Vandaag rijden we van Khoms naar Ras Lanuf, een afstand van ruim 360km. De route leidt onder meer door Misrata en Sirte. Sirte is de stad waar Kadhafi werd geboren en waar ze hem tijdens de revolutie uiteindelijk ook hebben gevonden en vermoord. Er is veel gevochten in dat gebied. We hadden al van meerdere mensen begrepen dat het goed was om die dag lekker door te rijden en niet te blijven hangen in Sirte. Op de website van het Britse Ministerie van Buitenlandse zaken was een deel van de route ook ’rood’, wat inhield dat reizen in dat gebied werd afgeraden. Het plan was om vroeg te vertrekken, onderweg te ontbijten, te tanken en lekker door te rijden naar Ras Lanuf.

Hetzelfde maar heel andersWe schrijven een kaart voor Salah om hem te bedanken voor zijn gastvrijheid en rijden om 08:30 uur bij zijn huis weg. Het regent. Dat betekent niet alleen dat we nat worden, maar ook dat we heel vies worden. Het zand dat op de weg ligt is inmiddels modder, wat door de auto’s en motoren die voor me rijden wordt opgeworpen. Ook de regen die valt lijkt niet alleen maar te bestaan uit water. De wolken in de lucht kleuren licht roze van al het stof dat zich heeft verzameld in de lucht. Naarmate we langer rijden, wordt mijn vizier steeds viezer tot ik helemaal niets meer zie. Een groot deel van de route rijd ik met mijn vizier open om het tegemoetkomende verkeer en de gaten in de weg beter te kunnen zien. Na 100km stoppen we in Misrata bij een kleine supermarkt langs de weg om eten en drinken te kopen. We kunnen er niet alleen brood, beleg en drinken kopen, maar ook espresso drinken. Ook hier worden we hartelijk welkom geheten, niet alleen door het personeel maar ook door willekeurige klanten. Als we afrekenen is de espresso ’van het huis’ en loopt de jongen mee naar buiten om stoelen voor ons te pakken zodat we kunnen zitten om te ontbijten. Een ander pakt een tuinslang waarmee we onze helmen kunnen schoonmaken. Keer op keer ontmoeten we meer vriendelijke mensen.

Hetzelfde maar heel andersIn de loop van de dag klaart het op en rijden we lange stukken door de woestijn. Langs de weg zien we regelmatig grote groepen kamelen (of eigenlijk dromedarissen). Ook bij een tankstation komen we een kameel tegen, dit keer achterin een pick-up. We rijden ook langs enorme olieraffinaderijen en zien op de kaart hoeveel oliepijpen er vanuit de woestijn naar de kust lopen.
In dit deel van het land is goed zichtbaar dat er zwaar is gevochten. Huizen zijn beschoten, uitgebrand of ingestort. In het asfalt zitten gaten die duidelijk zijn ontstaan door ontplofte granaten. Halverwege de middag rijdt Ross ineens een zijweg in, terwijl hij wijst naar rechts. Er staat een enorme tank aan de zijkant van de weg. We rijden er alle vier heen om de tank van dichterbij te kunnen bekijken. De rupsband was kapot, maar de tank was verder nog in vrij goede staat, zelfs de motor zat er nog in. Een indrukwekkend gezicht en een tastbaar bewijs van de revolutie.

Aan het eind van de middag komen we aan in Ras Lanuf, een compound van een oliemaatschappij. Op de compound zou een hotel moeten zijn waar we kunnen overnachten. We melden ons aan bij de portier. Nadat we zijn ingeschreven, rijden de bewakers voor ons uit naar het hotel. We parkeren de motoren voor de deur, waarna Billy, Ross en ik naar binnen gaan. Peter blijft ondertussen bij de motoren. De ontvangst is minder vriendelijk dan we de afgelopen dagen in de rest van het land hadden ervaren. Eerst zeggen ze vol te zijn. Dan blijkt na enig aandringen dat ze wel één kamer hebben, maar dat we die niet kunnen delen. Daarna blijkt dat ze misschien wel twee kamers hebben, maar geen diner of ontbijt. De prijs per kamer is 160 Libische Dinar (€94), waarmee al ons cash geld er in één keer doorheen zou zijn. Net als we bespreken of we het redden om met daglicht naar Ajdabiya te rijden, loopt Peter binnen met een man die hij net buiten had ontmoet. Hij stelt zich voor als Abdul Hamid en vraagt “Problem?”.

