Als de wekker om 07:00 uur gaat, liggen we allebei al een poosje te luisteren naar het toeterende verkeer in de straten van Alexandrië. Het is niet stil geweest die nacht.
Na een snel ontbijt van brood met smeerkaas, stappen we met al onze tassen weer in de houten lift van het hotel. Eenmaal beneden ben ik blij dat de motoren er nog staan en de wielen er nog onder zitten. Onder veel belangstelling van de parkeerwachter en zijn vrienden binden we onze spullen op de motoren en rijden we vroeg in de ochtend weg bij het hotel. Op naar Giza, op naar de piramides! Lees meer (Read more)












Nadat we de Libische grens redelijk vlot waren doorgekomen, wachtte ons een nieuwe beproeving: de Egyptische grens. De grensovergang met Egypte en vooral de stroperige bureaucratie is berucht onder ’overlanders’ (de Engelstalige term voor reizigers die net als wij met een eigen voertuig over land reizen naar hun bestemming). Over de procedure aan de grens hadden we al het één en ander gelezen in reisverhalen van anderen. De verhalen waren zeker niet altijd positief en vertelden over lange wachttijden (tot wel 10 uur), het betalen van hoge sommen smeergeld, onnodig lange discussies over ogenschijnlijk onbenullige dingen (ook weer met het oog op smeergeld) en ondervragingen van een aantal uur. Nog afgezien van de administratieve kant, lazen we ook dat reizigers door omstanders werden lastig gevallen en beroofd. Geen prettig vooruitzicht. 