Hetzelfde maar heel andersAls Abdul Hamid begrijpt hoe duur het hotel is, biedt hij ons direct aan om bij hem te verblijven. Hij woont met zijn vrouw en drie kinderen net buiten Ras Lanuf. Hij geeft aan dat we de motoren veilig kunnen parkeren en dat hij genoeg ruimte heeft voor ons allemaal. We besluiten met z’n vieren om de gok te wagen. Niet lang daarna rijden we met z’n vieren de parkeerplaats van het hotel af en volgen we Abdul Hamid naar zijn huis. We volgen Abdul Hamid een zanderige weg de woestijn in. Na een paar kilometer stoppen we voor zijn huis. Hij wijst naar de huizen in de omgeving en vertelt dat overal familie woont. We parkeren de motoren op de binnenplaats. Hij opent de deuren van zijn huis en heet ons hartelijk welkom. We krijgen twee kamers toegewezen en voor we het weten liggen in beide kamers matrassen, kussens en dekens. We kunnen ook gebruik maken van de douche en dat is heerlijk. De vrouw en kinderen van Abdul Hamid zijn niet thuis en zal hij later die avond gaan halen.

De rest van de middag hangen we met z’n allen in de kamer van Ross en Billy voor de tv. Op één van de zenders worden non-stop Engelstalige films getoond. Ross zet zijn cursus Arabisch voort met Abdul Hamid en schrijft alle nieuw geleerde woorden in zijn bruine boekje. We maken kennis met Ali, een neef van Abdul Hamid en tevens zijn overbuurman. Ali overhandigt mij een pakje thee en zegt dat het hele lekkere thee is. Hij dringt erop aan dat ik het pakje open maak en ruik. Als ik dat heb gedaan en heb bevestigd dat het lekker ruikt, wil ik hem de thee weer teruggeven. Maar dan zegt hij: “Make tea, you make tea”. Abdul Hamid vangt op wat Ali zegt en wijst, terwijl hij op de grond ligt en tv kijkt, waar de keuken is: “Yes you make tea”. Ik ben even een moment met stomheid geslagen. Voor Ali en Abdul Hamid is het duidelijk de gewoonste zaak van de wereld dat ik, de vrouw in het gezelschap, thee ga zetten. Als ik over deze lichte cultuurschok heen ben, ga ik in de keuken op zoek naar water, een theepot en glazen. Abdul Hamid komt me helpen met zoeken. Hij lijkt de spullen voor de thee evenmin te kunnen vinden. Dit is duidelijk niet zijn domein. Ik kan de lol er wel van inzien en zet uiteindelijk een heerlijke pot thee voor Billy en mezelf.

Hetzelfde maar heel andersAli vraagt me dan om met hem mee te gaan naar zijn huis om zijn vrouw te ontmoeten. Als vrouw heb ik het voorrecht dat te kunnen doen. Peter, Billy en Ross zal hij niet aan zijn vrouw voorstellen.  Ik krijg een rondleiding in het bescheiden huis. Ali spreekt beperkt Engels en het is erg moeilijk om een gesprek met elkaar te voeren. Op enig moment zegt hij dat zijn vrouw en hij in dezelfde situatie zitten als Peter en ik, omdat ook zij zes jaar samen zijn maar -net als wij- nog geen kinderen hebben. Het is duidelijk dat de reden dat wij geen kinderen hebben een hele andere is dan in de situatie van Ali en zijn vrouw, maar ik realiseer me tegelijkertijd dat de taalbarrière en misschien ook het cultuurverschil deze keer in de weg staan om uit te leggen hoe het zit. Lastig.
Ze vragen me plaats te nemen in de kamer zodat Ali een foto kan nemen van mij en zijn vrouw. Zijn vrouw staat op en pakt een doosje uit de kast. Ze geeft het aan mij en zegt iets in het Arabisch tegen Ali. Ali vertelt dat het een goed gebruik is van moslims en Libiërs om een cadeau te geven aan een vrouw als zij voor het eerst een huis bezoekt, daarom geven zij mij dit cadeau. Als ik het open maak zit er een goudkleurig horloge in met witte steentjes. Ik sta even met mijn mond vol tanden. Ik wil het eigenlijk niet aannemen en geef meerdere keren aan dat het een veel te groot cadeau is. Maar ze willen er niets van weten; dit is goed gebruik en ze willen dit graag aan mij geven. Als ik het draag als ik terug ben in Nederland zal ik aan hen denken. Ik bedank ze uitvoerig voor het horloge en wordt door Ali weer meegenomen naar het huis van Abdul Hamid.

Aan het begin van de avond komt Ali binnen met twee grote schalen met eten. Peter en ik kunnen van dezelfde schaal eten, maar het is niet de bedoeling dat ik samen met de anderen eet. Daarom is er een aparte schaal voor Peter en mij en één voor Billy, Ross en Abdul Hamid. We eten heerlijke rijst, met wat vlees en salade.

Hetzelfde maar heel andersNa het eten gaat Abdul Hamid met Billy en Ross naar Ras Lanuf, onder meer om zijn vrouw en kinderen op te halen. Na enige tijd komen ze terug, dit keer in gezelschap van de broer van Abdul Hamid, Rahim. Met rode konen vertelt Ross welk avontuur ze nu weer hebben beleefd. Toen ze bij Abdul Hamid in zijn nieuwe Toyota Hilux stapten, kreeg hij de Kalashnikov van Abdul Hamid op zijn schoot. Abdul Hamid had uitgelegd dat ’s avonds veel berovingen plaats vinden door ’Ali Baba’ en dat zij vooral nieuwe Toyota pickups stelen. Omdat er nog geen politiemacht is opgericht na de revolutie, is het ieder voor zich, de Kalashnikov is ter verdediging. Uit voorzorg wordt ook niet gestopt voor rode stoplichten. Abdul Hamid, Ross en Billy waren eerst in één ruk naar de beveiligde compound gereden om wat inkopen te doen. Daar had Abdul Hamid zijn Toyota Hilux omgewisseld met de oude afgeragde auto van zijn broer Rahim. Rahim reed daarna met Ross en Billy in de mooie pickup in één ruk weer terug naar huis, waarna Abdul Hamid met de oude, afgeragde auto zijn vrouw en kinderen ging ophalen. Geen alledaagse praktijk voor ons, maar ogenschijnlijk de gewoonste zaak van de wereld voor Abdul Hamid en Rahim.

Na enige tijd kom Abdul Hamid weer terug met zijn vrouw en kinderen. Zijn vrouw leidt hij meteen langs de televisiekamer naar binnen, waarna hij de deur naar de rest van het huis dicht trekt. Opnieuw is het alleen voor mij mogelijk om zijn vrouw te ontmoeten. Peter, Billy en Ross wordt niet aan haar voorgesteld en zullen haar daarna ook niet meer treffen in het huis. Abdul Hamid komt de rest van de avond bij ons zitten en vertelt over de revolutie, ’Ali Baba’ en zijn werk. Ook zijn twee oudste kinderen, een meisje van zes en een jongetje van vier, vraagt hij om bij ons te komen zitten. Als hij uitgebreid zijn Kalasnikov aan ons heeft getoond, vraagt hij het meisje om het wapen veilig op te bergen. Een bijzonder gezicht hoe dat wijfie met twee handen het zware geweer optilt om het weg te bergen. Bijna surrealistisch.

Hetzelfde maar heel andersDe volgende ochtend krijgen we eerst een uitgebreid ontbijt, met brood, ei, thee en sap, voordat we mogen vertrekken. Terwijl ik mijn motor sta in te pakken, komt Abdul Hamid met een plastic zak naar me toe gelopen. Een cadeau voor mij, van zijn vrouw. In de tas zit een spijkerbroek en een t-shirt. Ik bedank de vrouw van Abdul Hamid hartelijk en stop de spullen in mijn tas. Wat bijzonder.
Als we dan toch op de motor stappen, gaan Ali en Abdul Hamid ons voor naar het eerste tankstation. Twintig kilometer verder vullen we onze motoren af. Als we willen betalen stapt Abdul Hamid naar voren, hij betaalt onze benzine. Als we hen uitgebreid hebben bedankt, vervolgen we onze weg naar Ajdabiya.

Libië deel III, met een verslag vanaf Ajdabiya tot de Libische grens volgt snel.

Klik hier voor de foto’s bij dit bericht.

Afgelegde afstand tot Ras Lanuf; 4.401km

Vorige bericht “Welcome to Libya!” – Volgende bericht “Ongekende gastvrijheid

| Leonie | AFRIKA, Libië

7 Reacties (Comments) - Hetzelfde maar heel anders

  1. patrick

    leuk om ook dit weer te lezen , ik ben verbaast over de gastvrijheid waarmee jullie overal ontvangen worden. Goed geschreven ook echt een plezier om te lezen.

  2. Agnes

    Leesvoer!!! Thanks!

  3. Mieke

    Heel bijzonder wat jullie meemaken bij de mensen thuis. Wat een gastvrijheid. Volgens mij dingen die je meemaakt dankzij het reizen per motor, en natuurlijk ook omdat jullie zo’n aardige mensen zijn

  4. Carina

    Oooh wat een mooie verhalen om te lezen! Echt het werkt verslavend… Steeds weer kijken of er een nieuw bericht is! Wat een bijzondere avonturen maken jullie mee en ontmoeten jullie lieve mensen! Hilarisch die foto van die dromedaris in die pick-up!

    Liefs Carina

  5. Peter S.

    Geweldig dat jullie de tijd nemen om alles zo nauwkeurig te beschrijven. De trouwe volgers in Breda wachten weer in spanning op de volgende aflevering! Peter & Lill

  6. Janny en Albert

    Wat is er goed voor jullie gezorgd in Libië. Hele bijzondere en mooie ervaringen. Dank je wel dat we ervan mee mogen genieten. We kijken alweer uit naar het volgende verhaal.
    We willen jullie ook nog een heel gelukkig, gezond en voorspoedig Nieuwjaar wensen. Liefs van Albert en Janny

  7. Erik

    Far out. Great story and trip so far. Good luck on the rest. Grtz. Erik